AA
De moeizame maar cruciale, Europese strijd tegen de illegale houthandel

In maart 2013 wordt de nieuwe Europese richtlijn tegen de verkoop van illegaal hout op de Europese markt van kracht. In juli 2010 keurde het Europees Parlement de richtlijn goed en eind dat jaar werd een akkoord met de Europese Raad bereikt. Het heeft vele jaren van politieke en maatschappelijke strijd gekost voordat deze belangrijke wet het licht zag en nu zal het er op aankomen om er op toe te zien dat ze effectief wordt toegepast. En zoals steeds moet er op worden toegezien hoe men zal proberen de wet te omzeilen. Daarom organiseerde Bart Staes op 1 maart 2011, samen met drie groene collega's, een seminarie over het onderwerp. Enkele presentaties van het seminar zijn hier te raadplegen. Een korte inleiding.

De ongecontroleerde houtkap en handel in tropisch en ander hout moet stoppen. Naar schatting is grofweg de helft van al het hout dat in de EU wordt verkocht illegaal gekapt en dus mede oorzaak van grootschalige ontbossing. De uitstoot van broeikasgassen veroorzaakt door het kappen van bomen, wordt geschat rond de 20% van alle broeikasgasuitstoot wereldwijd. Om de klimaatverandering een halt toe te roepen, is het fundamenteel dat ontbossing beperkt wordt.
Door ontbossing komt er immers zeer veel CO2 vrij die doorheen de jaren in het boomweefsel wordt opgeslagen. Bovendien wordt de CO2-opslagcapaciteit voor de toekomst ernstig gereduceerd. Bossen vervullen daarenboven een aantal andere essentiële functies, zoals het voorzien in ecosystemen en ecosysteemdiensten, habitat voor planten en dieren, en het verschaffen van levensonderhoud voor miljoenen bosvolkeren (in totaal ruim een miljard mensen).
Overigens is niet alleen houtkap voor de handel in hout een drijvende kracht achter ontbossing, maar ook het huishoudelijk gebruik van hout voor lokale bewoners. Maar vooral de aanleg van grootschalige plantages voor de productie van bijvoorbeeld gewassen voor biobrandstof en de kweek van soja, dat weer gebruikt wordt voor veevoeder in westerse landen, speelt een destructieve rol.

Wetgeving is een zaak, handhaving een andere

Niettemin is de Europese richtlijn tegen de handel een heel belangrijke stap, niet alleen voor klimaatbeleid en behoud van biodiversiteit, maar ook voor de bewoners van ’s werelds bossen. Handelaren zullen volledig transparant moeten worden over de herkomst van het hout dat zij te koop aanbieden. Dat hout moet traceerbaar worden en zij moeten dus zekerheid kunnen bieden dat hun hout niet illegaal gekapt. Een minpunt is dat er op niveau van de lidstaten geen minimumstraffen zijn voorzien voor handelaren die zich niet aan de wet houden. Dit zou er toe kunnen leiden dat handelaren uitwijken naar die landen die geen of lage straffen op illegale houtkap hanteren.
Tim Grabiel, expert en jurist bij de ngo ClientEarth wees er op dat er veel zal afhangen van een strikte implementatie van de wetgeving in de lidstaten en dat er ook wordt opgetreden door bevoegde instanties als het toch fout loopt.

Tim Boekhout van Solinge, criminoloog verbonden aan de universiteit van Utrecht en thans onderzoeker in de Braziliaanse Amazone wees er op dat er een andere realiteit op het terrein in de ontginningslanden bestaat, dan die van bureaucraten in Brusselse kantoren. Zeer veel hangt bijvoorbeeld af of er in landen in het Zuiden wel of geen sprake is van goed bestuur. Is dat er niet, dan zullen allerlei Europese procedures absoluut geen garantie bieden op een correcte gang van zaken. De rol van de georganiseerde misdaad, corruptie, het vervalsen van herkomstdocumenten, enz, zijn dan een makkelijke manier om illegaal gekapt hout toch als ‘zuiver hout’ in Europa te verkopen.

De Belgische markt

Dat Europese wetgeving een directe uitwerking heeft door het ‘responsabilliseren’ van betrokken sectoren bleek ook op 1 maart 2011 op Batibouw toen tegelijk met het seminar een "sectoraal akkoord ter verhoging van het aandeel van de houtproducten uit duurzaam beheerde bossen" werd ondertekend. De Belgische Federatie van de Houtinvoerhandel keurde dit akkoord een jaar geleden goed en nu is het in zijn definitieve vorm gegoten. De overeenkomst heeft als doel het aandeel houtproducten uit duurzaam beheerde bossen op de Belgische markt te verhogen en daarnaast de consument te overtuigen van hout als hernieuwbare grondstof, mits afkomstig uit duurzaam gecertificeerde beheerde bossen
Het verbruik van gecertificeerd hout zal hiermee moeten stijgen van 15% in 2008 tot 35% tegen 2018. Volgens de houthandel zal de Federale Regering een financiële bijdrage leveren voor de promotie van dit initiatief . Paul De Wagheneire, CEO van houthandel Bomaco, en ondervoorzitter van de Belgische Federatie kwam op het seminar tekst en uitleg geven.
Hoe dan ook, voor een correcte naleving van de Europese regels, zal een sterk partnerschap nodig zijn van consumenten, handelaren, het bedrijfsleven, de ngo’s en de overheid.

