AA
Wat is er in Cancún afgesproken — en hoe gaan we verder?

De VN-klimaatonderhandelingen dreigden bijna te verdrinken, maar hebben afgelopen weekend een reddingsvest toegeworpen gekregen. De planeet is er niet mee gered, maar het geloof in de internationale onderhandelingen is hersteld. Zonder een overeenkomst op de klimaattop in Cancún zouden de klimaatonderhandelingen tot stilstand zijn gekomen en zou ongetwijfeld de vraag zijn gerezen of het UNFCCC nog wel bestaansrecht heeft. Een uitgebreide analyse van de stand van zaken ná de klimaattop in Cancún, waarin stap voor stap de gemaakte afspraken worden besproken.

Een nieuw akkoord na het Kyotoprotocol
De klimaattop in Kopenhagen vorig jaar was een deceptie en was een stap terug in het beperken van klimaatsverandering: nu doen we weer een voorzichtig stapje vooruit. Komend jaar moet de versnelling ingezet worden om tot een bindend klimaatverdrag te kunnen komen. Al in 2012 loopt namelijk het huidige klimaatverdrag, het Kyotoprotocol, af en er is nog geen opvolger.

Over de vorm van het nieuwe klimaatverdrag wordt nog volop onderhandeld. Ontwikkelingslanden eisen een vervolg op het huidige Kyotoprotocol, maar de rijke landen willen echter een nieuw klimaatverdrag (LCA). Alleen de Europese Unie heeft gezegd in Kyoto-2 te willen stappen, maar dan niet als enige van de rijke landen. Er lopen dus twee parallelle onderhandelingen: een Kyoto-2-spoor en een LCA-spoor (over een nieuw klimaatverdrag). In Cancún zijn daarom twee teksten aangenomen: Een Kyoto-2-tekst van twee pagina’s, met daarnaast beslissingen over bijvoorbeeld klimaatemissies van landgebruik. Een LCA-tekst van dertig pagina’s.

De teksten hieronder geven een samenvatting van de inhoud van deze teksten. De beslissingen die vorig jaar in Kopenhagen zijn genomen, worden met deze overeenkomst in Cancún verankerd in het VN-proces. De moeizame weg om te komen tot deze bescheiden beslissingen toont aan dat het niet makkelijk zal zijn om volgend jaar op de volgende klimaattop in Durban, Zuid-Afrika, te komen tot een juridisch bindend klimaatakkoord.

Wat is er niet afgesproken?

Alle hete hangijzers zijn tot volgend jaar uitgesteld. Zo is er in Cancún besloten om een Klimaatfonds op te richten, maar hoe straks jaarlijks honderd miljard dollar aan klimaatfinanciering op tafel kan komen is nog steeds onbekend. Bovendien, het klimaatbeleid van de landen is met de Cancún-overeenkomsten verankerd in het VN-proces, maar die zijn bij lange na niet genoeg om de klimaatcrisis te bestrijden. Er zullen dus aanvullingen moeten komen op dat wat al is afgesproken. Er is sprake van een gat in doelstellingen: er zou negen gigaton CO2 meer moeten worden gereduceerd om in de buurt van die twee graden-doelstelling te komen. Maar een proces hoe dat gat gedicht kan worden, is niet helder afgesproken in Cancún.

Daarnaast moeten we uitkijken om niet te vallen over het grootste struikelblok, de vorm van een klimaatverdrag. Kiezen we voor een vervolg op het huidige Kyotoprotocol of stellen we een nieuw klimaatverdrag op? Grootste bezwaar van een vervolg op het Kyotoprotocol is dat de grootste vervuilers, de Verenigde Staten en China, er niet onder vallen. Reden voor Japan en Rusland om zich niet aan een vervolg op het Kyotoprotocol te willen verbinden. Ontwikkelingslanden eisen juist een Kyoto-2. Waarom zouden we een nieuw verdrag maken als we er al eentje hebben? Een andere reden waarom ontwikkelingslanden zoals China voor een Kyoto-2 zijn, is dat zij onder het Kyotoprotocol geen klimaatdoelen hebben gekregen. Terwijl onder een nieuw verdrag ontwikkelingslanden ook tot klimaatacties verplicht kunnen worden. De beslissing of er een vervolg op het Kyotoprotocol komt of niet is dus weer uitgesteld tot volgend jaar. Dit wordt een groot en moeilijk discussiepunt in Durban.

Wel afgesproken in Cancún

° Kyoto-2

Belangrijkste punten: In de Kyoto-2-tekst wordt verwezen naar het laatste IPCC-rapport (ABC) waarin staat dat de klimaatuitstoot van rijke landen tot 2020 met 25% tot 40% moet afnemen. De rijke landen die onder Kyoto vallen worden opgeroepen om hun ambities te verhogen om hieraan te voldoen. Deze doelstelling geldt echter alleen voor de landen die zich committeren aan Kyoto-2; dat de 25-40% doelstelling niet in het LCA-spoor wordt genoemd, geeft al de zwakte aan van dit succes in de Kyototekst. Er wordt opgeroepen om zo snel mogelijk een Kyoto-2 vast te stellen, zodat er geen gat ontstaat tussen de eerste en tweede Kyotoperiode. Het Kyotoprotocol voorziet in ‘flexibele mechanismen’, die rijke landen instaat stellen om emissiereducties in het buitenland mee te kunnen laten tellen voor de eigen klimaatdoelstelling. Deze flexibele mechanismen zullen beschikbaar blijven. Verwijzing naar de huidige klimaatbeloftes in een apart document.

