Op 8 mei 2003 verscheen in het Publicatieblad van de Europese
Gemeenschap Richtlijn 2003/30/EG van het Europees Parlement en de Raad ter bevordering van het gebruik van
biobrandstoffen of andere hernieuwbare brandstoffen in het vervoer. Artikel 7 stelt dat tegen eind 2004 de
lidstaten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen moeten treffen om aan de richtlijn te voldoen.
Bovendien vereist de richtlijn dat 2% van de energie-inhoud van de totale hoeveelheid benzine en dieselolie die
op 31 december 2005 voor vervoersdoeleinden op hun markten aangeboden wordt, vervaardigd wordt uit
biobrandstoffen. Tot op heden heeft de lidstaat België geen wettelijke bepalingen aangaande richtlijn 2003/30/EG
uitgevaardigd. Evenmin heeft België wijzigingen doorgevoerd voor de fiscaliteit van brandstoffen om de verkoop
van biobrandstoffen te promoten.
1. Kan de Commissie mij mededelen wat de gevolgen voor
België zullen zijn van het nalaten van het tijdig omzetten van richtlijn 2003/30/EG?
2. Heeft
de Commissie zicht op de huidige samenstelling van de energie-inhoud van de totale hoeveelheid benzine en
dieselolie die op de Belgische markt aangeboden wordt, en het aandeel van hernieuwbare brandstoffen daarin?
3. Waar staat België in vergelijking met de andere lidstaten van de EU inzake omzetting van
richtlijn 2003/30/EG?
4. Wat is het percentage biobrandstoffen in de energiemix van de andere
lidstaten van de EU, en waar situeert België zich daarin?
+++
ANTWOORD VAN
COMMISSARIS PIEBALGS
1. De gevolgen van de niet-naleving van het Gemeenschapsrecht zijn
uiteengezet in de artikelen 226-228 van het EG-Verdrag. Als hoedster van het Verdrag volgt de Commissie de
tenuitvoerlegging van de genoemde richtlijn van nabij.
2. Volgens Eurostat-gegevens bedroeg
het verbruik van benzine en dieselolie in België in 2002 ongeveer 8 miljoen ton olie-equivalent, zonder bijdrage
van hernieuwbare brandstoffen. Voor zover bij de Commissie bekend is, is het aandeel van hernieuwbare
brandstoffen sedertdien niet toegenomen.
3. De lidstaten moesten een eerste nationaal verslag
bij de Commissie indienen tegen 1 juli 2004. België is een van vijf lidstaten die dit niet hebben gedaan. De
lidstaten dienden eveneens de richtlijn in nationaal recht om te zetten tegen 31 december 2004. België is een
van de 19 lidstaten die hun omzettingsmaatregelen niet aan de Commissie hebben medegedeeld.
4. In de tabel zijn de ramingen van de Commissie opgenomen inzake het aandeel van biobrandstoffen in de
nationale markten in 2003. Van de 22 lidstaten waarvoor er gegevens beschikbaar zijn, is België een van negen
met een geraamd aandeel van minder dan 0,005%.
---
Geraamd aandeel van
biobrandstoffen naar energie-inhoud in het nationale benzine en dieselolieverbruik voor het vervoer, 2003
(berekend op basis van het eerste nationale verslag in het kader van Richtlijn 2003/30/EG behalve waar anders
aangegeven)
Oostenrijk 0.06%
Letland 0.21%
België 0.00%
Litouwen g.a.
Cyprus 0.00%
Luxemburg g.a.
Tsjechië 1.12%
Malta 0.00%
Denemarken 0.00%
Nederland 0.03%
Estland 0.00%
Polen 0.8%
Finland 0.10%
Portugal 0.00%
Frankrijk 0.68%
Slowakije 0.14%
Duitsland 1.18%
Slovenië g.a.
Griekenland 0.00%
Spanje 0.76%
Hongarije 0.00%
Zweden 1.33%
Ierland 0.00%
Verenigd Koninkrijk 0.03%
Italië 0.5%