Het Parlement reageert op het vierde jaarverslag van de Raad over
de uitvoering van de Europese gedragscode betreffende wapenuitvoer. Hoewel het Parlement tevreden is met de
bereikte vooruitgang bij de tenuitvoerlegging van de gedragscode, wenst het meer gegevens te ontvangen van de
Raad over de aard en hoeveelheid van de geleverde wapens, over de totale waarde van de export, het aantal
geweigerde vergunningen en de redenen van weigering. Daarnaast wil het Parlement nauwkeuriger inlichtingen over
de landen van bestemming van wapens en over de indeling van de eindgebruikers om tot grotere transparantie te
komen.
Het EP juicht toe dat de lidstaten het eens zijn geworden over minimumgegevens die
een eindbestemmingscertificaat moet bevatten, maar is van mening dat toezicht na uitvoer, met de mogelijkheid
tot het opleggen van sancties, noodzakelijk is. Het Parlement doet daarom een beroep op de lidstaten om de
mogelijkheid te bestuderen voor de invoering van een gemeenschappelijk Europees toezichtsysteem. Daarbij kan
gedacht worden aan het model van een Europees Agentschap voor controle op wapenuitvoer.
De
leden prijzen het Franse initiatief om een voorstel te presenteren voor een Internationale Gedragscode voor
transparantie van en verantwoordelijkheid voor wapentransfers, naar voorbeeld van de EU-gedragscode. De leden
betreuren echter dat op de G8-top van juni 2003 in Evian bij gebrek aan Amerikaanse en Russische steun geen
vooruitgang terzake kon worden geboekt. Het Parlement noemt een dergelijk internationaal initiatief dringend
noodzakelijk, “niet in de laatste plaats in het licht van recentelijk verkregen inzicht in de bewapening van
Irak.”
De volksvertegenwoordiging steunt het voornemen van de Commissie om een voorstel in
te dienen dat voorziet in een verbod op de export van alle goederen die voor foltering worden gebruikt en in
strikte controles op goederen die eventueel voor interne onderdrukking kunnen worden aangewend. Het EP herhaalt
zijn wens om op middellange termijn van de gedragscode een bindend instrument te maken en het wapenexportbeleid
van de lidstaten volledig te harmoniseren. Het Parlement is van mening dat de uitvoer van wapens naar landen die
betrokken zijn bij gewapende conflicten in beginsel verboden dient te worden. In afwachting van een volledig
verbod pleit het EP voor de volgende tussenstappen:
volledig vooroverleg tussen de lidstaten bij de
transfer van wapens naar crisisgevoelige regio's;
opneming van alle beginselen, normen en operationele
bepalingen van de gedragscode in nationale wetgeving, waarbij het recht van de lidstaten om een restrictiever
nationaal beleid ten uitvoer te leggen, moet blijven bestaan