Persberichten

AA
Europees Parlement keurt vleeslijm af

Het aan elkaar plakken van stukjes vlees met het eiwit thrombin is vandaag onmogelijk gemaakt door een stemming in het Europees Parlement. Eind april stemde de milieucommissie van het EP al tegen de introductie van de zogenaamde 'vleeslijm' en vandaag volgde een absolute meerderheid van het voltallige EP. "Goed nieuws in het kader van eerlijke informatie aan de consument," aldus Europees parlementslid Bart Staes (Groen!).

De Europese Commissie had voorgesteld om de vleeslijm toe te staan als zogenaamd voedseladditief. Dit mag echter alleen als het voedseladditief niet leidt tot consumentenmisleiding en duidelijke voordelen biedt aan consumenten. De functie van thrombin is het aan elkaar plakken van kleine stukjes vlees om het te kunnen verkopen als een volwaardig stukje biefstuk of entrecote.

Staes: "Het toestaan van deze vleeslijm zou misleiding zijn van consumenten die verwachten een écht biefstukje te kopen. Het is een manier om meer geld te halen uit een koe of varken, ten koste van consumenten die niet doorhebben dat ze aan- elkaar-geplakte-koe hebben gekocht in plaats van een volwaardig stuk vlees. Zolang niet duidelijk op het label staat aangegeven dat consumenten plakvlees kopen, zijn wij tegen."

De Groene fractie was niet tegen thrombin uit het oogpunt van volksgezondheid, maar omwille van een heldere informatievoorziening voor consumenten. "Europese regelgeving uit 2008 bepaalt dat elke misleiding van de consument moet worden uitgesloten. Het gebruik van vleeslijm is een ultiem voorbeeld van misleiding: je verkoopt een stuk vlees als één geheel, waar het eigenlijk om verschillende stukjes gaat," aldus Staes.

Staes: "Het feit dat er ´thrombin´op het voedingsetiket zou komen te staan telt niet: alsof consumenten weten dat ze hiermee plakvlees kopen. Wij vinden dat duidelijk moet worden gemaakt dat consumenten hiermee imitatie-biefstuk kopen. Deze stemming geeft hoop dat het EP zal doorgaan om andere voedseladditieven te reguleren en daarmee de voedselkwaliteit en informatieplicht te verbeteren."

Tekst van de aangenomen resolutie:

Levensmiddelenadditieven

PE441.847

Resolutie van het Europees Parlement van 19 mei 2010 over het ontwerp van richtlijn van de Commissie tot wijziging van de bijlagen bij Richtlijn 95/2/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen, en tot intrekking van Beschikking 2004/374/EG

Het Europees Parlement,

– gelet op Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven[1], en met name artikel 28, lid 4, en artikel 31 hiervan,

– gelet op Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden[2],

– gelet op Richtlijn 95/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 1995 betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen[3], en Richtlijn 89/107/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake levensmiddelenadditieven die in voor menselijke voeding bestemde waren mogen worden gebruikt[4], die zijn ingetrokken en vervangen door de hierboven vermelde Verordening (EG) nr. 1333/2008,

– gelet op het ontwerp van richtlijn van de Commissie tot wijziging van de bijlagen bij Richtlijn 95/2/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen, en tot intrekking van Beschikking 2004/374/EG,

– gelet op artikel 5 bis, lid 3, onder b, van het Besluit van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden[5],

– gelet op artikel 88, lid 2, en lid 4, onder b, van zijn Reglement,

A. overwegende dat de Commissie, overeenkomstig artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1333/2008, totdat de communautaire lijsten van levensmiddelenadditieven zijn opgesteld als bepaald in artikel 30 van diezelfde verordening, maatregelen kan vaststellen om de bijlagen bij onder andere Richtlijn 95/2/EG te wijzigen,

B. overwegende dat bijlage IV bij Richtlijn 95/2/EG een lijst van levensmiddelenadditieven bevat die in de Europese Unie mogen worden gebruikt, alsmede de voorwaarden voor dit gebruik,

C. verder overwegende dat de algemene criteria voor het gebruik van levensmiddelenadditieven zijn vastgeleged in bijlage II bij Richtlijn 89/107/EEG en dat nadat deze richtlijn werd ingetrokken en vervangen door Verordening (EG) nr. 1333/2008 de relevante criteria nu onder andere zijn terug te vinden in artikel 6 van die verordening, dat betrekking heeft op de algemene voorwaarden voor de opname op de communautaire lijsten en het gebruik van levensmiddelenadditieven,

D. overwegende dat artikel 6 van die verordening bepaalt dat het gebruik van een levensmiddelenadditief in de EU alleen is toegestaan indien het voldoet aan bepaalde criteria, zoals (lid 1, onder c) dat het de consument niet misleidt en (lid 2) dat het voordelen voor de consument heeft,

E. overwegende dat artikel 6 van die verordening ook bepaalt (in lid 1, onder a) dat het gebruik van een levensmiddelenadditief alleen mag worden toegestaan indien het geen gevaar voor de gezondheid van de consument oplevert,

