AA
Naar een ambitieus en ecologisch plan voor meer eiwithoudende gewassen in de EU


Dat we teveel vlees consumeren is stilaan bekend. Dat de vleesindustrie zoveel druk zet op onze planeet allicht minder. We eten en exporteren zoveel vlees en zuivelproducten en importeren zoveel soja als voeder, dat we al een aanzienlijk deel van het regenwoud hebben opgesoupeerd. 75% van de invoer komt uit Zuid-Amerika, vooral uit Brazilië en Argentinië, waar soja als monocultuur op grote schaal gekweekt wordt. Hoofdzakelijk genetisch gemanipuleerd én sterk pesticide-afhankelijk.

Intussen is in de Europese Unie amper 3% van de landbouwoppervlakte bestemd voor eiwithoudende gewassen. Reken daar nog bij dat de EU in 2014 een tekort aan proteïnen had van 20,8 miljoen ton (1), een aantal dat jaarlijks toeneemt, en het is duidelijk dat dit over meer gaat dan handel.

Honger naar soja

De oorsprong van het grote onevenwicht tussen de behoefte aan eiwitten en de productie ervan ligt in de jaren '60 van de vorige eeuw, toen de EEG en de VS een akkoord sloten, waarbij Europa aanvaardde om soja en andere eiwithoudende gewassen uit de VS taksvrij in te voeren. In ruil zou de VS ons graan opkopen. Deze situatie werd bevestigd in 1992 met het GATT (General Agreement on Tariffs and Trade).

Die commerciële deal had serieuze gevolgen, vooral voor consumenten en boeren over de hele wereld, maar ook voor het milieu. Het uitgangspunt veroorzaakt namelijk verre transporten, van grote hoeveelheden gewassen over zee, met watervervuiling en klimaatverandering tot gevolg. Het heeft ook een enorme impact, zoals recent nog is aangetoond in een rapport van de ngo Mighty Earth, op de landen die deze gewassen produceren, denk aan Brazilië en Argentinië.  
De genetisch gemanipuleerde soja wordt immers veelvuldig behandeld met pesticiden en herbiciden, waardoor grondwater vervuilt en de bodem, de biodiversiteit verdwijnt en ontoelaatbare ziektes veroorzaakt bij boeren en de lokale bevolking. Onze grote drang naar soja leidt ook tot verdere, en helaas recent terug een snellere, vernietiging van het regenwoud, maar ook tot landroof én dus, het schenden van mensenrechten.

Wat Europa nalaat

Deze kwestie ligt al langer op de Europese tafel, maar geraakt niet opgelost. In 2011 was er nog een verslag in het Europees Parlement over het eiwittekort en mogelijke oplossingen, maar het baatte niet. Het toelaten van de teelt van eiwithoudende gewassen in ecologische focusgebieden in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), heeft wel voor een lichte toename gezorgd, maar het blijft allemaal nogal ondermaats.

Ook met de Groenen pleiten we al sinds 1992 om dit grondig aan te pakken. Nog voor de vorige hervorming van het GLB drongen we bij de Europese Commissie aan op het opmaken van een eiwittenplan. In de financiële Omnibusregeling dienden we een concreet voorstel in, dat uiteindelijk leidde tot een rapport dat deze week is gestemd in Straatsburg.

Een concreet plan voor eiwitten

Tot onze grote ergernis liet de landbouwcommissie van het Europees Parlement zich inpalmen door de agro-brandstoffen- en pesticidenlobby en holde de tekst uit op enkele cruciale punten. Toch stemde ik voor omdat het rapport de noodzakelijke transitie naar meer agroecologie belicht, met inbegrip van lokale productie en ggo-vrije landbouw. Het roept ook op om eiwithoudende gewassen beter te subsidiëren als vrijwillige gekoppelde steun of binnen de vergroeningsmaatregelen.

