Persberichten

AA
Klimaatopwarming kan beperkt worden tot 1.5°C, maar dan moeten klimaatmaskers vallen


Klimaatdoelstellingen halen is nu vooral een kwestie van politieke wil, zo kunnen we leren uit het rapport van het IPCC (Intergouvernementeel Panel inzake Klimaatopwarming van de VN) dat vandaag publiek werd gemaakt. Dit langverwachte rapport werd besteld door de Verenigde Naties tijdens de COP21 Klimaattop in Parijs. Een cruciale boodschap is dat met de nodige politieke wil en moed het nog mogelijk is de klimaatopwarming tot 1.5°C te beperken, maar dan moeten we volgens het IPCC heel dringend in een hogere versnelling schakelen. “De grote vraag die iedereen die in de EU begaan is met deze uitdaging zich dus moet stellen is: “Waarom gaat het te traag vooruit? En waar zit hem dan de politieke onwil? Wie naar enkele stemmingen van de laatste jaren kijkt over het tot stand komen van een Europees energie- en klimaatbeleid, zal snel een duidelijk patroon kunnen zien”, aldus Bart Staes, Europees parlementslid voor Groen. (1)

Staes: “De gemiddelde opwarming van de aarde heeft voor het eerst 1°C boven het pre-industriële tijdperk bereikt. Die temperatuurstijging is een teken aan de wand dat de tijd dringt willen we de klimaatopwarming  beperken volgens de afspraken in het Klimaatakkoord van Parijs. De tijd speelt misschien niet in ons voordeel, maar het is duidelijk dat we de impact kunnen beperken tot 1.5°C, wat op zich een goed signaal is van de wetenschap”.

Willen kiezen voor ambitie

Om die opwarming tot maximaal 1.5°C te beperken, moeten heldere keuzes gemaakt worden én dat moet snel gebeuren. Staes: “Het is essentieel dat er snel en doortastend actie ondernomen wordt in alle sectoren. Die urgentie blijkt ook uit het IPCC rapport. Concreet komt het er op neer dat de EU en andere ontwikkelde landen tegen 2050 emissieneutraal moeten zijn wat betreft de uitstoot van alle broeikasgassen. Inzake CO2 moeten we nog een stap verder gaan en moet die emissieneutraliteit best nog voor 2050 gehaald worden. Iedere beleidsmaker die de klimaatopwarming wil beperken moet die feiten onder ogen zien. Politici moeten beseffen dat vele besluiten die ze nu nemen, een impact hebben op de uitstoot in pakweg 2030 of 2040. Ze moeten beseffen dat elke ton CO2 die nu de atmosfeer in wordt geblazen daar nog vele decennia actief blijft. ”

Het nieuwe rapport van het IPCC toont - dankzij nieuw verworven wetenschappelijke kennis en inzichten sinds het vorige rapport - een beter beeld van wat de verschillende consequenties zijn voor Europa, tussen een opwarming van 1°C en 1.5°C. Staes: “Die verschillen zijn groot als we kijken naar problemen zoals de impact op onze gezondheid, de degradatie van ecosystemen en biodiversiteit, het verlies van permanent ijs op de poolkappen en de daarmee gepaarde stijging van de zeespiegel, extreme weersomstandigheden waar we nu al last van ondervinden, de beschikbaarheid van drinkbaar water, een stijgend risico op conflict tussen bevolkingsgroepen, het fenomeen klimaatvluchtelingen, etc.”

Het gaat erom dat men moet kiezen voor ambitie en dat heeft louter en alleen te maken met willen kiezen en niet zwichten voor grote industriële lobby’s die de status quo verdedigen. “Als het erop aankomt, zijn die lobby's er enkel op uit hun positie en winsten veilig te stellen. Beleidsmakers daarentegen hebben een verantwoordelijkheid ten aanzien van de toekomstige generaties. Zij die de situatie daadwerkelijk onder ogen zien en hier serieus mee omgaan kunnen niet anders dan erkennen dat er sneller en daadkrachtiger moet gehandeld worden. Helaas zien we bijvoorbeeld bij de recente stemming over de beperking van de CO2-uitstoot bij nieuwe wagens dat vooral de rechtse politieke vleugel bezwijkt voor de lobby’s. Men zegt wel vaak te ijveren voor propere lucht en een duurzaam klimaatbeleid, maar dan stemt men helaas tegen de voorstellen die nodig zijn om klimaatopwarming te beperken. Naar die discrepantie gaat veel te weinig aandacht naartoe”, aldus Staes.

