De discussie over het handelsakkoord met de Verenigde Staten (TTIP) loopt al weer enige tijd en verloopt bij momenten hevig. De discussie over zijn kleine zusje CETA, het handelsakkoord met Canada, wordt daardoor een beetje overschaduwd. Dat is niet terecht want ook dit handelsakkoord is zeer controversieel. Het akkoord is inmiddels uitonderhandeld en kan daarmee in tegenstelling tot TTIP dit najaar al de eindstreep halen. De definitieve tekst van het akkoord is beschikbaar en besluitvorming zal de komende maanden plaatsvinden. De Europese Commissie hoopt alles gereed te krijgen tegen de EU-Canada top op 27 oktober.
Vandaag 5 juli zal de Europese Commissie een formeel ratificatieproces in werking zetten en aan de Europese Raad vragen om CETA goed te keuren. Naar alle waarschijnlijkheid zal Juncker in de nasleep van Brexit aankondigen dat CETA een zogenaamd ‘mixed agreement’ wordt. Dat betekent dat CETA unaniem moet worden goedgekeurd door de Raad, door een meerderheid van het Europees parlement (EP) en door de parlementen van de lidstaten. Bij een louter EU-akkoord is een gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten en een meerderheid in het EP voldoende. Een deel van CETA dreigt echter al in werking te treden zonder dat er ook maar één parlement goedkeuring heeft gegeven aan het akkoord.
De meeste bezwaren die gelden voor TTIP gelden ook voor CETA. Net als in TTIP zit in CETA het roemruchte arbitragesysteem ICS (voorheen bekend als ISDS). Ook in CETA wordt de democratie ondermijnd door afspraken met grote bedrijven. Ook via CETA staan Europese standaarden voor mens en milieu onder druk. Alle reden dus om nader stil te staan bij dit handelsakkoord. De Europese Groenen zijn uitgesproken tegenstander van CETA en voeren actief campagne tegen dit handelsakkoord.
Voor de Groenen is handel een middel om welvaart te genereren, maar het is geen doel op zich. Groen vindt dat democratisch gekozen volksvertegenwoordigers moeten beslissen welke standaarden wij voor producten stellen en niet het bedrijfsleven. De dreiging van arbitragezaken wanneer landen besluiten om ambitieuzer beleid te formuleren om hun burgers, dieren of natuur beter te beschermen is een ondermijning van de rechtsstaat en de parlementaire democratie.
Wat is CETA?
Op 26 september 2014 rondden de EU en Canada de onderhandelingen af voor het Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA). Net als het handelsakkoord tussen de EU en de VS (TTIP) gaat dit handelsakkoord verder dan veel traditionele handelsakkoorden. Niet alleen worden de douanetarieven vrijwel helemaal afgeschaft, ook opent het akkoord de markten voor openbare aanbesteding, bevat het afspraken over samenwerking op over regulering, de bescherming van intellectueel eigendom, het liberaliseren van diensten, en de bescherming van investeringen.
Belangrijkste data:
Hoe verloopt de besluitvorming over CETA?
De definitieve verdragstekst is beschikbaar in het Engels. Momenteel wordt deze vertaald naar alle EU-talen. Voordat het verdrag in werking kan treden moeten nog enkele stappen doorlopen worden.
1. Voorstel van de Europese Commissie voor een besluit van de Raad van Ministers over machtiging tot ondertekening en sluiting van het akkoord
De procedure voor het sluiten van internationale verdragen door de EU is vastgelegd in artikelen 207 en 218 van het EU-Verdrag (Verdrag van Lissabon). De eerstvolgende stap wordt verwacht op 5 juli 2016 als de Europese Commissie haar voorstel presenteert voor de machtiging tot ondertekening van CETA door de Raad van Ministers. In dit voorstel moet de Europese Commissie over twee belangrijke aspecten besluiten:
Daarnaast doet de Commissie een tweede voorstel tot sluiting van het handelsakkoord namens de Europese Unie (zie punt 4 hieronder).
