AA
'McSanto' versus 'Bio'

Strijd voor duurzame landbouw en gezond voedsel is hét cruciale gevecht

Alsof de duvel ermee speelde - of was het goddelijke voorzienigheid? - uitgerekend op 29 mei, oftewel de dag dat in Wetteren de 'Groote aardappeloorlog' uitbrak (en nadien het debat over GGO's, wetenschappelijk onderzoek en landbouw) werd in Antwerpen door Oikos het boek 'Wel varen zonder groei - Concrete ideeën voor een groene economie' gepubliceerd op het jaarlijkse Groenboek. In dat bijzonder inspirerende boek, publiceerde ik mijn visie op hetgeen naar mijn mening de echte discussie achter Wetteren moet zijn.
Als er één terrein is waar de komende jaren een beslissende strijd om een duurzame en leefbare toekomst zal worden gevoerd, dan is dat het platteland. Want het werd de voorbije decennia pijnlijk duidelijk dat bij de voedselproductie de leidende gedachte en de vicieuse cirkel van steeds groter, steeds efficiënter en alsmaar goedkoper produceren op steeds nadrukkelijker natuurlijke en sociale grenzen stuit.

De geschiedenis van het Europese landbouwbeleid - goed voor 42% van de Europese begroting van grofweg 130 miljard euro (maar slechts 0,38% van het BNP van de EU27) - is er één van lachen en huilen. Positief was de idee van de grondleggers: ervoor zorgen dat Europese burgers nooit meer honger moesten lijden. De pijnlijke ervaringen met 'de hongerwinter' in de Tweede Wereldoorlog waren een drijvende kracht voor het ontwikkelen van het Europese landbouwbeleid. Maar dat dit beleid een halve eeuw later zowat aan het eigen succes dreigt te bezwijken, kan je goed illustreren aan de hand van een tot de verbeelding sprekend cijfer: Vlamingen gooien jaarlijks 500.000 ton voedsel weg.

Voedsel is in onze contreien alomtegenwoordig, massaal verkrijgbaar en - denk aan de fastfoodcultuur met McDonald’s als marktleider - een goedkope sluitpost geworden, maar veel landbouwers houden het hoofd amper boven water. In veel ontwikkelingslanden is voedsel nog steeds te duur en is 70 procent van zij die honger lijden zelf boer.

Voorts kenschetst het Europese landbouwbeleid zich de laatste 25 jaar aan de hand van een soms bijna luguber lexicon: boterbergen, melkplassen, hormonengebruik in de veeteelt en bijbehorende criminele handelingen, wereldwijde ontbossing voor de productie van veevoer, Europese exportsubsidies die Afrikaanse keuterboeren kapot concurreren, snel verdwijnende boerenbedrijven op het Europese platteland (thans nog 28.000 land- en tuinbouwers in België, veertig jaar geleden waren het er nog 120.000), steeds goedkoper voedsel, steeds grotere milieuvervuiling, varkenspest, dolle koeien, dioxinecrises en toenemende resistentie tegen antibiotica.

Het is een even deprimerende als bekend lange waslijst met problemen van het Europese (en ook Amerikaanse) landbouwbeleid. Rode draad daarbij was en is dat hoe meer de landbouw aan de keiharde economische wetten van de internationale markten moest beantwoorden, hoe slechter het liep. Het antwoord hierop, de hoogmoed van de mens in de vorm van nog grotere en intensievere productie via technologieën als genetische manipulatie van landbouwgewassen, gekloonde dieren en volledig gemechaniseerde landbouw en veeteelt, lijkt te leiden tot een enorme paradox. En een voedsel- en landbouwcrisis.

Het vooruitgangsprincipe via economische groei als leidend beginsel, leidt ook hier schipbreuk. Meer kapitaal, meer externe input en het intensiveren en opdrijven van de landbouwproductie, zouden de bomen tot in de hemel doen groeien. Maar zoals de befaamde landbouwprofessor Jan Douwe van der Ploeg van de universiteit Wageningen schreef, is landbouw een coproductie tussen arbeid en de levende natuur die in nauwe relatie staat met de samenleving. En er is sprake van een landbouwcrisis wanneer één of meerdere van deze relaties ontwricht zijn. Louis De Bruyn van Terra Reversa schrijft in dit verband dat de crisis die vandaag de landbouw treft wereldwijd is en zowel economische, ecologische als sociaal-culturele dimensies heeft. Ze gaan alle gepaard met een verlies van autonomie.