F. verder overwegende dat Verordening (EG) nr. 178/2002 (bekend als de algemene levensmiddelenwetgeving) en in het bijzonder artikel 8 daarvan onder andere bepaalt dat de levensmiddelenwetgeving zich richt op de bescherming van de belangen van de consument en een basis vormt voor consumenten om met kennis van zaken keuzes te maken over de levensmiddelen die zij gebruiken, en dat daarbij wordt gestreefd naar het voorkomen van praktijken die de consument kunnen misleiden,

G. overwegende dat het ontwerp van richtlijn van de Commissie, en met name overweging 25 en punt 3, onder h, van de bijbehorende bijlage, voorziet in de opneming in bijlage IV bij Richtlijn 95/2/EG van een enzympreparaat op basis van trombine en fibrinogeen als levensmiddelenadditief voor het reconstitueren van voedsel,

H. overwegende dat trombine, afkomstig van de eetbare delen van dieren, de kenmerken heeft van "vleeslijm" en dat het gebruik ervan als levensmiddelenadditief ten doel heeft afzonderlijke stukjes vlees aan elkaar te lijmen om zodoende één stuk vlees te produceren,

I. overwegende dat het gebruik van trombine derhalve ten doel heeft aan elkaar geplakte stukjes vlees aan consumenten te presenteren als één stuk vlees, en dat het derhalve duidelijk is dat consumenten misleid kunnen worden,

J. overwegende dat in overweging 25 van het ontwerp van richtlijn van de Commissie ook wordt erkend dat het gebruik van trombine en fibrinogeen als levensmiddelenadditief de consumenten zou kunnen misleiden voor wat de aard van het eindproduct betreft,

K. overwegende dat punt 3, onder h, van de bijlage bij het ontwerp van richtlijn van de Commissie voorziet in de opneming in de in bijlage IV bij Richtlijn 95/2/EG opgenomen lijst van toegestane levensmiddelenadditieven van trombine van runderen en/of varkens in voorverpakte vleesbereidingen en voorverpakte vleesproducten voor de eindverbruiker tot een maximum van 1 mg/kg, indien trombine wordt toegepast in combinatie met fibrinogeen, mits op het product de informatie "gebonden vleesdelen" dicht bij de verkoopbenaming wordt vermeld,

L. overwegende dat, hoewel het ontwerp van richtlijn van de Commissie het gebruik van trombine als levensmiddelenadditief in vleesproducten in restaurants of andere openbare gelegenheden waar voedsel geserveerd wordt verbiedt, het gevaar wel degelijk bestaat dat trombine bevattend vlees in dergelijke gelegenheden terecht komt, vanwege het feit dat er op gelijmd vlees dat als uit één stuk bestaand vlees verkocht wordt, meer winst gemaakt kan worden,

M. overwegende dat het om die reden onduidelijk is of het verbod op het gebruik van trombine in vleesproducten die worden aangeboden in restaurants of andere openbare gelegenheden waar voedsel geserveerd wordt ertoe zal leiden dat deze vleesproducten ook daadwerkelijk niet op dergelijke locaties zullen worden aangeboden en aan de consumenten zullen worden verkocht als uit één stuk bestaand vlees,

N. overwegende dat met de hierboven genoemde etiketteringsvoorschriften in de ontwerprichtlijn van de Commissie niet zal kunnen worden voorkomen dat bij consumenten de onjuiste en misleidende indruk wordt gewekt dat er sprake is van uit één stuk bestaand vlees, en dat derhalve het gevaar bestaat dat consumenten worden misleid en op grond daarvan geen weloverwogen keuze kunnen maken met betrekking tot het al dan niet eten van vleesproducten met trombine,

O. overwegende dat niet is aangetoond dat trombine voordelen voor de consument heeft,

P. overwegende dat bij het aan elkaar lijmen van afzonderlijke stukken vlees het oppervlak dat kan worden besmet met pathogene bacteriën (bijvoorbeeld clostridium en salmonella), die bij een dergelijke werkwijze kunnen overleven en zich zonder zuurstof kunnen vermeerderen, aanmerkelijk groter is,

Q. overwegende dat het risico van besmetting met pathogene bacteriën met name groot is omdat het vlees gelijmd kan worden door middel van koude hechting zonder toevoeging van zout en zonder enig verhittingsproces en dat ten gevolge daarvan de veiligheid van het eindproduct niet gegarandeerd kan worden,

R. overwegende dat de ontwerprichtlijn van de Commissie in dit opzicht derhalve niet voldoet aan de criteria voor de opneming van levensmiddelenadditieven in bijlage IV van Richtlijn 95/2/EG,

1. is van mening dat de ontwerprichtlijn van de Commissie niet verenigbaar is met de strekking en de inhoud van Verordening (EG) nr. 1333/2008;

2. maakt bezwaar tegen de aanneming van het ontwerp van richtlijn van de Commissie tot wijziging van de bijlagen bij Richtlijn 95/2/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen, en tot intrekking van Beschikking 2004/374/EG;

3. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen en parlementen van de lidstaten.

[1] PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16.

[2] PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

[3] PB L 61 van 18.3.1995, blz. 1.

[4] PB L 40 van 11.2.1989, blz. 27.

[5] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?