AA
Herziening wetgeving op biologische landbouw lijkt processie van Echternach

Drie jaar geleden kwam de Commissie met een voorstel om de wetgeving te herzien die regelt hoe producten afkomstig uit de biologische landbouw op de markt moeten gebracht worden. We zijn 21 maanden en 18 onderhandelingen tussen Raad, Commissie en Parlement verder, en het lijkt erop dat de stekker eruit getrokken wordt.

Er staan nogal wat (tegengestelde) belangen op het spel. De Europese instellingen zijn het onderling niet altijd eens over inhoud, structuur en verantwoordelijkheid, maar ook de biosector zelf lijkt onderling verdeeld. Het is een slangenkuil waarin sommigen kiezen voor het grote geld, anderen de sector zuiver willen houden. Een deel van de industrie pruttelt tegen. Erg moeilijk allemaal om tot een akkoord te komen! Zelfs de laatste onderhandeling in de Raad, voorzien op 31 mei, sprong af. Maandag 12 juni 2017 onderneemt de Raad van Landbouwministers een ultieme poging om een doorbraak te forceren.

 

Een kwestie van vertrouwen

Eén van de struikelblokken gaat erom of biologische producten nu wel of niet sporen van pesticiden mogen bevatten. In het eerste voorstel van de Commissie lag de lat vrij hoog en zouden bioproducten met aanwezige pesticiden meteen leiden tot decertificering. Een oogst die met andere woorden besmet is met pesticiden, mag niet meer op de markt gebracht worden onder het label ‘bio’. Logisch! De vraag is alleen wie daarvoor moet betalen.

Bovendien moet gezegd dat bepaalde lidstaten, waaronder België, een beperkte hoeveelheid sporen van gewasbestrijdingsmiddelen wel toelaten, veelal om praktische redenen: met 0,8% bio-areaal in Vlaanderen, zijn de meeste biologische landbouwpercelen omgeven door gangbare boeren die wel mogen spuiten en dus vaak - ongewild en soms onbewust - zorgen voor de vervuiling van de ecologisch geteelde gewassen. Let wel, in België is jaarlijks ongeveer 2% oogst besmet met drift, in de zuidelijke lidstaten gaat het om 25 tot 30%.

“Zonder pesticiden” is een zeer sterk kenmerk van biologische landbouw (maar niet het enige!), dus daarop toegeven schaadt alleszins het vertrouwen van de consument. En dat is wel het laatste wat we willen. Het hele ‘zonder pesticiden’-verhaal is trouwens maar het topje van de ijsberg dat agro-ecologie heet, en dat aantoont dat het wel degelijk mogelijk is om zonder chemische bestrijdingsmiddelen voldoende te produceren.

 

Andere hete aardappelen

Naast het pesticiden-residu-verhaal struikelen de onderhandelaars ook over de import van bioproducten uit derde landen. Vandaag bestaan heel verschillende controlemechanismen in die landen en het plan om de controle door de autoriteiten ginder te laten uitvoeren, doet bij menigeen de wenkbrauwen fronsen. Zetten we de deur niet wagenwijd open voor fraude en gesjoemel?

Het nieuwe voorstel wil het gebruik van biologisch zaadgoed regelen, waaraan momenteel een ernstig tekort bestaat. Vandaag kan men uitzonderingen vragen en gangbaar zaadgoed gebruiken, omwille van de onbeschikbaarheid van het biologische materiaal, en dat principe wil men afschaffen. Allemaal goed en wel, maar het moet natuurlijk haalbaar zijn. Een heikel punt blijft namelijk het 'registreren' van het zaaigoed. Zetten we een even streng (en dus voor de sector duur en de facto onhaalbaar) systeem op zoals de huidige zaadcatalogus, die uniformiteit, verscheidenheid en homogeniteit vooropstelt? Of zijn we soepeler? Er is wel een compromis over het invoeren van een gegevensbank waarin opgenomen wordt welke zaden beschikbaar en geschikt zijn voor de biolandbouw. Op die manier kan het vragen van uitzonderingen uitdoven, maar om meer biologisch zaadgoed te produceren, zijn wel nog andere katjes te geselen.

En dan is er nog het heikel punt over de substraat-teelten. In de noordelijke landen zijn de zomers te kort om voldoende productief te zijn, dus wordt in serres geteeld, en in potten. Waardoor je natuurlijk een intensievere teelt krijgt en het hele verhaal van het belang van een gezonde bodem op de helling staat. Toch een fundament van biologisch produceren (de grond van de zaak is de zaak van de grond). Het principe is namelijk dat door voldoende gewasrotatie en het voeden van de bodem, de gewassen geen bestrijdingsmiddelen of zelfs kunstmeststoffen nodig hebben. Dat vraagt natuurlijk om een bepaald businessmodel….en een bepaald klimaat. Discussies hierover leidden al tot uitspraken als 'groene taliban'. Maar als we het merk 'bio' willen beschermen, dan kan substraat-teelt daar geen onderdeel van zijn. Zo denk ik erover.

Ook de sector zelf is verdeeld. "Net nu iedereen min of meer vertrouwd is met het lastenboek dat voorschrijft hoe aan biolandbouw moet gedaan worden, zou men de hele regeling omgooien. Niemand was vragende partij", zegt Christopher Atkinson van The Soil Association, een certificeringsinstantie in het Verenigd Koninkrijk. Bij onze Belgische controle-organisaties horen we dezelfde geluiden. Ook IFOAM EU, de Europese koepelorganisatie, en nationale sectorfederaties dringen aan op het intrekken van het hele wetgevingsvoorstel. Ze vinden het absoluut geen verbetering, wel integendeel.

 

Groeiend bewustzijn

Tussen 2005 en 2015 is de sector ongeveer verdriedubbeld en groeide de omzet van 12 miljard euro per jaar naar ongeveer 30 miljard euro in Europa. En als de vraag stijgt, moet het aanbod volgen. Alleen vinden vele landbouwers de omschakeling te streng, vraagt de markt om in bulk te produceren en is de verleiding groot om 'gangbaar' te blijven redeneren, en niet 'biologisch'. En daar knelt het schoentje.

Biologisch produceren betekent in kringlopen denken, bewust omgaan met water, bodem en andere hulpstoffen. Het impliceert veel zelf produceren en weinig externe inputs op het bedrijf binnenbrengen. Dat betekent ook een grotere arbeidsintensiviteit, meer mechanische onkruidbestrijding en slimme technieken gebruiken. Dat producten daardoor duurder zijn, is niet abnormaal. Dat wij vandaag voor gangbare producten zo weinig betalen, is wel abnormaal. Want de kosten die onze huidige landbouw afwentelt op de samenleving worden stilaan onhoudbaar. Maar wie is zich daar van bewust?

De uitdaging is dus om een sector alle kansen te geven om aan de stijgende vraag te voldoen (naar bioproducten, maar ook naar een andere landbouw), en tegelijk de principes van biolandbouw te bewaren, zonder dat groei daardoor belemmerd of de sector doodgeknepen wordt. Als de onderhandelingen volgende maandag afspringen, is de kans groot dat de Commissie haar voorstel intrekt, en dan zitten we wel met een probleem, want de hele wetgeving op officiële controles (lees: hoe de voedselveiligheidsagentschappen hun werk moeten doen) is intussen veranderd, en dat heeft zo zijn gevolgen voor de biolandbouw.

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?