Parlementaire tussenkomsten

AA
Onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) - debat

Deel 1
Voorzitter, collega's, we hebben morgen twee keuzes: ofwel keuren we de amendementen van mevrouw Gräßle, van mijzelf, van de heer Bové en van de heer de Jong, die namens twee fracties zijn ingediend, geheel of gedeeltelijk goed, ofwel verwerpen we ze.

Wat houden die amendementen in? Die amendementen proberen lering te trekken uit iets wat gebeurd is nadat mevrouw Gräßle het akkoord met de Raad had gesloten. We hebben lering getrokken, of we zouden lering moeten trekken, uit het activiteitenverslag van het Comité van toezicht en met name bijlage III. Ik denk dat dat belangrijk is. We kunnen toch geen wetgeving vanuit het niets maken. We moeten toch rekening houden met de realiteit. De realiteit is inderdaad dat er een groot conflict is tussen de OLAF-directeur, de OLAF-leiding en het Comité van toezicht. En het Comité van toezicht is van belang, want dat ziet toe op de rechtsgeldigheid van de onderzoeken, op het correct naleven van de procedures, op het vrijwaren van de grondrechten van getuigen en beschuldigden.

Collega's, we hebben twee keuzes morgen. Ofwel keuren we die amendementen goed en dan staan we in een sterke positie ten aanzien van de Raad om te zeggen: "laat ons die onderhandelingen in de bemiddelingsprocedure weer opnemen, laat ons wetgeving maken, gestoeld op de realiteit, op de praktijk", ofwel doen we dat niet. En dan gedragen we ons — met alle respect — als een bende angsthazen. Dan gedragen we ons als lafaards. Dan zeggen we gewoonweg aan de Raad: "We houden ons aan wat wij geconcludeerd hebben."

Dus collega's, ik vraag u, keur de amendementen van mevrouw Gräßle, van mijzelf, van de heer Bové en van de heer de Jong goed. Zo zullen we als Parlement onze tanden hebben laten zien.

Deel 2
Collega Balèytis, u bent een zeer minzaam man en een goede collega, maar ik begrijp de houding van uw fractie niet. We hebben een procedure om wetgeving te maken, de medebeslissingsprocedure, die tot in drie fasen kan werken. Na deze tweede fase, de tweede lezing, kunnen we overgaan tot bemiddeling. Dat gebeurt talloze keren. Dat heb ik ook al talloze keren meegemaakt. En deze fase kan, zoals mevrouw de rapporteur, mevrouw Gräßle, zei, in drie maanden afgerond worden. Als we nu, in tweede lezing, goedkeuren wat er nu voorligt, zitten we met een wetgeving opgezadeld die in de komende vijf, zes, zeven, acht, negen, tien jaar niet zal gewijzigd worden!

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?