In concreto zal de Europese Commissie strengere regels opleggen, zoals de verplichte vruchtwisseling van minimum drie jaar met niet-genetisch-gemanipuleerde eiwithoudende gewassen (bijv. lupine, erwten, veldbonen, kekererwten, luzerne, klavers…). Een goede zaak, want dat betekent een win-win-win voor boeren, bodem, klimaat en natuur. Maar de Commissie zal ook toelaten dat vlinderbloemigen in grasland worden gezaaid, dat er meer ondersteuning komt voor de opslag en verwerking van dit soort gewassen, er komen maatregelen ter bevordering van de teelt van eiwithoudende gewassen op de boerderij of plaatselijk (zoals in de biologische landbouw), en tot slot komt er duidelijke ondersteuning voor onderzoek naar eiwithoudende gewassen.

Al bij al dus een verbetering van de huidige situatie. 

Het kan nog beter

Er zijn wel enkele kanttekeningen te plaatsen. De agro-brandstoffen- en pesticidelobby hebben duidelijk de pen vastgehouden in bepaalde passages. Ze zien vooral heil in grote monoculturen voor soja en oliehoudende gewassen in Europa, maar voor de Groenen gaat die vlieger niet meer op.

Het rapport spreekt - om de nefaste gevolgen op het milieu en de gezondheid te beperken - over duurzame invoercriteria opleggen bij de productie in Zuid-Amerika. Dat kan nog lastig zijn: over welke criteria hebben we het precies? Wie gaat die controleren? Een alternatieve maatregel zou kunnen zijn om vlees, zuivelproducten en eieren die geproduceerd zijn met ggo's te labelen, zodat consumenten een bewuste keuze kunnen maken. Dat zou meteen ook de transparantie ten goede komen en de meest vervuilende methodes uitroeien.

Als we praten over meer eiwithoudende gewassen in Europa, dan bedoelen we natuurlijk niet dat we de vervuilende methodes die ermee samen gaan moeten overnemen. De hoeveelheid chemische producten die gebruikt wordt, moet dus drastisch verminderen.

De koe in de kamer

Wat betreft de agro-brandstoffen is het laatste woord nog niet gezegd. Het heeft uiteraard geen zin om eiwithoudende gewassen voortaan in te zetten voor de productie van brandstoffen, als de basisgedachte is dat we vruchtbare grond moeten gebruiken om onszelf te voeden, niet onze machines, en dus bij voorkeur meer groenten telen dan vlees. Als we vraag en aanbod beter op elkaar willen afstemmen, zullen we ook onze vraag moeten aanpassen.

Dat betekent dat we het ook moeten hebben voor de olifant - of moeten we zeggen de koe - in de kamer: de totale consumptie van vlees in de Europese Unie bedraagt ongeveer 65 kg per jaar per capita en overstijgt ruimschoots de aanbevolen hoeveelheid voor wat gezond of noodzakelijk is. Overtollige voedingsstoffen vervuilen het water en het overmatig gebruik van vruchtbare grond zet onnodige concurrentie op het telen van menselijke voeding. Het omzetten van tropisch regenwoud of savanne zet ook druk op het belang van bossen voor koolstofopslag. We zijn niet tegen vlees, maar wel tegen de manier waarop het geproduceerd wordt: minder vlees van betere kwaliteit, geproduceerd met zorg voor het welzijn van de dieren, gevoed met plaatselijke voeders, binnen de draagkracht van het milieu. Daar gaat het over!

Vijf voor twaalf?

Over enkele dagen sturen we nog maar eens een brief aan Europees Landbouwcommissaris Hogan om te pleiten voor een omslag van onze chemische, voornamelijk op vleesproductie gestoelde landbouw naar een meer duurzame, eerlijke agro-ecologie. Binnenkort staat immers de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid op de agenda, en het is meer dan vijf voor twaalf.

Onze eigen voorstellen kun je beluisteren via de podcastserie De boer op met Bart.

[1] The EU consumption of protein crops minus what it produces, plus what it exports

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?