° LCA (nieuw verdrag)

Belangrijkste punten: Er wordt niet verwezen naar (een deadline voor) een juridisch bindend klimaatakkoord. De interne situatie in de VS maakt het heel erg moeilijk voor de VS om zich aan een juridisch bindend klimaatakkoord te verbinden.

Gezamenlijke visie: Erkent de doelstelling van twee graden Celsius, waarbij de gemiddelde temperatuur met niet meer dan twee graden boven pre-industriële niveaus mag stijgen. Een klimaatdoel voor het jaar 2050 zal volgend jaar in Durban besproken worden bij de volgende klimaattop.

Adaptatie (aanpassen aan klimaatverandering): Een Raamwerk voor Adaptatie wordt opgericht om de acties van landen die zich aanpassen aan klimaatverandering beter te kunnen coördineren.

Klimaatacties rijke landen: Verwijzing naar ‘historische verantwoordelijkheid’ van de rijke landen. De rijke landen hebben opgeteld de meeste schadelijke stoffen uitgestoten en moeten dus de leiding nemen in de aanpak van de klimaatcrisis. Ontwikkelingslanden zoals China verwijzen naar deze ‘historische verantwoordelijk’ van de rijke landen om zelf nog even niet zoveel te doen. In ieder geval (vindt China) hoeven ze minder te doen dan een land als de Verenigde Staten, dat in het verleden veel meer broeikasgassen heeft uitgestoten. Dit is een gevoelig punt voor de rijke landen. Als je volledig rekening houdt met deze historische verantwoordelijk zouden de rijke landen namelijk praktisch niks meer mogen uitstoten. Verwijzing naar de huidige klimaatbeloftes in een apart document. Geen expliciete verwijzing naar het gapende gat tussen de klimaatbeloftes tot nu toe en de benodigde acties om de klimaatcrisis aan te kunnen pakken. Wel worden rijke landen opgeroepen om hun klimaatambities te verhogen en zullen er volgend jaar workshops worden gehouden over hoe de klimaatambities verhoogd kunnen worden. Er zal ook een technisch stuk gemaakt worden over de vergelijkbaarheid van de klimaatambities.

Klimaatacties ontwikkelingslanden: Ontwikkelingslanden zullen ook klimaatacties nemen om hun emissies te reduceren, die gesteund zullen worden door technologie en financiering van de rijke landen. Doel is dat de werkelijke klimaatemissies afwijken van ‘business-as-usual’ emissies. Verwijzing naar de huidige klimaatbeloftes in een apart document. Een register van klimaatacties in ontwikkelingslanden met behoefte aan internationale steun wordt opgezet. Klimaatacties die internationale steun hebben gekregen zullen internationaal gemeten, gerapporteerd en gecontroleerd (zie MRV) worden. Klimaatacties zonder internationale steun zullen alleen in eigen land gemeten, gerapporteerd en gecontroleerd worden.

Ontbossing (zie REDD): Ontwikkelingslanden wordt opgeroepen om een nationale strategie te ontwikkelen en om te zorgen voor een referentiemeting, zodat acties die ontbossing tegengaan met het eerdere niveau vergeleken kunnen worden. Ontwikkelingslanden worden opgeroepen om een systeem te ontwikkelen waarin informatie wordt gegeven over hoe de sociale criteria en milieucriteria nageleefd worden. Financieringsmogelijkheden om ontbossing tegen te gaan worden volgend jaar in Durban besproken.

Financiering: Verwijzing naar dertig miljard dollar klimaatfinanciering voor de periode 2010-2012. Rijke landen worden opgeroepen om informatie te verstrekken over de hoeveelheid en vorm van financiering. Beslissing om verhoogde, nieuwe en additionele, adequate financiering beschikbaar te stellen aan ontwikkelingslanden. Verwijzing naar de jaarlijkse honderd miljard dollar die rijke landen vanaf 2020 beloofd hebben aan ontwikkelingslanden. Een Groen Klimaatfonds wordt opgericht. Dit fonds wordt bestuurd door vierentwintig leden (twaalf uit ontwikkelingslanden en twaalf uit rijke landen). De Wereldbank wordt de tijdelijke beheerder van het fonds.

Uitwisseling van technologie: Er wordt een Mechanisme voor Technologie opgericht, bestaande uit een Technologiecommissie en een Klimaattechnologiecentrum en -netwerk. Het Technologiecentrum zal op verzoek van een ontwikkelingsland informatie, advies en steun geven om de ontwikkeling en uitwisseling van milieutechnologie te stimuleren.

Review: Er zal onderzocht worden of het langetermijndoel (temperatuurstijging van maximaal twee graden Celsius) adequaat is. Deze inspectie zal in 2013 beginnen en tegen het jaar 2015 afgerond zijn.

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?