De essentie van de presentatie kunt hier nalezen. De oorspronkelijke tekst in het Frans vindt u hier.
De wereld is bezig met de uitdaging om iedereen te eten te geven. Het debat is heel complex. Wat moeten we denken van onze moderne landbouw? Ze is vrij jong en heeft toch al heel wat kwaad berokkent.
Sinds een tiental jaren werk ik rond diversiteit in de landbouw. Mijn visie is dat biodiversiteit de beste bondgenoot is om van onze landbouw een duurzaam systeem te maken.
Als je biodiversiteit googlet op Afbeeldingen krijg je drie types van beelden.
Je krijgt collecties van taxonomieën (de ordening der planten), miljoenen planten zijn geïnventariseerd.
Of je krijgt plaatjes van de natuur, die een enorme rijkdom aan flora en fauna bieden en ons gevoelig maken voor onze omgeving.
Het derde type foto’s zijn complexe schema’s van de onderlinge afhankelijkheid der dingen, een dynamische interactie, complexiteit dus.
Om het met een metafoor te zeggen: biodiversiteit is het levend weefsel van onze planeet. Nochtans is de verhouding tussen de natuur en onze samenleving serieus scheefgetrokken, meer bepaald tussen landbouw en biodiversiteit. Hoe zijn de twee samen geëvolueerd en uiteen gegroeid?
Samengaan en scheiden
Onze voorouders hebben de genetische diversiteit binnen de soort en tussen soorten aangewend om een rijke variëteit aan planten en dieren te cultiveren. Er zijn meer dan 50.000 soorten tarwe, 19.000 soorten maïs, …
Mijn studie-object zijn vogels. En meer dan 50% van de vogels op aarde heeft landbouw nodig om te overleven. In Frankrijk wordt meer dan 50% van de ruimte die geklasseerd is onder Natuur2000 beheerd door boeren. Velden die gemaaid en begrazen worden spelen een belangrijke rol voor de biodiversiteit.
De laatste 50 jaar is de co-evolutie uit elkaar gegroeid. De landbouw is in een stroomversnelling geraakt, de biodiversiteit had moeite om te volgen. De modernisering van de landbouw heeft geleid tot een kunstmatige landbouw.
We zien bijvoorbeeld in de vogelpopulatie afhankelijk van de landbouw, dat er een overbevolking is gegroeid van 33 soorten.
De gezondheid van de ecosystemen is in gevaar gebracht door het overmatig gebruik van kunstmeststoffen, de intensivering van de veeteelt en de homogenisering van het landschap door de schaalvergroting.
Niet alleen de hoeveelheid en beschikbaarheid van natuur, maar ook de kwaliteit is achteruit gegaan, waardoor wilde soorten verdwijnen.
Waarom is biodiversiteit nu zo nodig?
Biodiversiteit is ontzettend belangrijk voor de productie van voedsel. Elk onderdeeltje heeft zijn functie en kan eigenlijk niet weggehaald worden. Bovendien geeft biodiversiteit een ‘boost’ aan de productie. Verminderde biodiversiteit zorgt voor een verminderde functionaliteit, meer biodiversiteit zorgt voor stabiliteit in de functies en de aanwezigheid van meer soorten verhoogt de productiviteit (de opname van grondstoffen).
Een studie uit de VS toont aan dat de achteruitgang van de vleermuis (als predator van landbouwvernietigende insecten) de staat 3,7 miljard dollar kost. Dat is een uitgespaarde kost voor het gebruik van insecticiden en de arbeidskost om die insecten te verwijderen.
Willen we de achteruitgang van de biodiversiteit een halt toeroepen, dan moeten we het dringend gaan beschouwen als een grondstof/natuurlijke hulpbron van kapitaal belang!
Welke plaats neemt biodiversiteit in binnen agro-ecologie?
Agro-ecologie is productief, gebruikt weinig inputs en hergebruikt de natuurlijke hulpbronnen. Gelukkig verspreidt agro-ecologie zich meer en meer in de tuinbouw, de wijnbouw en veeteelt en zien we een groeiende biodiversifiëring. Dat heeft als voordeel dat de kringlopen zich sluiten en agro-ecologie auto-immuun en autonoom wordt (bijvoorbeeld door te composteren is minder meststof nodig, of door een grote genetische variëteit verhoogt de weerbaarheid tegen ziektes). Er is ook een grotere flexibiliteit en soepelheid voor het bijv. voederen van vee.
Hefbomen voor meer heterogeniteit
Een eerste hefboom is het aanpassen van de intensiteit van de landbouwtechnieken in tijd en ruimte. Wat voor de ene soort bevorderlijk is, is nefast voor de andere. Zo kan het begrazen of maaien van grasland op bepaalde momenten nefast zijn voor broedvogels op de grond doordat nesten worden vernietigd, terwijl maaien net goed is om de levensomstandigheden van de habitat te bevorderen. Hoog gras is ideaal voor de eerste levensmaand van kuikentjes, te hoog gras is dan weer slecht voor hun mobiliteit.
Een tweede hefboom situeert zich op het niveau van het landschap. We deden een experiment waarbij een gemodelleerd landschap bestond uit een mozaïek van drie soorten grasland. Het ene werd gemaaid, het andere matig begraasd, het derde intensief begraasd. Drie types die sub-optimaal zijn op ecologisch vlak (slechts gedeeltelijk gunstig voor een soort).
We hebben 22000 landschappen gesimuleerd en voor elk deeltje berekend wat de ecologische prestaties waren en wat het effect was op de productiviteit van het land. De conclusie is dat het mogelijk is om op een bepaald niveau evenveel productie te hebben en toch een verhoogde biodiversiteit, en dus heterogeniteit, te krijgen. Stel het je voor als een puzzel, waar de verschillende velden de puzzelstukjes zijn en ze dus op een bepaalde manier moeten ‘gelegd’ worden om de puzzel te vervolledigen. De velden zijn complementair aan elkaar.
Ik vind deze vaststelling wel belangrijk als het gaat over bijvoorbeeld de hertekening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.
Om te besluiten
We moeten niet meer produceren, maar anders. De kwaliteit van de interacties tussen de onderdelen moet verbeteren, maar ook de onderdelen zelf moeten meer divers worden. De ecologische kost moet dringend opgenomen worden als evaluatiecriterium in het economisch model. De creatie of de vernietiging van ecosystemen is even belangrijk als economisch rendement!
Kortom, ik besluit met een citaat van J.M. Keynes: ‘de moeilijkheid is niet om nieuwe ideeën te begrijpen, het is om te ontsnappen aan oude ideeën die verre vertakkingen hebben in elke hoek van onze geest”.
BIOGRAFIE
Muriel Tichit is a Director of Research at INRA. She now leads the CONCEPTS team which aims to reconcile environmental preservation and agricultural production. Dr. Tichit holds a PhD in animal science from the AgroParisTech institute in Paris. Under the supervision of B. Hubert (INRA) and D. Genin (IRD), she completed her PhD research on dynamic herd modeling under climate uncertainty and joined INRA in 1998.
She is currently carrying out research on tradeoffs between productive and ecological performance in farming systems. This research on tradeoffs reintroduces 'diversity' into the farming system research agenda: the diversity of farm types in a landscape, the diversity of plant and animal species and the diversity of management practices within and among farms, for example. Diversity plays an essential role to move from tradeoffs toward synergies between productive and ecological performance. Diversity is also expected to play a central role for the design of resilient farming systems.