AA
Waarom wij het pleidooi van Cohn-Bendit en Verhofstadt geen goed idee vinden

De ontmoetingen in het kader van de Spinelli-denktank, waar Verhofstadt en Cohn-Bendit deel van uitmaken, hebben hen blijkbaar geïnspireerd. In hun Brusselse salons ergeren zij zich aan de politieke inertie van Europese leiders en het "oplevende nationalisme", terwijl de oplossing voor alle problemen volgens hen ligt in méér Europa. Méér economische en politieke integratie. En dan, surprise, snel doorgroeien naar het ultieme doel: de Verenigde Staten van Europa. De schuld van alle kwaad wordt gelegd bij de natiestaat en het tekort aan daadkracht van de Europese Raad en de Europese Raad van Ministers. De Europese Commissie moet snel omgevormd worden tot een heuse Europese regering, gecontroleerd door een Europees Parlement met versterkte bevoegdheden en de Europese Raad van staatshoofden en regeringsleiders is volgens beiden niets anders dan "het syndicaat van de nationale belangen”.

Op het eerste zicht kunnen wij het in principe best eens zijn met een heel aantal politieke vergezichten die Verhofstadt en Cohn-Bendit in hun boek verdedigen. Het klopt dat de Europese Unie heel vaak ten onrechte met de vinger wordt gewezen. Het klopt dat enkel als Europa ook op economisch en politiek vlak een eenheid vormt, wij met enige kans op slagen, onze waarden en uitgangspunten wereldwijd op tafel kunnen leggen. Het klopt dat de regeringen van de lidstaten te vaak een remmende factor zijn. Het klopt dat een op zichzelf gekeerd nationalisme absoluut verderfelijk is. Het klopt dat de toenemende multiculturele aard van steden en staten geen bedreiging inhoudt voor mensen of voor samenlevingen. Het klopt dat in de toekomst alleen een federaal Europa in de wereld zal meetellen.

De cruciale vraag is en blijft echter of je na analyse van wat er in de Europese Unie fout loopt (het waarom en het hoe) op dit moment louter moet blijven hameren op méér Europa? Want het méér waar Guy en Dany op hameren - het laten verdampen van de natiestaat en het uitroepen van de Verenigde Staten van Europa - is misschien een lonkend perspectief, maar blijft hoe dan ook een verre droom. Ja, een federaal Europa is nodig, maar dit zullen wij nooit bouwen zonder of tegen de lidstaten en hun regeringen. Cruciaal blijft ook de vraag: welk Europa? Verhofstadt zegt mensen te willen verenigen los van elke ideologie. Maar praten over Europa gaat over inhoud en het maken van politieke keuzes. Zo neutraal is dat allemaal echt niet.

Een ander Europa

Vanuit een groen, sociaal en ecologisch standpunt is het erg belangrijk ook te hameren op een "Ander Europa". Een Europa dat investeert in sociaal beleid en armoedebestrijding. Een Europa dat minimale sociale standaarden afdwingt, in plaats van alleen maar een begrotingsevenwicht. Een Europa dat vecht tegen fiscale fraude en belastingparadijzen in Europa, fiscale concurrentie stopt en de vennootschapsbelastingen harmoniseert. Een Europa dat de macht van de financiële sector terugneemt. Een Europa dat zich niet langer louter laat dirigeren door lobby's en vrije markt-mantra's. Een Europa dat niet langer een neoliberaal en conservatief project is.

De Europese instellingen zijn immers niet onzijdig. Ze worden bevolkt door mensen met ideeën en overtuigingen. Voor het ogenblik voeren jammer genoeg net degenen met een duidelijk neoliberale en conservatieve inhoud de boventoon in de Europese Raad, de Raad van Ministers, de Europese Commissie en het Europees Parlement. Het Europese debat is niet neutraal: het gaat over ideologische keuzes. En daar staan groenen en liberalen vaak lijnrecht tegenover elkaar!

Méér Europa met nog méér neoliberale hegemonie, dat hoeft echt niet. Want de oplossingen die de meerderheid van conservatieve, christendemocratische en liberaal-democratische politieke partijen voorstellen voor de grote crisissen (financieel-economisch, klimaat, grondstoffen, ongelijke verdeling, onrechtvaardigheid, …) duwen ons nog verder de put in.

Europa is ideologie

De vraag is en blijft dus: wélk Europa bouwen we uit? Dát moet het debat zijn voor linkse en progressieve Europeanen. Een debat dat best langs ideologische breuklijnen loopt en niet netjes binnen het neoliberale gedachtegoed, dat al decennia lang het leidmotief is van Europa. De opdracht van groene en progressieve politici moet dus niet enkel zijn obligaat te schreeuwen om méér Europa, méér van hetzelfde, maar wel waarom en hoe we het logge moederschip Europa beetje bij beetje drastisch van koers laten veranderen.

De meeste burgers in Europa zijn beslist geen anti-Europeanen, maar het leger van ontgoochelde Europeanen groeit wel met de dag. Ze hebben - soms terecht, soms onterecht - het gevoel dat Europa lang niet altijd hun belangen verdedigt, maar wel hun landbestuur en uiteindelijk ook hun regio- en gemeentebestuur een draconisch sociaaleconomisch beleid opdringt. Een beleid dat neerkomt op louter besparen, zeker met een in de Grondwet verankerde golden rule, van eeuwig begrotingsevenwicht.

Opkomen voor gewone burgers

Veel Europese burgers hebben een terecht gevoel van onzekerheid en een gebrek aan vertrouwen in Europese elites. Daar gaan Cohn-Bendit en Verhofstadt maar al te snel aan voorbij. Alleen maar de nationalisten en populisten de schuld geven van groeiend euroscepticisme is al te gemakkelijk. Zolang Europa niet veel vaker, heel concreet laat zien hoe het voor de belangen van gewone burgers opkomt, zolang zal het 'eurocentrisme' of 'euronationalisme' van Verhofstadt en Cohn-Bendit het populisme en het egocentrisch nationalisme alleen maar versterken.

Daarom is er nood aan een Europa dat vertrekt vanuit gedeelde waarden als solidariteit, herverdeling, samenwerking en verantwoorde duurzaamheid. Meer federalisme is zeer zeker nodig om de financiële industrie te controleren en om een echte fiscale integratie te kunnen verwezenlijken onder democratisch controle. Maar er is echt meer nodig want Europa heeft ook andere katten te geselen om de vertrouwensband met haar burgers te herstellen.

Europa talmt. Europa treuzelt. De Europese leiders van hoofdzakelijk christendemocratische en/of liberale strekking brengen geen hoopvolle uitweg uit de problemen. Burgers horen alleen maar dat er bespaard, bespaard en bespaard moet worden. Burgers die een ander Europa willen moeten dus kiezen voor andere leiders.

Sta op Europa, schrijven Cohn-Bendit en Verhofstadt, maar het kan niet het Europa zijn van de ultraliberale ideologie.

Dat is ons Europa niet. First things first! Willen we dus eerst aan dat "andere Europa" werken?

Bart Staes
Europees Parlementslid Groen

Philippe Lamberts
Europees Parlementslid ECOLO
Co-voorzitter Europese Groene Partij

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?