Vanuit de havens van Antwerpen en Rotterdam wordt vervuilde diesel die 400 keer de in de EU toegelaten hoeveelheid zwavel bevat uitgevoerd naar West-Afrika.
Organisaties zoals Public Eye en de Nederlandse Milieubeweging raadpleegden het Centrum voor Internationaal Milieurecht welke tot de vaststelling kwam dat dergelijke export een inbreuk vormt op het algemeen humanitair recht en het recht op gezondheid alsook op de conventies van Bazel en Bamako betreffende export en import van gevaarlijk afval.
Kan de Commissie mij meedelen:
- hoe zij tegen dergelijke praktijken aankijkt en of zij de bevindingen van het Centrum voor Internationaal Milieurecht onderschrijft?
- welke Europese maatregelen genomen kunnen worden om deze vorm van uitvoer in de toekomst te voorkomen?
Zoals de Commissie in haar antwoorden op de schriftelijke vragen E 006936/2016 en E 007643/2016 heeft verklaard, is er geen globaal juridisch kader inzake het zwavelgehalte van aardolieproducten in de internationale handel. De brandstofuitvoer uit de EU naar derde landen moet voldoen aan de nationale normen inzake zwavelgehalte van het invoerende land. Deze nationale normen zijn onderling aanzienlijk verschillend.
Volgens een juridisch advies van het CIEL is de uitvoer van brandstoffen met een hoog zwavelgehalte uit België en Nederland naar Afrika in strijd met het Verdrag van Bazel.
Het verdrag is geratificeerd door de EU en haar lidstaten en uitgevoerd door middel van de EU-verordening betreffende de overbrenging van afvalstoffen. Zowel het verdrag als de EU-verordening zijn gericht op de bescherming van de menselijke gezondheid en van het milieu bij de uitvoer van gevaarlijke afvalstoffen. Daarom moet worden bepaald of de uitvoer van de brandstoffen met een hoog zwavelgehalte betrekking heeft op "afval". Het verdrag en de EU-wetgeving definiëren "afval" op dezelfde manier. Volgens de EU-wetgeving betekent "afval" elke stof of elk voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. Dit moet per geval worden beoordeeld en kan niet worden veralgemeend. De informatie in de beoordeling van het CIEL volstaat niet voor een dergelijke feitelijke beoordeling. Indien de brandstoffen met een hoog zwavelgehalte in een concrete situatie worden beschouwd als "afval" krachtens de EU-wetgeving, dan zou de uitvoer ervan in overeenstemming moeten zijn met de EU-verordening betreffende de overbrenging van afvalstoffen, die de uitvoer van gevaarlijke afvalstoffen naar ontwikkelingslanden verbiedt.
In 2014 werden de voorschriften voor de inspecties van afvaltransporten aangescherpt om de overbrenging van afvalstoffen beter te controleren en het transport van gevaarlijk afval te voorkomen. Het is van essentieel belang dat de lidstaten doeltreffend gebruikmaken van de nieuwe voorschriften. De Commissie werkt samen met IMPEL om advies te geven bij de toepassing van die voorschriften.