Tsjetsjenië
P5_TA-PROV(2003)0024 / 16 januari
2003
Resolutie van het Europees Parlement over niet-verlenging van het OVSE-mandaat in Tsjetsjenië
Het Europees Parlement,
- onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over
Tsjetsjenië, met name naar zijn resolutie van 10 april 2002(1),
- onder verwijzing naar zijn
eerdere resoluties over Rusland en de topbijeenkomsten tussen de EU en Rusland van 28 mei en 11 november
2002,
- gelet op het recente besluit van de Russische regering dat in feite neerkomt op opheffing
van het OVSE-team voor hulpverlening aan Tsjetsjenië,
- gelet op het uitstel van het bezoek van
zijn ad hoc-delegatie naar Tsjetsjenië als gevolg van de brief van de Russische Doema,
A.
overwegende dat de situatie in de Tsjetjseense Republiek uiterst gespannen blijft, met name na de
terreuraanslagen op het Russische regeringsgebouw in Grozny en het theater in Moskou,
B. bezorgd
over het feit dat de Tsjetsjeense rebellen het in hun guerrillaoorlog tegen de Russische troepen steeds vaker
gemunt hebben op de burgerbevolking,
C. uiterst verontrust over de nieuwe reeks
zuiveringsoperaties op grote schaal door het Russische leger en de veiligheidstroepen, naast dagelijkse massale
mensenrechtenschendingen, foltering, moorden, ontvoeringen, verdwijningen, willekeurige opsluiting en
filtratiekampen,
D. teleurgesteld over de vrijspraak, door een Russische rechtbank op 31 december
2002, van kolonel Yuri Budanov, beschuldigd van verkrachting van en moord op de 18 jaar oude Tsjetsjeense Elza
Kungaeva,
E. verontrust over het optreden van de Russische politie in Ingoesjetië, die het
tentenkamp in Aki Yurt heeft ontruimd en daardoor de Tsjetsjeense vluchtelingen heeft verdreven, en die de
bewoners in de overgebleven kampen onder druk blijft zetten door het afsluiten van gas en elektriciteit om hen
naar Tsjetsjenië terug te doen keren,
F. overwegende dat de Russische regering voor maart een
referendum in Tsjetsjenië heeft aangekondigd, dat de eerste stap zal zijn in een proces dat hopelijk tot
democratische en eerlijke verkiezingen zal leiden,
G. overwegende dat er nog steeds geen
onderhandelingen worden gevoerd over een politieke oplossing tussen de Russische en Tsjetsjeense
partijen,
H. overwegende dat de Europese Commissie onlangs besloten heeft voor een bedrag van Euro
3 miljoen humanitaire hulp te verlenen om de slachtoffers van het conflict in Tsjetsjenië van voedsel te
voorzien,
I. wijzende op de dramatische humanitaire situatie in Tsjetsjenië en op de problemen bij
de hulpverlening aan de bevolking door de weinige, nog werkende NGO's in dat gebied,
J.
overwegende dat het oorspronkelijke mandaat van de OVSE-missie in Tsjetsjenië in 1995 inhield: beweerde
schendingen van de mensenrechten, hulpverlening, vluchtelingenhulp, oplossing van conflicten en ondersteuning
van mechanismen ter handhaving van recht en orde,
1. veroordeelt met klem de
terreuraanslagen op het hoofdkwartier van de Russische regering in de Tsjetsjeense hoofdstad Grozny, waarbij
tenminste 55 doden en 120 gewonden vielen, en spreekt de familieleden en vrienden van alle slachtoffers van het
conflict, en met name van de recente twee terreuraanslagen, zijn medeleven uit;
2. is uiterst
teleurgesteld over de niet-verlenging van het mandaat van het OVSE-team voor hulpverlening aan Tsjetsjenië, dat
op 31 december 2002 is afgelopen;
3. is van mening dat de OVSE-missie ter plaatse onder zeer
moeilijke omstandigheden uiterst nuttig werk heeft verricht, dat voor alle partijen aanvaardbaar was en dat zou
kunnen bijdragen tot vermindering van de instabiliteit, onveiligheid en anarchie;
4. dringt er bij
de Russische Federatie op aan in te stemmen met een onmiddellijke hervatting van de onderhandelingen over een
vernieuwing van het volwaardige OVSE-mandaat, dat zich niet mag beperken tot uitsluitend coördinatie van
humanitaire hulp in die regio;
5. betreurt het uitstel van het bezoek van zijn ad hoc-delegatie
aan Tsjetsjenië, en hoopt dat het bezoek van de gezamenlijke EP/Doema-delegatie aan Tsjetsjenië in het voorjaar
van 2003 zal plaatsvinden, en betreurt de niet-toelating van internationale vertegenwoordigers tot
Tsjetsjenië;
6. herhaalt diep verontrust te zijn over het aanhoudende geweld in Tsjetsjenië, met
inbegrip van het toenemende aantal terreuraanslagen door Tsjetsjeense strijders;
7. dringt er in
dit verband bij beide partijen op aan opnieuw naar de onderhandelingstafel terug te keren, omdat alleen een
politieke oplossing tot duurzame vrede in de regio kan leiden;
8. doet een beroep op Rusland een
pro-actief beleid te voeren wat betreft de vervolging van iedereen, met inbegrip van militair personeel, die in
Tsjetsjenië ernstige strafbare handelingen heeft gepleegd, en juicht het toe dat de openbare aanklager Alexander
Derbenyov beroep heeft aangetekend tegen het vonnis tegen kolonel Yury Budanov en bij de rechtbank erop heeft
aangedrongen hem op alle punten van de tenlastelegging schuldig te verklaren;
9. juicht het
besluit van de Europese Commissie inzake hulpverlening aan Tsjetsjenië toe; dringt er bij Rusland op aan ten
volle met de door de EG gefinancierde agentschappen voor humanitaire hulpverlening en andere internationale
humanitaire organisaties samen te werken, hun toegang tot Tsjetsjenië te verlenen en de omstandigheden waaronder
zij werken, te vergemakkelijken;
10. doet een beroep op de Russische regering een eind te maken
aan het uitoefenen van druk op ontheemden om naar Tsjetsjenië terug te keren en ervoor te zorgen dat hun ook
verder bescherming en humanitaire hulp wordt geboden, overeenkomstig internationaal recht; wijst op de noodzaak
ervoor te zorgen dat repatriëring van vluchtelingen en ontheemden uitsluitend op vrijwillige basis plaatsvindt;
verzoekt in dit verband de Commissie waarnemers naar Ingoesjetië te sturen om toe te zien op en verslag uit te
brengen over de situatie aldaar;
11. doet een beroep op de Russische regering al het mogelijke te
doen om voor spoedige vrijlating van de heer Erkel, humanitair medewerker van Artsen Zonder Grenzen, te zorgen,
die nog steeds in de regio ontvoerd is;
12. is van oordeel dat het komende referendum de
Tsjetsjeense bevolking een echte keuze kan bieden en dat dit referendum democratisch en op eerlijke wijze onder
internationaal toezicht, waaronder dat van de OVSE, voorbereid en georganiseerd moet worden;
13.
verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regering en het
parlement van Rusland.
(1) P5_TA(2002)0174.