(22/05/07) EP neemt verslag over biologische landbouwproducten aan

• 2007-05-22

Op 29 maart stemde het Parlement voor striktere regelgeving voor biologische landbouwproducten op basis van het verslag van Marie-Hélène AUBERT (GROENEN/EVA, FR) . Omdat de Commissie en de Raad weigerden om voor dit onderwerp de medebeslissingsprocedure te laten gelden, werd de tekst op verzoek van de rapporteur terugverwezen naar de landbouwcommissie. Hoewel in maart een meerderheid in het EP de medebeslissingsprocedure wilde laten gelden, zijn de meeste politieke fracties inmiddels van mening dat de Raad voldoende amendementen van het Parlement heeft aanvaard om het verslag Aubert aan te kunnen nemen. Voorafgaand aan de stemming verklaarde de rapporteur evenwel dat er in de discussie met de Raad geen belangrijke vooruitgang was geboekt. De rapporteur betreurt dat een meerderheid van de fracties de stemming niet verder wilde uitstellen en niet tot op het einde gebruik wilde maken van dit pressiemiddel.

BEHOUD VERTROUWEN CONSUMENTEN

Door voor de tekst te stemmen, hecht het Europees Parlement haar goedkeuring aan het Commissievoorstel, maar neemt het tegelijkertijd een groot aantal amendementen aan die gericht zijn op het behouden van het consumentenvertrouwen in de biologische landbouw. Met de groeiende vraag naar biologisch voedsel is ook de noodzaak van Europese richtlijnen op dit gebied groter geworden. Het EP stelt dat het communautaire wettelijke kader voor de biologische productie gericht moet zijn op het verzekeren van eerlijke concurrentie en een goede werking van de interne markt voor biologische producten, evenals op het behoud van het vertrouwen van de consument in de als biologisch aangeduide producten.

GENETISCH GEMODIFICEERDE ORGANISMEN (GGO's)

Volgens het Parlement zijn genetisch gemodificeerde organismen (GGO's) onverenigbaar met het concept van de biologische productie en het beeld dat de consument heeft van biologische producten. Daarom mogen GGO's niet worden gebruikt in de biologische landbouw of bij de verwerking van biologische producten. Ook met of door GGO's geproduceerde producten zijn niet toegestaan. Alleen biologisch geproduceerd zaad en teeltmateriaal waarvan bewezen is dat het vrij is van GGO's mag worden gebruikt. Diervoederfabrikanten noch -verwerkers mogen GGO's of door GGO's geproduceerde producten gebruiken. Marktdeelnemers moeten alle gepaste stappen ondernemen om elke verontreiniging met GGO's te vermijden en moeten bewijzen dat zo'n verontreiniging niet heeft plaatsgevonden. Ook geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik mogen niet van deze verordening worden uitgesloten, in tegenstelling tot wat de Commissie voorstelde.

0,1%-DREMPEL - VERVUILER BETAALT

Het EP vindt dat de lidstaten het noodzakelijk wetgevend kader vast moeten leggen, gebaseerd op het voorzorgsbeginsel en het beginsel dat de vervuiler betaalt, ter voorkoming van de verontreiniging van biologische producten met GGO's. De aanwezigheid van GGO's in biologische producten is uitsluitend beperkt tot niet te voorziene en technisch onvermijdbare volumes met een maximale waarde van 0,1%. Deze grens geldt ook voor etikettering van biologische producten. Gezien het toenemende gevaar dat biologische zaden, diervoeder en levensmiddelen worden verontreinigd met GGO's en het ontbreken van nationale wetgeving in veel landen, moet de Commissie vóór 1 januari 2008 een voorstel voor een kaderrichtlijn indienen, waarin tevens een wettelijk kader wordt vastgesteld voor de aansprakelijkheid bij besmetting met GGO's op basis van het beginsel dat de vervuiler betaalt. Daarnaast stelt het Parlement dat bij de productie van organisch voedsel biologische en mechanische productiemethodes de voorkeur genieten boven het gebruik van stoffen zoals synthetische materialen. Het gebruik van deze stoffen moet strikt beperkt worden en mag alleen onder strikte voorwaarden plaatsvinden.

EUROPEES LOGO

De leden zijn van mening dat het door de Commissie vast te stellen communautaire logo over het gehele grondgebied van de Europese Unie als belangrijkste herkenningssymbool voor biologische producten moet gaan dienen. Dit logo mag alleen gebruikt worden voor producten die voor ten minste 95% uit biologische ingrediënten bestaan. Naast bovengenoemde maatregelen moeten de controles verbeterd worden. Nationale controleorganisaties moeten worden geaccrediteerd volgens Europese normen en de lidstaten dienen er altijd voor te zorgen dat het ingevoerde controlesysteem in elk stadium van de productie, bereiding en distributie producten kan traceren. Wanneer marktdeelnemers uit een derde land hun product in de handel willen brengen met de vermelding “biologisch” op het etiket, moeten zij op elk gewenst moment een certificaat van conformiteit kunnen overleggen.

BIOLOGISCHE NON-FOOD

In tegenstelling tot wat de Commissie voorstelt, vindt het EP dat de nieuwe verordening ook van toepassing moet zijn op cateringactiviteiten, kantines en restaurants en andere producten, zoals wol, textiel en cosmetica. Aquacultuur- en visserijproducten mogen daarentegen niet onder de regeling vallen (hoewel de Commissie dit wel had voorgesteld), omdat deze producten niet zomaar met landbouwproducten kunnen worden gelijkgesteld.

Reactie Europese Groenen