Commissaris Erkki Liikanen, bevoegd voor Ondernemingen, en
Commissaris Margot Wallström, bevoegd voor Milieu, presenteerden vandaag nieuwe voorstellen ter herziening en
modernisering van het EU-regelgevingssysteem voor chemische stoffen. Na bespreking van hun aanpak gaf de
Europese Commissie groen licht voor een acht weken durende raadpleging op internet over het ontwerp van
wetgeving inzake chemische stoffen. De voorgestelde nieuwe verordening, die veertig verschillende stukken
bestaande wetgeving zal vervangen, heeft tot doel de gezondheid van de mens en het milieu beter te beschermen
tegen blootstelling aan chemische stoffen en tegelijkertijd het concurrentievermogen en de innovatiecapaciteit
van de chemische industrie in de EU in stand te houden en te vergroten. Door deze twee doelstellingen na te
streven beogen de voorstellen volledig te beantwoorden aan de evenwichtige aanpak die voor duurzame ontwikkeling
is vereist. Chemische stoffen worden gebruikt bij de fabricage van bijna alle producten die wij elke dag thuis
of op het werk gebruiken. De industrie die ze produceert, speelt een vitale rol bij de instandhouding van het
concurrentievermogen en het innovatiepotentieel van veel fabrikanten van eindproducten verder in de
productieketen. Daarom moet het systeem voor de registratie en de evaluatie van en de verlening van vergunningen
voor chemische producten de concurrentiekracht en de productinnovatie van de ondernemingen versterken, zodat de
fabrikanten en importeurs van chemische stoffen, de gebruikers, de consumenten en het milieu daar op lange
termijn profijt van trekken. De internetraadpleging zal de belanghebbenden in staat stellen opmerkingen te maken
over de bijzonderheden van de toekomstige wettelijke voorschriften voordat de Commissie de laatste hand aan het
voorstel legt.
Commissaris Erkki Liikanen van Ondernemingen stelde
het als volgt: "Europa is wereldleider voor de productie van chemische stoffen en de levering van de materialen
die garant staan voor het innovatiepotentieel van de Europese industrie, met inbegrip van veel hightechsectoren.
De nieuwe ontwerp-verordening inzake chemische stoffen die wij nu ter raadpleging beschikbaar stellen, moet de
Europese industrie belangrijke kansen bieden om op wereldniveau een leidende rol te spelen wat betreft de
kwaliteit en de veiligheid van de productie en het gebruik van chemische stoffen, die in Europa reeds op een
hoog niveau staan. Wij stellen alles in het werk om in het systeem dat wij aan het ontwerpen zijn, onnodige
bureaucratie te vermijden, de ondernemingen te helpen om tegen minimale kosten aan de nieuwe voorschriften te
voldoen, onderzoek en innovatie aan te moedigen, en ervoor te zorgen dat de Europese industrie concurrerend
blijft. Dit belangrijke stuk wetgeving vormt een grote uitdaging omdat het zaak is de economische, sociale en
milieueisen die inherent zijn aan de EU-strategie voor duurzame ontwikkeling, met elkaar te verzoenen.
Ik denk dat wat we vandaag hebben gepresenteerd, een goede basis is om het juiste evenwicht tot stand te
brengen, maar uiteraard staan wij open voor verdere input en opmerkingen van alle belanghebbenden."
Commissaris Margot Wallström van Milieu formuleerde het als volgt: "Elke
dag worden we in onze omgeving, op het werk en thuis aan chemische stoffen blootgesteld. Voor veel van die
producten weten we echter niet genoeg over de risico's die ze inhouden of de effecten die ze op langere termijn
zullen hebben. Daarom wordt in ons hervormingsvoorstel van de industrie verlangd dat aan het publiek informatie
wordt verstrekt over de chemische stoffen die zij produceren of importeren en over de risico's die aan het
gebruik ervan verbonden zijn. Zo zullen de gebruikers veiliger alternatieven kunnen kiezen. De bescherming van
de volksgezondheid en het milieu zal er sterk door worden verbeterd omdat wij zullen aandringen op strenge
procedures voor de verlening van vergunningen voor de meest zorgwekkende stoffen. Doordat de industrie wordt
verplicht informatie te verstrekken over wat ze produceert, zal ook het imago van de chemische sector worden
verbeterd. De industrie zal er eindelijk belang bij hebben te investeren in innovatie voor nieuwe veilige
chemische stoffen - de huidige trend om oude chemische stoffen te gebruiken teneinde de omslachtige bestaande
beoordelingsprocedure te vermijden, heeft de investeringen in veiliger chemische stoffen tegengehouden.
