Aangezien parlementsleden ook maar mensen zijn, kunnen zij soms ook gewoon gelukkig zijn met het resultaat van hun werk. Ik was vanmorgen erg blij met het resultaat van de stemming over een kritisch rapport van mijn hand over het beoogde vrijhandelsakkoord TTIP tussen de VS en de EU. De Commissie Milieu, Volksgezondheid en Voedselveiligheid (ENVI) van het Europees Parlement keurde vanmorgen met een zeer ruime meerderheid mijn rapport goed en geeft daarmee een duidelijk signaal aan de onderhandelaars van de Europese Commissie en de Amerikaanse regering. De TTIP-onderhandelingen zijn gecontesteerd omdat dit verdrag vérstrekkende gevolgen kan hebben op hoe we in de EU onze voeding produceren en hoe we landbouw organiseren. Maar ook hoe we omgaan met chemische middelen, met regelgeving rond pesticiden, informatie aan consumenten, met nieuwe technieken als het klonen van dieren.
Daarom was het zo belangrijk dat net de milieucommissie een duidelijk standpunt innam. Immers, het is in deze commissie dat de afgelopen decennia stevige Europese wetgeving tot stand kwam inzake voedselveiligheid, milieubescherming en volksgezondheid. Dankzij de steun van alle fracties heeft de milieucommissie aan de Europese en Amerikaanse onderhandelaars vandaag duidelijk gemaakt dat zij op deze beleidsterreinen geen compromissen kunnen sluiten in naam van vrijhandel. Vrijhandel is geen doel op zich, maar slechts een middel om welzijn te bevorderen. En dat betekent impliciet ook de bescherming van ecosystemen, van de volksgezondheid, dierenwelzijn, een duurzamer gebruik van grondstoffen, enzovoort.
Ik had de laatste weken zodanig onderhandeld dat ik wist dat ik over een aantal essentiële kwesties zeker een meerderheidssteun van verschillende politieke fracties had, maar dat 59 collegae voor mijn rapport zouden stemmen (slechts 7 Britse conservatieven en één extreemrechtse collega stemden tegen, met 2 onthoudingen), dat had ik niet echt verwacht. Politiek labeur loont soms. Al was het bij momenten wandelen op een slappe koord om compromissen te sluiten zonder onze groene kritische houding te verloochenen.
Maar de ENVI commissie heeft nu dus een aantal stevige rode lijnen in het zand getrokken. Zo krijgt het fel bekritiseerde arbitragemechanisme ISDS, waarbij investeerders wetgeving van landen kunnen aanklagen bij geprivatiseerde rechtbanken, geen genade. Het goedgekeurde rapport stelt, net als de UNCTAD al eerder vaststelde, dat het nu net milieubeleid en gezondheidsmaatregelen zijn die het meest worden aangeklaagd door bedrijven via het ISDS mechanisme.
Nog enkele sleutelcompromissen uit het goedgekeurde ENVI rapport:
Het fel bediscussieerde vrijhandelsakkoord tussen de VS en de EU kan vérstrekkende gevolgen hebben voor de manier waarop wij ons voedsel in Europa produceren en hoe we omgaan met bijvoorbeeld chemische stoffen. Er zijn maar weinig beleidsdomeinen met zo een directe impact voor mens en planeet, en toch is voedselveiligheid gedurende lange tijd genegeerd in het debat over TTIP. Daarom organiseerde ik in samenwerking met de Europese Groene fractie in het Europees Parlement (samen met enkele organisaties: ARC2020, Compassion in World Farming, Corporate Europe Observatory, Eurocoop, European Coordination Via Campesina, European Milk Board, Friends of the Earth and Slowfood) op 10 december 2014 een conferentie en debat getiteld "TTIP talks - What's Cooking? - Perspectives on Food and Farming". Nu hebben we eveneens een rapport gepubliceerd waarin de kernboodschappen van de conferentie beknopt en overzichtelijk worden weergegeven.
