Commissievoorzitter Barroso moet klaarheid scheppen over illegale partijfinanciering in Portugal

• 2007-08-24

Het onderzoek dat het Portugese Grondwettelijk Hof (‘Tribunal Constitucional’) opstartte naar de mogelijke illegale financiering in 2002 van de Partido Social Democrata (PSD) heeft duidelijk Europese consequenties. Deze onthullingen kunnen niet zomaar blauwblauw gelaten worden of worden afgedaan als 'een Portugees binnenlands probleem'. Op het ogenblik van de vermeende feiten was huidig Commissievoorzitter Barroso immers voorzitter van de PSD. En als het Grondwettelijk Hof tot de conclusie zou komen dat de partij van Barroso inderdaad op illegale wijze de beschikking kreeg over 233.415 euro van het Portugese concern Somague - actief in de bouw en de engineering - dan tast dit Barroso's integriteit en onafhankelijkheid aan.

WAARBORGEN VOOR ONAFHANKELIJKHEID

In elk geval kan geen genoegen genomen worden met de laconieke reactie van Amelia Torres, de woordvoerster van de Europese Commissie. Die weigert blijkbaar elk commentaar op de affaire en zegt niet te willen tussenkomen in puur Portugese binnenlandse aangelegenheden.

Ik deel die mening niet en verwijs daarvoor naar artikel 213,1 van het Verdrag van Europese Gemeenschap. Dit artikel stelt het zeer expliciet: “De leden van de Commissie worden op grond van hun algemene bekwaamheid gekozen en bieden alle waarborgen voor onafhankelijkheid.”

Als nu zou blijken dat het Portugese Grondwettelijke Hof tot de conclusie komt dat de PSD met medeweten van haar toenmalige voorzitter Barroso op illegale wijze iets meer dan 230.000 euro verkreeg tijdens of in de aanloop van de verkiezingscampagne van 2002 dan kunnen er vraagtekens geplaatst worden bij de 'onafhankelijkheid' van de Commissievoorzitter.

Meer nog: als deze onthullingen bij de aanstelling van Barosso na de Europese verkiezingen van 2004 bekend waren geweest dan rest nog maar de vraag of hij ooit zou worden voorgedragen als kandidaat-Commissievoorzitter en of hij de stemming in het pas verkozen EP ook zou hebben doorstaan hebben.

WAT NU?

Barroso en de andere (toenmalige) leiders van de PSD blijven uiteraard onschuldig zolang het Tribunal Constitucional de zaak onderzoekt. Gezien de ernst van de aanklacht doet Barroso er verstandig aan zich niet verder op een formele wijze te verschuilen achter de nietszeggende verklaring dat deze feiten slechts een binnenlandse Portugese zaak zouden zijn.

Ik beveel Barroso aan met een duidelijke verklaring te komen en desgevallend ook een ontmoeting te regelen met de vergadering van de fractieleiders in het EP. Daar kunnen dan in een eerste ronde en in afwachting van de conclusies van het Grondwettelijk Hof de nodige afspraken worden gemaakt.

Ik diende inmiddels ook bij hoogdringendheid een parlementaire vraag in waarin ik de Europese Commissie verzoek na te gaan of en in welke mate het Portugese concern Somague in de periode 2002 tot op heden contracten, projecten en/of subsidies kreeg toegespeeld. Zo dit het geval is, kan de anti-fraude eenheid OLAF deze contacten tussen de Europese instellingen en het bedrijf Somague op zijn wettigheid en correcte afhandeling onderzoeken. Ik zal de zaak ook aankaarten in de begrotingscontrolecommissie van het Europees Parlement.

Bart Staes

Europees parlementslid voor Groen!