Willen kiezen voor vooruitgang

Kiezen voor ambitieuze klimaatdoelstellingen biedt voordelen op veel vlakken. Wat tewerkstelling betreft weten we dat de fossiele brandstofsector minder werkgelegenheid biedt dan de duurzame sectoren. Staes: “Door een beleid te voeren gericht op een opwarming van 1.5°C kunnen we tot 68% meer groene jobs creëren tegen 2030. Dat gaat over een brede waaier aan functies in onderhoud, productie, constructie en installatie. In essentie zou het leiden tot een verlies van 6 miljoen jobs in de fossiele sector, maar daartegenover staan wel 24 miljoen nieuwe jobs in nieuwe industrieën. Het gaat dus over een nettoverschil van 18 miljoen nieuwe jobs in verschillende sectoren. Een globale groene economie betekent dus minder jobs in de fossiele industrie, maar meer jobs in het geheel.”

De negatieve economische impact van de klimaatopwarming ligt ook gevoelig lager als we de opwarming kunnen beperken tot 1.5°C. In het jaar 2100 zou de wereld 3% rijker zijn dan in een klimaat met een opwarming van 2°C. Denk maar aan de miljardenschade aan infrastructuur als gevolg van extreme weersomstandigheden.  

Voor velen gaat de impact ook veel verder dan het louter economische. De klimaatopwarming is niet louter een Europees probleem. Staes: “Een opwarming van 1°C of 1.5°C klinkt misschien niet bijster veel, maar voor veel mensen kan dat het verschil betekenen tussen leven of dood, zeker wat betreft kleine eilandstaten zoals Kiribati of Tuvalu of laaggelegen landen als Bangladesh. Ook voor ons kan de impact heel groot zijn. Of het nu door de impact is van hittegolven of de luchtvervuiling: het aanpakken van de klimaatproblematiek heeft veel bijkomende voordelen waaronder meer stabiele temperaturen en propere, gezonde lucht.”

Wat willen wij?

Vooruitgang en snelle daadkracht. Dat kan op verschillende manieren. Zo vragen wij met de groene fractie in het Europees Parlement al vele jaren dat Europa het goede voorbeeld geeft en verzekert dat haar doelstellingen inzake klimaat voor 2030 compatibel zijn met de afspraken uit het Klimaatakkoord in Parijs. Daarnaast moet de EU ook een ambitieuze strategie aannemen voor een koolstofarm Europa tegen 2050 en dat moet minstens één piste bevatten die ons aan een netto neutrale uitstoot helpt inzake broeikasgassen. Die strategie moet tevens de blauwdruk vormen waarmee men uiteindelijk alle Europese wetgeving compatibel kan maken met het Klimaatakkoord van Parijs.

We roepen ook overheden wereldwijd op om dit rapport van het IPCC te gebruiken en hun doelstellingen aan te scherpen. De huidige doelstellingen die gehanteerd worden gaan uit van een stijging die boven 2°C uitkomt.

“Wat we nodig hebben is daadkrachtige besluitvorming en doortastende actie in alle sectoren. Deze problematiek aanpakken zal uiteindelijk het leven van iedereen ten goede komen op allerlei verschillende vlakken. Elk jaar dat we doortastend beleid uitstellen zorgt ervoor dat de impact erger wordt, dat ons tijdsbestek enkel korter wordt en dat de oplossingen die nodig zijn radicaler en duurder worden. Samengevat: hoe langer we wachten, hoe moeilijker het wordt. Soms kan het echt zo simpel zijn. Nu nog tegenstribbelen en op politieke niveau maatregelen afzwakken is simpelweg onverantwoord. Het jongste rapport van het IPCC is het zoveelste document dat dit nog maar eens bewijst”, aldus Bart Staes.

1) Enkele voorbeelden van de laatste jaren waar een klimaatvriendelijk beleid wordt gefnuikt:

 

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?