AA
Walvisvangst door Japan (Schriftelijke vraag 5994/07)

Op 24 juni 1982 besloot de Raad het Verdrag inzake de Bescherming van Trekkende Wilde Diersoorten (82/461/EEG[1]- kortweg het 'CMS-verdrag') onverkort goed te keuren. Hij had zelf mee onderhandeld over de totstandkoming ervan.


Midden november voer een Japanse vloot walvisjagers uit om 50 bultrugwalvissen, 935 dwergvinvissen en 50 vinvissen te vangen. Allen maken ze deel uit van de familie van de Balaenopteridae. Twee ervan komen voor in Bijlage I van het CMS-verdrag. Dit zijn de bedreigde trekkende soorten, ze dreigen met andere woorden, uit te sterven.


De World Conservation Union (IUCN) schrijft in zijn rapport 'Dolphins, Whales and Porpoises' (2003) dat de soorten 'kwetsbaar' (bultrug) of 'bijna bedreigd' (vinvis) zijn. Het rapport waarschuwt ook voor de voorbarige conclusie dat het herstel van deze soorten kan leiden tot een heropening van de commerciële jacht erop. De toename van de soort gebeurt immers niet snel, de gevolgen van bijvangst blijven bestaan, de omvang en overschotten zijn niet nauwkeurig bekend, er zijn negatieve effecten van geluid en vervuiling, ... "(...) een door winst gedreven walvisindustrie kan niet op een adequate manier voorkomen dat de voorraad wordt uitgeput", luidt het rapport (blz. 23).


Hoewel Japan zich erop beroept de dieren slechts te vangen voor wetenschappelijk onderzoek, wordt het vlees ervan verkocht op de markt. De overschotten ervan stapelen zich op in vriescontainers. Voor het wetenschappelijk onderzoek zijn bovendien valabele alternatieven voorhanden.


Welke actie zal de Raad, als mede-onderhandelaar van het CMS-vedrag, ondernemen om Japan ervan te overtuigen dat het de jacht op walvissen en vinvissen moet stopzetten en om te voorkomen dat Japan, maar ook andere landen, in de toekomst afzien van de jacht op deze dieren gezien hun nog steeds bijzonder kritieke overlevingsstatus? Binnen welke termijn zal de Raad deze actie ondernemen en op welke niveaus zal hij deze actie ondernemen?


Kan de Raad ook meedelen waarom hij niet is ingegaan op een aanbeveling van de Commissie (SEC(2007) 115 final - zie ook parlementaire vraag E-3361/07) die tot doel had bij te dragen aan het verlengen van een moratorium tijdens de IWC-meeting van mei 2007 in Anchorage? Welke commentaar geeft de Raad hierover aan het Parlement, dat door de bovenstaande weigering niet kon worden geinformeerd? Het EP werd immers door de weigering van de Raad om in te gaan op het voorstel van de Commissie hierover niet geïnformeerd.




[1] PB L 210 van 19.7.1982, blz. 10.


***

ANTWOORD VAN COMMISSIE op 12 februari 2008

Zoals het Parlementslid weet, staat het lidmaatschap van de Internationale Commissie voor de Walvisvaart (IWC) open voor elk land dat officieel toetreedt tot het Verdrag van 1946. Een besluit om partij te worden bij een internationale overeenkomst betreffende aangelegenheden die niet tot de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap behoren, moet worden genomen door de afzonderlijke lidstaten. Twintig lidstaten van de Europese Unie zijn thans lid van de IWC. De Europese Gemeenschap heeft de status van waarnemer en is geen partij bij de IWC.


De IWC is het internationaal erkende orgaan dat verantwoordelijk is voor het beheer en de instandhouding van walvisbestanden, en dat de nodige expertise heeft voor de besluitvorming en ‑neming met betrekking tot walvissen. Tijdens de IWC-vergadering van 2007 in Anchorage hebben de EU-lidstaten die partij zijn, een resolutie gesteund waarin Japan ertoe werd opgeroepen de aanbevelingen van het wetenschappelijk comité op te volgen en het doden van walvissen voor onbepaalde tijd uit zijn onderzoeksprogramma te schrappen. Het moratorium op de commerciële walvisvaart dat sinds 1986 geldt, blijft van kracht. De Europese Gemeenschap en de lidstaten blijven voorts de problemen in verband met de walvissenpopulatie volgen in het kader van het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten en in andere bevoegde internationale gremia.


De Raad heeft de habitatrichtlijn (92/43/EG) aangenomen, betreffende de bescherming van walvissen in de wateren van de Gemeenschap; alle walvisachtigen worden opgesomd in bijlage IV bij deze richtlijn. De richtlijn stelt een hoge mate van bescherming voor walvissen in en verbiedt het opzettelijk vangen of doden van walvisachtigen in de wateren van de Gemeenschap. De lidstaten dienen te zorgen voor effectieve controle, inspectie en handhaving op hun grondgebied en in de wateren die onder hun soevereiniteit of jurisdictie vallen.


Voorts is het binnenbrengen van walvisachtigen in de Gemeenschap voor overwegend commerciële doeleinden verboden krachtens Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer, die uitvoering geeft aan de bepalingen van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (CITES).

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?