Deze publicatie komt er tijdens een cruciale fase in het Europese Parlement waarin verschillende parlementaire commissies stemmen over hun hun standpunt over TTIP. Deze verschillende standpunten zullen worden opgenomen in één rapport door de parlementaire commissie International Handel, die de leiding heeft in de voorbereidingen van deze allereerste parlementaire opinie over TTIP. Hierover zal hoogstwaarschijnlijk gestemd worden in mei tijdens de plenaire vergadering in Straatsburg.
Het rapport dat nu door de Europese groenen is gepubliceerd toont de noodzaak voor een kritische en duidelijke positie vanuit het parlement over TTIP. Het is hoog tijd om kritische kanttekeningen te maken bij de goed-nieuws-show die ons wordt voorgeschoteld door de Europese Commissie en de lobby's van Business Europe en anderen.
Omdat het doel van dit EU-VS vrijhandelsakkoord is de niet-tarifaire barrières (NTBs) in de handel tussen de twee handelspartners te doen verdwijnen, kan het effecten hebben op de manier van produceren en consumeren aan beide kanten van de Atlantische Oceaan. In gewone mensentaal betekenen NTB's de democratisch afgesproken standaarden met betrekking tot voedselveiligheid, milieu- en consumentenbescherming en volksgezondheid. TTIP is geen traditioneel vrijhandelsakkoord - dat normaal over het verlagen van tarieven gaat - omdat het veel verder gaat dan het louter afschaffen van de taksen en tarieven aan de grenzen.
Enkele vraagstukken die tijdens de conferentie bekeken zijn en in het rapport beschreven staan:
Meerdere studies, aan de hand van verschillende economische modellen, hebben de impact die TTIP zou kunnen hebben op de werkgelegenheid en groei berekend, met grote variatie in de geschatte impact als gevolg. Sommige studies beloven meer jobs, andere juist veel minder. Er is echter heel weinig onderzoek verricht naar de specifieke impact op landbouw en voedsel, hoewel meerdere rapporten stellen dat vrijhandelsakkoorden meestal geen gunstige invloed hebben, op de voedselkwaliteit en voedselpatronen. En géén van de onderzoeken heeft ooit adequaat de impact op de bredere socio-economische aspecten met betrekking tot milieu bekeken.
De TTIP conferentie "TTIP talks - What's Cooking? - Perspectives on Food and Farming" toonde aan dat er een breed gedragen overeenstemming is tussen het maatschappelijk middenveld, leden van het Europese Parlement, burgers, respondenten van de Europese Commissie en vertegenwoordigers van de VS, dat het voedseldebat belangrijk is en moet worden verdergezet.
Daarnaast bestaat er een brede consensus tussen middenveld organisaties dat standaarden en de bescherming van consumentenbelangen, milieu en volksgezondheid niet beslecht mogen worden binnen een handelsakkoord. Het is onverantwoord ze te bestempelen als 'technische barrières voor handel'. Misschien zijn de milieuwetten wel de meest democratische van alle Europese wetgeving, omdat ze zo moeizaam tot stand kwamen en zo door alle fracties onder de loep zijn genomen. Ze zomaar langs de kant schuiven is alles behalve democratisch. Dit debat is een startschot voor de ontwikkeling van een alternatief kader voor de handel in voedsel en landbouwbeleid. Een beleidskader dat de rechten van burgers en landbouwers zowel in de EU als de VS respecteert in hun doel een duurzaam voedingssysteem te ontwikkelen.
Zij die ons "alarmisten" noemen omdat we waarschuwen voor TTIP-achtige vrijhandelsakkoorden dwalen rond in hun neoliberale wereld met oogkleppen dan wel tunnelvisie. Zoals Lucebert ooit schreef is "alles van waarde weerloos". Het is dus de taak van politici om daar enige regelgevende bescherming voor te bieden.
Bart Staes