2. Raadsbesluit over ondertekening
De Raad van Ministers besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen over het Commissie-voorstel voor de machtiging tot ondertekening. De Raad van Ministers kan het voorstel echter ook wijzigen, maar alleen met unanimiteit.
Tijdens de laatste bijeenkomst van de ministers van Handel heeft de Raad bij meerderheid duidelijk gemaakt dat het CETA als een mixed agreement beschouwt. Dit betekent dat zelfs als de Commissie een voorstel doet om CETA als een EU-only agreement te ondertekenen, de Raad dit besluit waarschijnlijk zal wijzigen in ondertekening als mixed agreement. België heeft zich tijdens die ministerraad niet uitgesproken. Dat zullen alle landen evenwel snel moeten doen, want op 8 juli 2016 komen de Europese ministers van handel opnieuw samen en tot 15 juli kunnen zij commentaren of bezwaren uiten vooraleer de definitieve tekst naar de juridische vertaling gaat.
3. Ondertekening door de verdragspartijen
Als het Raadsbesluit is goedgekeurd kan CETA door de verdragspartijen worden ondertekend. Deze plechtigheid staat gepland voor de aanstaande EU-Canada-top op 27 oktober 2016.
4. Voorstel van de Commissie voor een Raadsbesluit tot sluiting van het akkoord
Behalve een voorstel tot ondertekening, doet de Europese Commissie ook een voorstel tot 'sluiting' van CETA door de Raad van Ministers. Alleen na goedkeuring van dit besluit is de EU wettelijk gebonden aan de CETA-tekst. Dit voorstel kwam in het geval van het handelsakkoord met Zuid-Korea tegelijk met het voorstel tot ondertekening.
Voordat de Raad het akkoord formeel kan sluiten moet het Europees Parlement daarvoor toestemming verlenen. De stemming over CETA in het Europees Parlement wordt ten vroegste in het najaar 2016 of begin 2017 verwacht. Het Europees Parlement kan de CETA-tekst niet wijzigingen, maar alleen voor of tegen stemmen.
Hoewel juridisch gezien CETA voor het grootste deel voorlopig zou kunnen worden toegepast nog voor het Europees Parlement zich erover buigt, heeft eurocommissaris Malmström toegezegd om voorlopige toepassing in principe pas te laten ingaan na de stemming in het Europees Parlement. Dan is het echter nog steeds mogelijk om grote delen van het akkoord voor onbepaalde tijd te laten ingaan voordat de parlementen van de 28 lidstaten zich erover hebben kunnen buigen. Vanuit democratisch oogpunt is dit niet acceptabel.
5. Inwerkingtreding
De volledige formele inwerkingtreding kan pas gebeuren na ratificatie door de Raad van Ministers en – als CETA inderdaad een mixed agreement wordt – door alle 28 afzonderlijke EU-lidstaten. Het EP heeft na ondertekening van het verdrag 6 maanden de tijd om een besluit te nemen.
De belangrijkste bezwaren van Groen tegen CETA
ISDS
Veruit het meest controversiële onderdeel in CETA is de mogelijkheid voor private investeerders om staten aan te klagen via zogeheten Investor to state dispute settlement (ISDS). In het verleden hebben bedrijven dankzij ISDS schadeclaims ontvangen van landen omdat private arbiters oordeelden dat wetgeving in het algemeen belang (bijvoorbeeld om consumenten, het milieu of werknemers te beschermen) van ondergeschikt belang was aan de rechten van investeerders. Het gebrek aan transparantie en het gebrek aan de onafhankelijkheid van deze rechtspraak is al veel bekritiseerd.
Na felle kritiek op deze praktijken, heeft de Europese Commissie een hervormde variant ervan geïntroduceerd onder de noemer Investment Court System (ICS). Deze hervormde variant van ISDS is opgenomen in het CETA-verdrag en dient ook als onderhandelingsinzet van de EU bij het TTIP-verdrag. De nieuwe variant van ISDS komt aan enkele zorgen tegemoet, maar lang niet aan alle zorgen:
Hier een uitgebreidere analyse van het verschil tussen ISDS en ICS.
