'Strijd tegen Terrorisme' begraaft Tsjetsjeense kwestie in onverschilligheid

• 2002-03-14

De strijd tegen het internationale terrorisme en het bondgenootschap tussen Rusland en de VS maken elk gesprek over Tsjetsjenië onmogelijk. De genocide op een heel volk wordt in onverschilligheid begraven. M. A. Zakaev, vice-Eerste Minister en minister van Cultuur, M. Y. Akhmadov, minister van Buitenlandse Zaken en M. O. Khanbiev, minister van Volksgezondheid, getuigden over de gruwelijke situatie in hun land. De oorlog in Tsjetsjenië duurt al ruim drie jaar en telt inmiddels 120.000 slachtoffers. Driekwart van het onroerend goed in het land is vernietigd, duizenden mensen zijn in vluchtelingenkampen afgesneden van elementaire levensmiddelen, lijken worden per opbod verkocht ... Al deze feiten zijn meer dan eens bevestigd door 'Memorial', de Russische afdeling van de Liga van de Rechten van de Mens. Daartegenover staat dat de Tsjetsjenen met hun klachten over het uitblijven van humanitaire hulp weinig gehoor vonden bij het Europees Parlement en de Raad van Europa. Daar komt echter verandering in. Dinsdag jl. bekwam Bart Staes, voorzitter van de parlementaire samenwerkingscommissie Europese Unie-Russische federatie, tijdens een gesprek met Elmar Brok, de voorzitter van de machtige parlementaire commissie Buitenlandse Zaken en Parlementsvoorzitter Pat Cox dat het Europees parlement in april over de kwestie zal debatteren. De Raad van Ministers en de Commissie wordt gevraagd voor het Parlement een verklaring af te leggen. Gisterenavond dan weer beantwoordde de Spaanse Raadsvoorzitter Staes' mondelinge vraag over de toelating van onafhankelijke internationale waarnemers in de regio. De Raad zegde toe diplomatieke stappen daartoe te zullen ondernemen. De informatie die Staes van Tsjetsjeense zijde kreeg staat in schril contrast met deze die de Russische ambassadeur hem vanochtend verschafte. Tijdens een vergadering met Europese parlementsleden verklaarde ambassadeur Likhachev dat de toestand in Tsjetsjenië zienderogen verbetert. Vandaag had Staes over de kwestie nog een onderhoud met Lord Russel, de gewezen voorzitter van de Raad van Europa. Staes sprak met hem over de organisatie van een delegatiebezoek aan Tsjetsjenië om de situatie ter plaatse te evalueren. Zo'n missie kan een inleiding zijn tot echte onderhandelingen. Op dit moment is het haast onmogelijk om objectieve informatie te verkrijgen. De delegaties die Tsjetjenië reeds aandeden werden steevast rondgeleid in 'Potemkin-dorpen': het hele leven is er mooi in scène gezet om de bezoekers de indruk te geven dat de problemen in Tsjetsjenië overdreven zijn. En dat terwijl de problemen in de Russisch-Tsjetsjeense kwestie juist moeilijk kunnen worden overschat. Bart Staes zal vanuit zijn nieuwe functie van voorzitter van de EP-delegatie EP-Rusland alles in het werk stellen om de Tsjetsjeense kwestie terug aan de orde van de dag te stellen. Volgende week ontmoet hij daartoe zijn Russische collega's Lukin en Belousov van de Russische Doema en Evstifeev en Petrenko van de Russische Tweede Kamer.