EuP4Light-studie voor straatverlichting (Schriftelijke vraag 6240/07)

• 2008-03-01

De EuP4light-studie werd opgestart in het kader van de richtlijn rond Energy Using Products. De Raad vermeldde op 9 maart 2007 de aanbevelingen van deze studie op te nemen in zijn klimaatbeleid, rekening houdend met het feit dat straatverlichting een belangrijk aspect vormt van de problematiek van de klimaatverandering. De studie werd toegekend aan het VITO in Mol maar deze besteedde het werk uit aan mensen die rechtstreeks met de verlichtingsindustrie te maken hebben en het type bestek 005 promoten. Met de aanbevelingen van deze studie zullen de doelstellingen van de Raad nooit bereikt worden aangezien ze niet leiden tot significante energiebesparingen.

De studie bevat vele aanbevelingen die wetenschappelijk weerlegd worden door wetenschappers van het IDA (International Dark sky Association). Hun belangrijkste kritiek betreft de zogenaamde Full Cut-off luminaires (verlichting die niet meer toelaat rechtstreeks naar boven te schijnen).

De EUP4light-studie beveelt deze energiebesparende methode niet expliciet aan. In de ogen van de EUP4light-onderzoekers resulteert deze techniek in een hoger energieverbruik aangezien ze een Space/Height Ratio (geeft aan hoever de verlichtingspalen uit elkaar moeten staan in verhouding met de hoogte van de palen) van 1:4 zouden vereisen, terwijl de andere lampen slechts een SHR van 1:5 nodig hebben. Het IDA meent echter dat er een bepaalde techniek bestaat, de zogenaamde antireflection coating, die de interne reflectie vermindert waardoor de SHR minstens 1:5 kan bedragen om te voldoen aan de EU-richtlijn. De EUP4light studie weigert deze techniek te vermelden omdat hij nog niet algemeen beschikbaar zou zijn. In Italië, meer bepaald in Lombardije, wordt de techniek al een tijdje met succes uitgevoerd.

Dit is slechts één van de vele aanbevelingen die het IDA in twijfel trekt. Meer kritiek is nog te vinden op hun website, nl. www.darksky.org.

Met welke argumenten verantwoordt de Commissie zich om deze eenzijdige studie te steunen? Welke aanbevelingen van andere studies zou de Commissie in acht willen nemen?

Heeft de Commissie plannen om deze wetenschappelijke kritiek ernstig te nemen en om concreet actie te ondernemen alvorens deze studie door de Raad wordt opgenomen? Zo ja, welke?

***

ANTWOORD VAN COMMISSARIS PIEBALGS (op 6 februari 2008)

De betreffende studie is getiteld "Preparatory Studies for Eco-design Requirements of Energy Using Products - Lot 9: Public street lighting". (voorbereidende studie voor eisen inzake ecodesign voor energieverbruikende producten – deel 9: openbare straatverlichting). De studie is uitgevoerd in het kader van het uitvoeringsproces van de kaderrichtlijn inzake ecodesign voor energieverbruikende producten[1]. VITO was de hoofdcontractant voor deze studie die open was voor commentaar van belanghebbenden op de website www.eup4light.net.

Op basis van de aanbevelingen van de studie en de opmerkingen van belanghebbenden heeft de Commissie een werkdocument voorgelegd over mogelijke eisen inzake ecodesign voor hogedrukontladingslampen en de bijbehorende voorschakelapparaten en armaturen, en over in straatverlichting gebruikte verlichtingsproducten[2]. Deze studie is op 22 juni 2007 besproken in het Ecodesign Consultation Forum (overlegorgaan ecodesign), bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten, brancheorganisaties en milieu- en consumenten-NGO's. Er zij op gewezen dat Europese leden van de International Dark-Sky Association tijdens de voorbereiding van de studie aan vergaderingen van de belanghebbenden hebben deelgenomen en schriftelijk commentaar hebben ingediend. Niemand heeft in enig stadium van dit proces bezwaar geuit tegen een voorkeur voor een specifieke verlichtingstechnologie of specificaties.

Tot op heden is er noch tijdens de studie, noch in de context van het overlegorgaan enig bewijs geleverd dat de technische conclusies van de studie van VITO inzake hogedrukontladingslampen en verlichtingsproducten voor openbare straatverlichting in twijfel trekt.

[1] Richtlijn 2005/32/EG van het Parlement en de Raad van 6 juli 2005 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG van de Raad en de Richtlijnen 96/57/EG en 2000/55/EG van het Europees Parlement en de Raad, PB L 191 van 22.7.2005.

[2] http://ec.europa.eu/energy/demand/legislation/doc/2007_06_22_working_document.pdf