Het eindrapport over pesticiden van co-rapporteur Bart Staes, Europees parlementslid (Groen), werd vandaag met een grote meerderheid goedgekeurd door de speciale commissie over de autorisatieprocedure van pesticiden (PEST*). Het rapport is het resultaat van negen maanden speciale PEST-commissie, die op vraag van de Groene fractie op 6 maart dit jaar werd opgericht, na goedkeuring door een meerderheid van het Europees Parlement. Deze commissie onderzocht de afgelopen maanden de tekortkomingen die opdoken in de glyfosaat-discussie van de jongste jaren.
Staes reageert verheugd over zijn goede samenwerking met co-rapporteur, de Duitse christendemocraat Norbert Lins en de steun van collega van de meeste andere politieke groepen: “Als de plenaire dit rapport ook goedkeurt, geeft het Europees parlement een duidelijk advies af om de Europese procedures te verbeteren en uiterst onverkwikkelijke controverses als die rond de substantie glyfosaat in de toekomst te vermijden.”
Staes: “Zowel de Europese wetgeving over pesticiden (verordening 1107/2009) als de implementatie ervan, moeten beter. Dat kan onder andere door een grotere transparantie tijdens de evaluatieprocedure voor pesticiden - zowel de actieve substanties als de producten - én door de industrie minder zwaar te laten wegen op het wetenschappelijke proces. Zo willen we dat peer reviewed gepubliceerde wetenschappelijke literatuur op gelijkwaardige wijze wordt meegewogen en onafhankelijke wetenschap een sterkere rol in het hele autorisatieproces krijgt.”
Staes en Lins dienden hun eerste rapport eind september in, waarna een lawine van 1142 amendementen volgde: “We slaagden erin om daaruit 51 compromis amendementen te destilleren en een soliede meerderheid te bouwen. Zelfs als het gaat om het controversiële issue glyfosaat.”
PEST stelt onder andere dat de wetenschappelijke en maatschappelijke controverse die ontstond door de glyfo-saga nog steeds niet is opgelost en vraagt aan het ‘Scientific Advice Mechanism’ om als een soort van wetenschappelijke mediator alle bestaande studies over de relatie tussen kanker en glyfosaat nog eens tegen het licht te houden.
Het rapport pleit voor meer transparantie, bijvoorbeeld door het publiek maken van alle studies die worden gebruikt bij de beoordeling van chemische substanties door de European Food Safety Authority (EFSA) en ook door een betere monitoring nadat producten op de markt zijn toegelaten. "Als we het vertrouwen in de Europese instellingen willen herstellen, moeten de betrokken agentschappen de door hen gebruikte studies en de onderliggende data openbaar en toegankelijk maken. Geheimhouding leidt nergens toe en voedt enkel het vermoeden dat er belangenconflicten zijn en dat Bayer-Monsanto’s wensen belangrijker zijn dan die van de Europese burgers", stelt Staes.
Staes: “Het rapport pleit ervoor dat publiek toegankelijke, peer reviewde studies evenveel gewicht krijgen als studies van de industrie en belanghebbenden. Het moet gedaan zijn met het “copy & pasten” van analyses, uitgevoerd en beschreven door de industrie, die klakkeloos worden overgenomen door de nationale instanties. Wij wilden de rol van de industrie bij het maken van de analyses nog veel meer inperken, maar daar vond ik geen overeenstemming met Lins."
Uit één van de hoorzittingen bleek dat het Duitse instituut BfR, dat instond voor de hernieuwde evaluatie van glyfosaat eind 2017, plagiaat pleegde. De in onafhankelijke studies bewezen schadelijkheid voor mensen, dieren en serieuze risico’s voor het milieu werden op aangeven van het bedrijfsleven, verenigd in de Glyphosate Task Force (GTF), van tafel geveegd.
Staes: “Als het aan ons ligt, mogen bedrijven niet langer zélf uitkiezen door welke lidstaat zij hun substantie laten onderzoeken. Dat moet door de Europese Commissie gebeuren. Er moeten ook wettelijk verplichte, Europese maatregelen komen voor het beperken van de risico’s bij het gebruik van pesticiden, voor zover bekend. Dat moet niet langer alleen aan de lidstaten overgelaten worden.”
Staes hoopt dat het werk van de PEST-commissie wezenlijk zal bijdragen tot een betere beoordeling van zowel nieuwe substanties als de samengestelde producten. Pesticiden bestaan altijd uit de actieve stof, vermengd met allerlei additieven. Het cocktail-effect en de ook toxiciteit op langere termijn van die producten wordt niet tot onvoldoende onderzocht en dat moet dus veranderen, stelt PEST.
Staes: “Dit moet écht veranderen, gezien de systematische blootstelling van mens en milieu aan deze producten. We willen dat de biodiversiteit als een factor van belang wordt meegewogen in de risicobeoordeling van dit soort middelen.”
Het PEST rapport in enkele aanbevelingen:
*Het rapport werd vandaag goedgekeurd met 23 stemmen voor, 5 tegen en 1 onthouding. In de derde week van januari 2019 spreekt het plenaire halfrond zich in Straatsburg uit over het PEST-rapport.