De Europese Commissie en sommige regeringen beweren dat het recht van landen om te reguleren in het algemeen belang voldoende gegarandeerd is in CETA. Verschillende juristen wijzen er echter op dat de zogenaamde Right to regulate-bepaling in CETA geen garanties biedt. ICS-arbiters kunnen nog steeds ruim interpreteren welke regels al dan niet legitiem of proportioneel (pdf, p.9) zijn. Daardoor geeft ook de hervormde vorm van ISDS bedrijven de mogelijkheid om overheden geloofwaardig met een ICS-rechtzaak te dreigen als zij besluiten nemen die hen tegen de haren instrijken.
In de ICS-clausule van CETA ontbreekt een uitzondering om staatsobligaties als investeringen te beschouwen waardoor ook deze obligaties onderwerp kunnen worden van ICS-zaken. Als de staatsschuld van een land in financiële nood geherstructureerd moet worden, moeten de belangen van betrokkenen worden afgewogen. In VN-verband wordt er gewerkt aan internationale regels om dergelijke herstructureringen eerlijk te laten verlopen. Bij ICS wordt echter gekeken naar de eigendomsrechten van de investeerder waardoor er geen sprake is van een eerlijke afweging van alle belangen en nauwelijks aandacht is voor het publieke belang. De enige uitzondering die wel is opgenomen in de ICS-clausule van CETA is voor zogenaamde aasgierfondsen die kleine hoeveelheden (vrijwel afgeschreven) obligaties van landen in nood opkopen om vervolgens via rechtszaken proberen toch hun volledige waarde te krijgen.
Een bijkomend risico is dat Amerikaanse bedrijven via hun dochterbedrijven in Canada ICS in CETA kunnen gebruiken om schadeclaims in te dienen bij Europese overheden. Zelfs als de toegenomen weerstand ertoe leidt dat er geen TTIP-akkoord komt, maakt de EU zich zo alsnog kwetsbaar voor schadeclaims van talloze Amerikaanse bedrijven.
Artikel 30.8 (4) van het CETA-akkoord bepaalt dat buitenlandse investeerders claims kunnen indienen op basis van het investeringshoofdstuk (ICS) tot drie jaar nadat voorlopige toepassing is opgeheven. Dit betekent dat bedrijven claims kunnen indienen zonder dat nationale parlementen hier goedkeuring aan hebben gegeven. Zelfs wanneer een parlement zich tegen CETA uitspreekt, zijn claims alsnog drie jaar mogelijk nadat het Raadsbesluit voor voorlopige toepassing is ingetrokken.
Verschillende juridische experts hebben erop gewezen dat de ICS-bepaling in CETA bovendien niet verenigbaar is met het EU-verdrag, en daarom ongeldig zou worden op het moment dat het Hof van Justitie er zich over zou buigen.
Regelgevende Samenwerking
Om ervoor te zorgen dat productstandaarden en regelgeving van Canada en de EU beter op elkaar aansluiten wordt zogenaamde regulatory cooperation geïnstitutionaliseerd in CETA. Door te streven naar zoveel mogelijk overeenstemming tussen Canadese en Europese regels bestaat het risico dat belangrijke debatten en overwegingen over (toekomstige) wetgeving in het algemeen belang zich verplaatsen van democratisch gelegitimeerde parlementen naar besloten technische werkgroepen. Aangezien de directoraten Interne Markt en Industrie van de Europese Commissie verantwoordelijk worden gemaakt voor die regelgevende samenwerking, bestaat het risico dat het promoten van handel belangrijker wordt geacht dan de bescherming van consumenten het milieu of werknemers. De procedures van het regulatory cooperation-hoofdstuk bieden bovendien extra mogelijkheden voor inspraak van het bedrijfsleven om wetgeving in het algemeen belang te frustreren of te vertragen.
