Agalev-europarlementslid Bart STAES schaart zich
achter het voorstel om te bestuderen of muntstukken van 1 en 2 euro niet beter zouden worden vervangen door
biljetten. "Muntstukken van 1 en 2 euro wegen zwaar door. Letterlijk, maar ook figuurlijk. Zoals zoveel mensen
heb ook ik mezelf er immers al op betrapt dat ik geneigd ben deze munten gemakkelijk uit te geven. Toch
vertegenwoordigen ze een relatief hoge waarde. Zeker ook voor de inwoners van de Uitbreidingslanden. Daar is het
welvaartsniveau voorlopig minder hoog."
"Te veel nog rekent de Europese consument in
zijn oude munt," weet Staes. "'Eén euro' vertegenwoordigt nochtans veel meer dan pakweg één frank of één
gulden, om nog maar te zwijgen van de peseta of de lire. Het is ook één van de redenen waarom wordt voorgesteld
de dubbele prijsaanduiding helemaal te schrappen."
Er is meer dan één
'psychologisch' aspect verbonden aan de stukken van 1 euro: door ze om te vormen tot een biljet plaatst Europa
ze ook regelrecht tegenover de Amerikaanse dollar. "Het EP spreekt vandaag ook over de biljetten van 500 euro.
Hoewel veel mensen het dure briefje waarschijnlijk nog niet in handen hebben gehad, bestaat de vrees dat deze
coupure wordt gebruikt om geld wit te wassen," verklaart Staes. "Hoewel de 500-eurobiljetten erg handig zijn bij
bv. de perfect legale veehandel of markt van tweedehandswagens, zijn ze voor het overige toch vooral te vinden
in criminele milieus. Een zo'n bankje vertegenwoordigt al snel de helft van een gemiddeld maandloon: overbodig
erop te wijzen dat je in een kleine koffer een heel huis kwijt kan."
De discussie
over de euro besprak ook de noodzakelijkheid van de kleine muntjes. Er is een strekking in het EP die vindt dat
lidstaten zelf moeten kunnen beslissen of ze de stukken van 1 en 2 eurocent willen behouden. "Een brood kost
1,51 euro. Veel broodautomaten werken nu al niet meer met het muntje van 1 eurocent," weet Staes. "Het is maar
een van de vele aanwijzingen dat de detailhandel én de consumenten niet echt blijf weten met de allerkleinste
euromuntjes. Daar staat tegenover dat het afschaffen ervan natuurlijk niet mag leiden tot een algemene
prijsverhoging. In deze evaluatie van de invoering van de euro betreurt de rapporteur overigens dat ze, vooral
dan in de dienstensector, het leven duurder heeft gemaakt."
Tot slot adviseert een
van de rapporten dat ook geldautomaten (meer) bankbiljetten van 5 of 10 euro uit de muur zouden moeten
leveren.