FLEGT

Daarnaast sluit de EU al enkele jaren bilaterale en juridisch bindende akkoorden (ook wel vrijwillige partnerschapsakkoorden, VPA’s) met landen in het Zuiden, in het kader van FLEGT (‘Forest Law EnforcementGovernance and Trade’). Dit Europese programma voor het tegengaan van de handel in illegaal hout werd door de Europese Commissie gelanceerd in mei 2003, mede op aansturen van ngo’s als FERN, en in oktober van dat jaar door de Europese Raad aanvaard.
Financiële instellingen die betrokken zijn bij het financieren van bosbouwprojecten moeten er op toezien dat die niet bijdragen aan het toenemen van illegale houtkap. De bestaande anti-witwas wetgeving in de EU, mag worden gebruikt om onderzoek te voeren op dit terrein, hoewel dat nog amper gebeurt. Ook moeten de deelnemende landen ervoor zorgen dat er onafhankelijke audits gebeuren en dat de lokale of nationale maatschappelijke organisaties inzage en inspraak krijgen bij die VPA’s.

Europese overheden moeten er voor zorgen dat ze met aanbestedingsprocedures rekening houden met de herkomst van hout en alleen duurzaam geproduceerd hout aankopen. Maar pas in juli vorig jaar hadden zes lidstaten sociale en ecologische criteria in hun publieke aanbestedingsregels staan (België, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Nederland en het VK).
Ook de EU ontwikkelt aanbestedingsbeleid, maar dat is nog niet erg sterk, net als het zogenaamde Europese Ecolabel voor houtproducten, dat nog zwakkere criteria kent dan dat van de zes lidstaten.

De partnerlanden uit het Zuiden moeten wetgeving voorzien en er op toezien dat die garanties van duurzaam hout vervolgens ook echt deugen. De EU geeft een zogenaamd FLEGT-licentie af en voorziet in een controlemechanisme om na te gaan of de afspraken wel worden nageleefd.
De vrijwillige partnerschapsovereenkomsten in het kader van FLEGT, die merendeels in 2010 werden afgesloten (met Congo Brazaville, Centraal-Afrikaanse Republiek en Kameroen), zijn volgens sommige critici tot nu toe eerder ontoereikend gebleken om de invoer van illegaal in derde landen gekapt hout te voorkomen. Daarom wordt nu onderzocht wat er op EU niveau moet veranderen en hoe.

REDD

Binnen de VN klimaatonderhandelingen werd in 2005 een proces gestart om een mechanisme tot stand te brengen dat de uitstoot via ontbossing zou tegengaan, RED. Nadien werd de reikwijdte van dit mechanisme tweemaal uitgebreid tot REDD in 2007 en tot REDD+ in 2009 . Het idee achter REDD is om een omgekeerde economische stimulans te creëren door financiële waarde te hechten aan levende, staande bossen in plaats van aan gekapt hout. Dit zou gebeuren door het vergoeden van ontwikkelingslanden voor de CO2 die zij in hun bossen opslaan. Hierdoor zou de grootschalige ontbossing die plaatsvindt in bosrijke ontwikkelingslanden gestopt kunnen worden en de CO2-uitstoot verminderen. Daarnaast zou REDD door het handhaven van bossen en wouden, ook grote bijkomende voordelen met zich meebrengen op het vlak van de andere functies die bossen vervullen: biodiversiteitbehoud, het handhaven van ecosystemen en middelen genereren voor inheemse volkeren en bospopulaties.

Er zijn in Cancún een aantal afspraken vastgelegd wat betreft REDD. Deze afspraken zijn een stap in de goede richting maar vormen nog geen volwaardig akkoord. Met de huidige tekst zijn er nog verschillende valkuilen waar het bij de verdere onderhandelingen en de uitvoering van REDD kan mislopen. Deze moeten in de toekomstige onderhandelingen uitgeklaard worden opdat REDD+ effectief ontbossing tegengaat, de CO2-uitstoot vermindert en bijkomende voordelen oplevert. Niettemin is de EU al vollop betrokken bij REDD-programma’s. Via de Wereldbank worden er reeds vele miljoenen euro naar allerlei REDD-programma’s gesluisd. Zijn de gespecialiseerde ngo’s al enigszins kritisch over FLEGT, over de Wereldbankprogramma’s en REDD zijn ze vaak ronduit negatief.

Daarnaast gaat de EU eigen REDD-programma’s opzetten. Eind december 2010 ondertekende de EU een akkoord ter waarde van 3 miljoen euro met het European Forest Institute, om hiermee het zogenaamde ‘EU REDD Facility’ op te starten en te beheren. Dit programma zal er in eerste instantie vooral in bestaan om ontwikkelingslanden te helpen bij het managen van REDD-overeenkomsten en het naleven van hun eigen beschermingswetgeving voor bossen. Veel kritische waarnemers vrezen dat het plakken van een financiële waarde op bossen - de longen van de aarde - er alleen maar toe zal leiden dat deze gezien worden als handel door al dan niet malafide zakenmensen en de internationale financiële wereld.
(zie verder ook het dossier ‘De valkuilen voor een toekomstig REDD-akkoord’).

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?