AA
Vieren we Europa met Schuman-dag of Europese boemandag?


Vandaag is het 9 mei en dus “Europadag”, de dag waarop we herdenken dat een moedig Frans politicus (niet Emmanuel Macron, maar Robert Schuman, de in Luxemburg geboren Franse minister van Buitenlandse Zaken) de basis voor de huidige Europese Unie legde door de basisindustrieën van Duitsland en Frankrijk aan elkaar te koppelen en zo oorlog te voorkomen. Een heel vrolijk Europa-feest zal het vandaag helaas niet worden. Hoogstens het feest der onverschilligheid. En dat is voor een ondanks alles nog steeds overtuigd pro-Europees politicus als ikzelf een tamelijk trieste vaststelling. Want hoewel het met de Europese Unie op vele vlakken anders moet en kan, zonder een stevige Europese samenwerking verliezen we allemaal.

Volgens sommigen is er al een tijdje reden voor optimisme. Er is weer economische groei. Er staat geen land aan de rand van het bankroet en de vermeende vluchtelingencris is mede dankzij samenwerking met dubieuze regimes in Turkije en Libië even onder controle. Professor Hendrik Vos stelde onlangs dat de er in de EU al even een gevoel heerst dat er geen crisissfeer hangt. Volgens hem is dat niet noodzakelijk een goede zaak omdat Europa – zo leert de ervaring inderdaad – vooral stappen vooruit zet in tijden van crisis en hoge politieke druk.
Terwijl de Belgische politiek zich vooral onledig houdt met wel of geen handen schudden van een bruid aan de bedienaar van de burgelijke stand, verkeert de EU wel degelijk in een soort van existentiële crisis. Alleen willen velen die crisis liever niet zien.

De crisis-onder-de-radar bestaat uit drie sleutel-elementen:

1. Het feit dat er lidstaten als Polen en Hongarije zijn die afglijden naar een illeberale toestand. Ze steken hun middenvinger op naar de EU als ze erop gewezen worden dat ze de afspraken die werden gemaakt toen ze lid werden van de Europese club pertinent schenden. Wél nemen ze graag de Europese subsidies in ontvangst. Ze behoren zelfs per hoofd van de bevolking tot de grootste ontvangers. Commentator Timothy Garton Ash, docent Europese studies aan de universiteiten van Oxford en Stanford) stelde onlangs nog terecht dat het “een fundamentele uitdaging (is) voor iedereen die vindt dat de EU de waarden van de liberale democratie moet vertegenwoordigen: het pluralisme, de rechtsstaat en de vrije meningsuiting. Als de Unie die waarden niet in eigen huis verdedigt, kan ze die buiten haar grenzen niet geloofwaardig bepleiten.”

Moet de EU in het kader van grensbewaking en het managen van migratie  politieke afspraken maken met bijvoorbeeld Afrikaanse regeringen? Met Turkije? Heeft de EU daar nog geloofwaardigheid? Ik laat u de vraag zelf beantwoorden.
Garton Ash maakt treffend duidelijk dat er een politieke strijd wordt gevoerd over de toekomst van  Europa: “De antiliberale populisten exploiteren de oude tegenstelling tussen het Europa van de waarden en het Europa van het geld. Die tegenstelling loopt als een rode draad door de eenmaking van Europa. De waarden worden verdedigd door de Raad van Europa, het Europese Hof voor de Rechten van de Mens en tot op zekere hoogte door de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa.”

Volgens Ash wordt “het geld vertegenwoordigd door de Europese Unie, die als een economische gemeenschap begonnen is. Al decennialang tracht men de waarden in die economische gemeenschap te injecteren. Dat werkt goed om het gedrag van landen die willen toetreden te beïnvloeden. Maar zodra een land als Hongarije lid is van de Unie, ontdekt het snel dat het min of meer straffeloos zijn zin kan doen.”
Dat is inderdaad de essentie van waar groene en progressieve poltiieke partijen al decennialang voor strijden : het injecteren van waarden in die economische gemeenschap. Door op te komen voor mensenrechten, milieubescherming en sociale rechten van werknemers de noodzakelijke correcties aanbrengen in de eengemaakte, geglobaliseerde markt.