Liberalisering van diensten
CETA is het eerste EU-handelsakkoord dat de liberalisering van diensten tot regel maakt. Alleen diensten die expliciet uitgezonderd zijn mogen in overheidshanden blijven. Het akkoord maakt het voor overheden onmogelijk om eenmaal geliberaliseerde diensten terug in overheidshanden te brengen. Ook diensten die deels publiek en deels privaat zijn gefinancierd (zoals onderwijs, zorg, watervoorziening), komen onder liberaliseringsdruk te staan. Lokale overheden worden beperkt in hun mogelijkheden om lokale diensten te subsidiëren.
Agrarische sector
CETA zet druk op Europese standaarden in de agrarische sector. Melkveehouders, varkenshouders en pluimveehouders zijn tegen CETA omdat zij vrezen dat hormoonvlees en vlees met lagere voedselveiligheids-, milieu- en dierenwelzijnsstandaarden de Europese markt zal bereiken. Ook andere Europese boerenorganisaties vrezen voor de gevolgen voor bepaalde landbouwsectoren. Canada kent een eerder Amerikaanse industriële landbouwproductie waarmee goedkopere producten kunnen worden geproduceerd. In een vrije markt wordt het zeer dan moeilijk concurreren voor Europese boeren die wel milieuregels en meer dierenwelzijn in acht moeten nemen. Europa kent honderden streekproducten met een geografische indicatie (GI), hetgeen betekent dat die producten – van Geuze tot Roquefort – wettelijk beschermd zijn. Iemand buiten een bepaalde streek mag die producten niet ‘namaken’. Maar in het CETA verdrag blijven slechts 10% van die GI’s ook beschermd. Geen enkele van de 21 Belgische GI’s krijgt bescherming onder CETA.
Steun in de rug voor fossiele industrie
CETA kan een steun in de rug zijn voor de fossiele industrie. Er zijn sterke aanwijzingen dat de EU strengere eisen voor de regels voor de kwaliteit van brandstof heeft afgezwakt om de Canadese regering tegemoet te komen in de onderhandelingen over CETA. Via ICS en regulatory cooperation kunnen fossiele bedrijven druk blijven uitoefenen om duurzaamheidswetgeving in de EU af te zwakken.
Geen afdwingbare afspraken over duurzaamheid
CETA kent weliswaar een hoofdstuk over duurzame ontwikkeling, maar passages daaruit zijn in tegenstelling tot de meeste andere delen van het akkoord niet afdwingbaar. Handelsoverwegingen wegen daarom zwaarder in het akkoord dan de bescherming van consumenten, milieu, werknemers of dierenwelzijn.
Openbare aanbesteding
CETA beperkt de ruimte voor de EU om eisen te stellen aan openbare aanbesteding. CETA beperkt de mogelijkheden voor de overheden in Europa om in de toekomst scherpere duurzame of sociale criteria te hanteren voor de toewijzing van overheidscontracten. Terwijl zeker als het gaat om voedsel en landbouw de openbare aanbesteding nu net een manier is om duurzame en social verantwoorde productie een steun in de rug te geven.
Economische impact van CETA
CETA zou volgens de officiële impact assessment (pdf, p.55) van de Europese Commissie jaarlijks 0,08 procent aan het BBP (ofwel 12 miljard euro) van de EU moeten toevoegen. Groen vindt dat de grote risico's van CETA absoluut niet opwegen tegen deze beperkte, potentiële extra economische groei.
Wat vinden politieke partijen in het Europees Parlement?
Een krappe rechtse meerderheid van christendemocraten, conservatieven en liberalen in het Europees Parlement zijn voorstander van CETA en willen het verdrag snel ratificeren. De sociaaldemocraten steunen het streven naar een handelsakkoord met Canada, maar zijn kritisch over het onderhandelingsresultaat. De Groenen en uiterst-links zijn tegen. Ook de Eurosceptische en extreemrechtse fracties zullen naar verwachting in meerderheid tegen CETA stemmen. Veel onderdelen van CETA zijn niet in overeenstemming met de TTIP-resolutie die het EP een jaar geleden goedkeurde en waarin rode lijnen warden aangegeven.
Mogelijke obstakels voor de ratificatie van CETA