HET REACH-SYSTEEM (Registratie, Evaluatie en Autorisatie van CHemische
stoffen)
Door de ontwerp-wetgeving, die in de plaats zal komen van ruim
veertig bestaande richtlijnen en verordeningen, zullen de voorstellen die zijn geformuleerd in het Witboek van
de Commissie van februari 2001 over de strategie voor een toekomstig beleid voor chemische stoffen, ten uitvoer
worden gelegd. Centraal daarin staat REACH: één enkel geïntegreerd systeem voor de registratie, de evaluatie en
de autorisatie (verlening van vergunningen) van chemische stoffen. REACH zal de ondernemingen die chemische
stoffen produceren, importeren en gebruiken, de verplichting opleggen de aan het gebruik ervan verbonden
risico's te beoordelen, waarbij in gerechtvaardigde gevallen nieuwe testgegevens moeten worden geproduceerd, en
de nodige maatregelen te nemen om eventueel door hen geconstateerde risico's te beheren. Daardoor zal de
bewijslast voor het in de handel brengen van veilige chemische stoffen worden verschoven van overheidsinstanties
naar de industrie. Testresultaten moeten worden doorgegeven om eventuele dierproeven te beperken. De registratie
van informatie over de kenmerken, de gebruiksdoeleinden en het veilige gebruik van chemische stoffen zal
integrerend deel van het nieuwe systeem uitmaken.
TOEPASSINGSGEBIED VAN
REACH
De precieze registratievoorschriften zullen variëren naar gelang van
de hoeveelheid die van een stof wordt geproduceerd, en van de waarschijnlijkheid dat mensen of het milieu eraan
worden blootgesteld. Er wordt voorzien in de geleidelijke invoering van het systeem over een periode van elf
jaar. Voor stoffen waarvan grotere hoeveelheden worden geproduceerd, zouden de meeste gegevens moeten worden
verstrekt en zou de registratie eerst moeten plaatsvinden. Voor stoffen die in kleinere hoeveelheden worden
geproduceerd, zouden minder gegevens moeten worden verstrekt en zou de registratie later kunnen plaatsvinden.
Laatstgenoemde bepalingen zullen met name voor kleine en middelgrote ondernemingen de last van de regelgeving
verminderen.
Strengere controles zullen worden ingevoerd voor de meest zorgwekkende
chemische stoffen. Zo zal voor bepaalde soorten stoffen zoals stoffen die carcinogeen, mutageen of giftig voor
de voortplanting zijn (CMR-stoffen), persistente, bioaccumulerende en toxische stoffen (PBT-stoffen), en zeer
persistente en sterk bioaccumulerende stoffen (VPVB-stoffen) een vergunningprocedure worden ingevoerd en zouden
die stoffen eerder worden geregistreerd. In sommige gevallen zouden ook andere stoffen, bijvoorbeeld
hormoonontregelaars, geval per geval in het vergunningsysteem kunnen worden opgenomen wanneer wordt aangetoond
dat zij tot even grote bezorgdheid aanleiding geven.
Voor elk gebruik van dergelijke
stoffen zal een vergunning voor een specifiek gebruik moeten worden verleend. De besluiten zullen worden genomen
op basis van een risicobeoordeling en rekening houdend met andere sociaal-economische factoren.
Voor andere stoffen zoals polymeren (chemische stoffen die als grondstof voor kunststoffen
en detergenten en voor een breed scala aan andere producten worden gebruikt) en stoffen die als tussenproduct
worden gebruikt (chemische stoffen die worden gebruikt om andere chemische stoffen of andere producten te
vervaardigen) zullen aanzienlijk lichtere registratievoorschriften gelden. In veel gevallen, wanneer er weinig
gevaar van blootstelling is, zullen polymeren en tussenproducten van registratie worden vrijgesteld.