2. In de tweede lijn staan de democratische rechts-conservatieve partijen die steeds minder Europa willen en dus jusit niet willen wat in de vorige zinnen beschreven werd. Zij staan voor een neoliberaal Europa dat zo min mogelijk bescherming biedt en - ondanks alle recente ervaringen zoals bijvoorbeeld de crisis van  tien jaar geleden  - de zegeningen van de vrije marktwerking willen laten spelen.
Euroscepticisme wordt hoe langer hoe meer verpakt als “eurorealisme” en wordt zo steeds meer mainstream in de Europese politiek. De sinds de Tweede Wereldoorlog moeilijk bevochten wil om samen te werken en soevereiniteit over te dragen aan een supra-nationaal niveau (de EU) om internationaal meer gewicht in de schaal te kunnen leggen en conflicten en oorlog te voorkomen door onze lotsbestemming aan elkaar te verbinden, wordt laagje voor laagje afgeschraapt. Landen als Nederland en Oostenrijk voegen zich onder electorale druk van eurosceptische en nationaal-populistische partijen steeds meer in het eurosceptische vaarwater. Bij ons speelt de N-VA die rol. Als zij samen met de anti-liberale politici als Viktor Orban en Jaroslaw Kaczynski meer terrein winnen, dan zal dat op termijn leiden tot nog meer ontgoocheling bij Euopese burgers en nog meer euroscepticisme.  

Partijen als de N-VA sturen aan op het “afpakken van bevoegdheden” van Europa en het hernationaliseren van Europees beleid. Dat klinkt misschien leuk en stoer maar in de praktijk slaat het meestal nergens op. Het is niet slecht om te kijken naar waar subsidiariteit moet spelen en waar landen beter zelf beleid maken. Maar: ten eerste gebeurt dat nu al en ten tweede is het effect van dat hernationaliseren desastreus. Neem landbouwbeleid, een anker van de Europese samenwerking, waar de N- VA hernationalisering wil. Ik uit al vele jaren kritiek op het EU-landbouwbeleid en doe hervormingsvoorstellen, maar de N-VA piste is een ramp in wording omdat de volksgezondheid en milieu-aspecten van landbouw groot zijn. Je kan die ‘niet-economische’ en dus kwetsbare waarden binnen een eengemaakte markt alleen op Europese schaal organiseren.

Dit soort fundamentele discussies over de toekomst van Europa zullen zich de komende maanden kristalliseren in de debatten over de Europese meerjarenbegroting die vorige week door de Europese Commissie werd voorgesteld.

3. De staat in de Europese staat, zijnde de rol van de grootste politieke familie in Europa, de christendemocratische EVP, is cruciaal. Ze hebben bijna alle topposities van alle belangrijke instellingen in handen en drukken daarmee een stempel op de nabije toekomst van de EU. Die stempel zal duidelijk niet de ecologische en duurzame transitie zijn die Europa nodig heeft. Onder het mom van economische groei en werkgelegenheid kiest de EVP heel vaak voor de conservatieve, kortetermijn belangen van de private sector (ook al vraagt die soms zélf om gedurfde ecologische hervormingen). De EVP wil die machtspositie koste wat het kost behouden.     

Zoals Garton Ash opnieuw terecht schreef is het wel goed dat er in het kader van de nieuwe begroting van de EU wordt “gedacht aan de koppeling tussen het geld dat Brussel uitdeelt en de eerbied voor de rechtsstaat. De EU-begroting 2021-2027 die de Europese Commissie vorige week heeft voorgesteld, bevat een interessante procedure: als het rechtsstelsel van een lidstaat ‘algemene tekortkomingen’ vertoont, kan de EU de geldkraan dichtdraaien. Die maatregel zou slechts een gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten vereisen, zodat Polen en Hongarije geen veto zouden kunnen stellen.

Dat is inderdaad een zeer correcte en goede piste. Maar die zal nog jaren op zich laten wachten, zelfs als de landen uit categorie 1 en 2 al zouden instemmen. Dus bepleit Garton Ash veel snellere maatregelen om de EU geloofwaardig te houden. Het betekent ondermeer dat de EVP de Fidesz partij uit de EVP kegelt.

Al jaren spreken we onze christendemocratische collega’s aan op de aanwezigheid van corrupte en anti-democratische politici als Orban en Berlusconi  in hun midden. , Het antwoord is steevast dat “het beter is dat we Orban erbij houden, want zo kunnen we hem beïnvloeden.” Het werkelijke antwoord is: “We doen niks want we willen de grootste blijven.”

Garton Ash betwijffelt dat de EVP van binnenuit Orban kan veranderen: “Ze blijven  de klassieke illusies van de concessiepolitiek cultiveren: ze spelen schaak tegen een kickbokser. Daar is geen tijd meer voor. Het gevaar is te dringend. Als Polen het Hongaarse voorbeeld volgt, zal een groot deel van Centraal-Europa bezwijken voor het sluipende autoritarisme – en zal dat binnen de Europese Unie gebeuren.”

Uit liefde voor Europa, mevrouw Thyssen en mijne heren Belet, Peeters en Beke: doe iets ! Stop de hypocrisie!

Bart Staes

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?