Goedkope biefstuk-friet
De problemen die de landbouwcrisis kenmerken zijn intussen even gekend als dramatisch. Enorme productievolumes in de landbouw én stijgende voedselprijzen, maar steeds meer boeren zowel in arme als rijke landen die het hoofd niet boven water kunnen houden. Er wordt op 40 procent van het aardoppervlak ruimschoots voldoende voedsel geproduceerd om twee maal de wereldbevolking te voeden, maar het aantal chronisch hongerenden stijgt. Van de ruim een miljard mensen die honger lijden is tweederde boer.
Een groeiende wereldbevolking - mogelijk negen miljard mensen in 2050 - en tegelijk een voedselproductie die onder druk staat door degradatie van ecosystemen en de gevolgen van klimaatverandering.

De jongste maanden bereiken de voedselprijzen weer record na record. Het financieel speculeren op beurzen met basis(landbouw)grondstoffen heeft daar toe bijgedragen. Speculatief gedrag blijkt goed voor bijna 50% van de recente prijsstijgingen. Dat zijn dus geen natuurwetten of ingrijpen van een onzichtbare hand, het zijn winstgedreven besluiten van mensen. Het Europees Parlement steunde daarom begin 2011 de conclusies van Olivier De Schutter die als speciale VN-rapporteur voor het recht op voedsel de nefaste houding hekelt van de grote institutionele investeerders, zoals hefboom-, pensioenfondsen en investeringsbanken. De Schutter beschrijft genadeloos hoe deze instellingen met hun bewegingen op de derivatenmarkten de prijsindexen van grondstoffen beïnvloeden. Ook Boerenbond-voorzitter Piet Vanthemsche keert zich nu zich voluit tegen speculatie met voedselgrondstoffen. Terecht ook keerde de Boerenbond zich tegen IKEA dat in het voorjaar van 2011 biefstuk-friet aanbood voor 2,5 euro.

De toestand valt niet te onderschatten: de index van de voornaamste basisvoedingsmiddelen van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) steeg tegen april 2011 al acht maanden op rij, tot op de recordniveaus van 2008. Dat leidde in 2008 al tot sociale onrust en politieke instabiliteit in vele landen. En nu weer, want hoge voedselprijzen waren naast politieke en sociale onderdrukking, een belangrijke factor voor de onrust in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. In Europa en de VS spenderen mensen gemiddeld zo'n 8 procent van hun budget aan eten. In Tunesië en Egypte is dat ruim dertig procent. Elke prijsverhoging van basisvoedsel, voelen miljoenen mensen direct in hun portemonnee en buik. Ooit verbouwde Egypte zelf wat het consumeerde. Nu importeert het de helft van het nodige graan. De prijs daarvan is op enkele maanden met tientallen procenten gestegen. De opstand tegen Mubarak was dus deels een 'graanoproer'.

Een beleid voor voedselzekerheid is bij uitstek veiligheids- of defensiebeleid. Een land dat er niet in slaagt zijn bevolking veilig en betaalbaar voedsel te bieden én bovendien zijn boeren en boerinnen een redelijke levensstandaard, stevent uiteindelijk af op instabiliteit en voedselrellen. Het recht op voedsel is een elementair en fundamenteel mensenrecht. Het Europees Parlement keurde daarom op 17 februari 2011 een resolutie goed die het recht op voedselzekerheid centraal zet en een multi-dimensionale aanpak bepleit. Dat betekent concreet dat overheden de voorwaarden en het kader moeten helpen scheppen om naast de industriële landbouw ook meer duurzame en ecologische vormen van 'boerenlandbouw' een kans te geven.

Boerenlandbouw
Louis de Bruyn omschrijft “boerenlandbouw” als een landbouw die staat voor duurzaam gebruik van ecologisch kapitaal en gericht is op de verdediging en de ontwikkeling van het familiaal levensonderhoud. Dit soort voedselproductie is dikwijls multifunctioneel en gediversifieerd en wordt bedreven met familiale arbeid of arbeid die komt uit de landelijke omgeving. Daarnaast typeert de Wageningse professor Jan Douwe van der Ploeg de 'ondernemingslandbouw' en de 'kapitalistische landbouw' die zich kenmerken door een meer grootschalige productie gebaseerd op financieel en industrieel kapitaal en gericht op steeds meer uitbreiding en hoogtechnologische specialisatie. Lees het volledige artikel hier verder (vanaf pag. 3)

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?