De VN-klimaatveranderingsconferentie 2015 in Parijs (COP21) biedt opnieuw de gelegenheid te praten over de rol van de veehouderij (en van onze eetgewoonten) bij klimaatverandering.
De veehouderij is volgens schattingen van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN verantwoordelijk voor 14,5% van de broeikasgasemissies. Bovendien wordt er vanuit gegaan dat deze emissies verder zullen stijgen.
Hoewel de grootschalige consumptie van producten van dierlijke oorsprong een enorme invloed op klimaatverandering heeft, lijkt dit belangrijke onderwerp geen onderdeel van de komende onderhandelingen in het kader van COP21 te zullen gaan uitmaken.
Kan de Commissie, gezien het bovenstaande, antwoord geven op de volgende vragen:
1. Is de Commissie bereid om, wetend dat de opwarming van de aarde alleen tot ten hoogste 2 graden Celsius kan worden beperkt indien we onze eetgewoonten veranderen, na te denken over specifieke maatregelen om dit probleem aan te pakken, waaronder het ontwikkelen en ondersteunen van initiatieven gericht op voorlichting van het publiek over de consumptie van producten van dierlijke oorsprong?
2. Is de Commissie bereid om, in plaats van de groei van de veestapel in de EU te bevorderen en steun te geven aan maatregelen gericht op vergroting van de consumptie van producten van dierlijke oorsprong, een plan te ontwikkelen voor een geleidelijke reducering van de vlees- en zuivelconsumptie met 50% tegen 2030?
De wisselwerking tussen het verminderen van broeikasgasemissies en het waarborgen van voedselzekerheid wordt duidelijk erkend in de Overeenkomst van Parijs. Zo wordt in de preambule van de overeenkomst gesteld dat "duurzame levensstijlen en duurzame consumptie- en productiepatronen [...] een belangrijke rol spelen bij de aanpak van klimaatverandering".
Wat de Europese Unie (EU) betreft, maken landbouwemissies integraal deel uit van haar klimaatbeleid voor 2020. Dankzij technologische verbeteringen en EU-beleidsmaatregelen konden deze van 1990 tot en met 2012 worden teruggebracht met 24 %. Landbouwemissies zullen ook in de toekomst een onderdeel blijven van het EU-klimaatbeleid, met verdere emissiebeperkingen in het verschiet. Daarnaast hebben de EU en haar lidstaten actief ondersteuning geboden aan een aantal initiatieven om bij te dragen tot de vermindering van broeikasgasemissies van levensmiddelen, waaronder het "Global Initiative on Food Loss and Waste Reduction" en de "Global Alliance on Climate Smart Agriculture". Het EU-actieplan voor de circulaire economie (1) bevestigt opnieuw het engagement van de EU en haar lidstaten om het streefcijfer voor de vermindering van levensmiddelenafval te behalen dat door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties is aangenomen in het kader van de 2030 doelstellingen voor duurzame ontwikkeling (2), en geeft een overzicht van belangrijke initiatieven voor de preventie van levensmiddelenafval.
De Commissie blijft vastbesloten haar beleidsmaatregelen en wetgeving inzake veilige en duurzame levensmiddelen uit te voeren in nauwe samenwerking met alle belanghebbenden, lidstaten en het Europees Parlement. Zo kan bijvoorbeeld de informatie op levensmiddelenetiketten (lijst met ingrediënten, voedingswaarden) consumenten helpen om levensmiddelen te kiezen die voldoen aan hun voedingsvoorkeuren (zoals informatie over levensmiddelen van dierlijke oorsprong) en hen ondersteunen bij het samenstellen van een gezonde voeding.
(1) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's "Maak de cirkel rond - Een EU-actieplan voor de circulaire economie" COM(2015) 614 final.
(2) Op het niveau van de detailhandel en consument het levensmiddelenafval per hoofd van de bevolking halveren en het voedselverlies in de levensmiddelenproductie- en toeleveringsketens verminderen tegen 2030 (http://www.un.org/sustainabledevelopment/sustainable-consumption-production).