Verwacht wordt dat circa 80% van alle stoffen alleen zal hoeven te worden geregistreerd,
terwijl voor de overige producten een veiligheidsbeoordeling zal moeten plaatsvinden en naderhand een vergunning
zal moeten worden verleend.
De lidstaten zullen verantwoordelijk zijn voor de
evaluatie van de stoffen, waarbij ze bepaalde registratiedossiers onderzoeken en toezicht uitoefenen op de
toepassing van REACH binnen hun grondgebied. Zij zullen ook beperkingen op het gebruik van stoffen kunnen
voorstellen - op basis van een gestructureerde risicobeoordeling - wanneer zij van oordeel zijn dat een
wetgevend optreden van de EU noodzakelijk is, hoewel het definitieve besluit over dergelijke beperkingen door de
Commissie zou worden genomen.
De Commissie zou vergunningen verlenen na rekening te
hebben gehouden met de meningen van het Agentschap over het risico en de sociaal-economische aspecten. Bij
besluiten over vergunningen zal rekening worden gehouden met de door de aanvragende ondernemingen geboden
garanties en met de beschikbare informatie over alternatieve stoffen en processen waardoor het aanwezige risico
kan worden verminderd. Ter vereenvoudiging van het systeem en ter vermindering van de kosten zal een vergunning
geldig zijn voor ondernemingen verder in de leveringsketen zolang als zij zich houden aan de voorwaarden van de
vergunning voor het bedoelde gebruik en het Agentschap op de hoogte brengen.
EEN NIEUW AGENTSCHAP
Er wordt voor het beheer van REACH een
nieuw Agentschap voor chemische stoffen voorgesteld, dat voor de efficiënte werking van het nieuwe systeem zal
moeten zorgen. Dit omvat het verlenen van advies aan de Commissie en begeleiding aan de lidstaten en de
ondernemingen, inclusief het MKB. Niet-vertrouwelijke gegevens die door REACH worden geproduceerd, zullen via
een voor het publiek toegankelijke en door het Agentschap beheerde databank ter beschikking van
downstream-gebruikers van chemische stoffen en van het algemene publiek worden gesteld.
ONDERZOEK EN INNOVATIE
Onderzoek en innovatie - van vitaal
belang voor het concurrentievermogen van veel kleine ondernemingen in deze sector - zullen worden aangemoedigd
door ervoor te zorgen dat onderzoek en ontwikkeling zonder registratie kunnen plaatsvinden gedurende vijf jaar,
verlengbaar tot tien jaar, hetgeen een aanzienlijke uitbreiding is ten opzichte van de bestaande
bepalingen.
Om de noodzaak van dierproeven tot een minimum te beperken en de kosten
laag te houden, wordt een systeem van gegevensuitwisseling tussen ondernemingen voorgesteld. Bovendien wordt in
een aanzienlijke mate van flexibiliteit voorzien wat de testvoorschriften betreft, waardoor de industrie de
mogelijkheid zou hebben om gebruik te maken van alternatieve informatiebronnen voor de aanvulling van leemten in
de gegevens, of om te argumenteren dat bepaalde tests niet noodzakelijk zijn omdat er geen sprake is van
blootstelling.
DOEL VAN DE INTERNETRAADPLEGING
De internetraadpleging heeft tot doel de werkbaarheid van de voorstellen bij de belanghebbenden uit te
testen. Er zijn ongeveer 1 200 bladzijden wetgevingstekst, grotendeels bestaande uit technische bijlagen die
geen nieuwe voorschriften bevatten, alsmede een reeks volkomen nieuwe procedures. De Commissie wil graag
feedback over de ontwerpen ontvangen voordat zij, zo spoedig mogelijk, de laatste hand aan haar voorstel
legt.
De teksten van de voorstellen vind je hier en hier en hier.
Klik hier voor een eerste reactie van de Europese
Groenen.