Is de Commissie van plan om, via de EIB, privébedrijven in exportproductiezones (EPZ's) in Jordanië of elders (in Ethiopië?) te ondersteunen? EPZ's zijn heel vaak sociale en fiscale "rechteloze gebieden".
Is volgens de Commissie EIB-steun aan privébedrijven in EPZ's niet in strijd met het IAO-begrip "Waardig Werk" en met de opbouw van een fiscale ruimte, noodzakelijk voor de capaciteiten van de begunstigde landen om hun eigen ontwikkeling te financieren (cf. Conferentie van Addis Abeba)?
Er zijn momenteel geen plannen om privébedrijven in exportproductiezones in Jordanië of elders te ondersteunen via de Europese Investeringsbank (EIB). De EU-begroting in het kader van het mandaat voor externe leningen staat wel toe dat de EIB krediet verstrekt buiten de EU via een waarborg, ter ondersteuning van EU-ontwikkelingsdoelen zoals de ontwikkeling van de lokale particuliere sector en de sociale en economische infrastructuur, aanpassing aan klimaatverandering, en regionale integratie. Promotoren moeten de milieu- en sociale normen van de EU toepassen, net als de fundamentele arbeidsnormen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). De EIB roept haar projectontwikkelaars op initiatieven van de EU en de IAO te ondersteunen ter stimulering van de agenda voor waardig werk en de leidende beginselen inzake bedrijfsleven en mensenrechten van de Verenigde Naties.
De EU beoordeelt ook projecten aan de hand van de beginselen van behoorlijk bestuur op fiscaal vlak, zoals fiscale transparantie, gegevensuitwisseling, eerlijke fiscale concurrentie en maatregelen tegen grondslaguitholling en winstverschuiving (BEPS), op basis van de mededeling van de Commissie over een externe strategie voor effectieve belastingheffing, waarin wordt gepleit voor behoorlijk fiscaal bestuur in ontwikkelingslanden door hen bij te staan bij de uitvoering van internationale fiscale normen overeenkomstig de actieagenda van Addis Abeba en de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling.
In een andere context hechtte de EU haar goedkeuring aan een versoepeling gedurende tien jaar van de oorsprongsregels voor Jordaanse exporteurs bij hun handel met de EU in het kader van de associatieovereenkomst. Om deze oorsprongsregels te kunnen gebruiken, moet de productie plaatsvinden in een van de 18 afgesproken industriegebieden, waarbij minstens een bepaald percentage Syrische vluchtelingen als werkkrachten worden ingeschakeld (15% in het eerste jaar, toenemend tot 25% in het derde jaar). De IAO houdt onafhankelijk toezicht op deze regeling om de arbeidsomstandigheden in de betrokken gebieden te verbeteren.