De Europese Commissie heeft België een laatste schriftelijke waarschuwing
toegezonden in vijf zaken die verband houden met inbreuken op de milieuwetgeving
van de EU. Het betreft de wetgeving inzake lawaaihinder, strategische
milieueffectrapportage, toegang van het publiek tot milieu-informatie, water,
afvalstoffen en natuurbehoud. Deze acties zijn onderdeel van een reeks op
milieu-inbreuken betrekking hebbende maatregelen aan het adres van verschillende
lidstaten, die door de Commissie momenteel worden aangekondigd. Inmiddels kon de
Commissie drie eerder bekendgemaakte zaken tegen België inzake effectrapportage,
natuurbehoud en overbrenging van afvalstoffen afsluiten nadat de Belgische
autoriteiten nieuwe maatregelen hadden aangemeld.
De voor milieuzaken bevoegde Commissaris Stavros Dimas verklaarde in
dit verband het volgende: "Ik ben verheugd dat België maatregelen heeft
getroffen waardoor wij een aantal eerdere inbreukprocedures kunnen afsluiten. Ik
hoop dat België nu snel het nodige zal doen om andere onvolkomenheden in zijn
milieubeschermingsbeleid te verhelpen.”
STORTPLAATS IN FLOBECQ
De Commissie heeft België een laatste schriftelijke waarschuwing toegezonden
met de boodschap dat het voor het Europees Hof van Justitie gedaagd kan worden
in verband met milieuproblemen die samenhangen met een stortplaats in Flobecq in
het Waalse Gewest. Het feit dat onvoldoende controle wordt uitgeoefend op het
vrijkomen van verontreinigende stoffen vormt een inbreuk op de EU-wetgeving ter
bescherming van oppervlakte- en grondwater. Er zijn voorts aanwijzingen dat de
EU-wetgeving inzake afvalstoffen eveneens wordt overtreden.
De Belgische autoriteiten hebben niet gereageerd op een eerste aanmaning, die
in maart 2005 werd verzonden. De Commissie is van oordeel dat dit een schending
is van de samenwerkingsplicht die krachtens het Verdrag op alle lidstaten rust.
LAWAAIHINDER, STRATEGISCHE MILIEUEFFECTRAPPORTAGE EN TOEGANG VAN HET
PUBLIEK TOT MILIEU-INFORMATIE
De Commissie heeft België een laatste schriftelijke waarschuwing toegezonden
omdat het heeft nagelaten de Commissie in kennis te stellen van zijn nationale
wetgeving ter uitvoering van de EU-wetgeving inzake lawaaihinder, strategische
milieueffectrapportage en toegang van het publiek tot milieu-informatie. Tegen
verschillende andere lidstaten zijn vergelijkbare stappen ondernomen.
BEDREIGINGEN VOOR DE EUROPESE HAMSTER
Aan België is een laatste schriftelijke waarschuwing toegezonden in verband
met ontoereikende maatregelen ter bescherming van de Europese hamster, Cricetus
cricetus. Sinds 1994 zijn de lidstaten krachtens de Habitatrichtlijn van de EU
verplicht deze soort zorgvuldig te beschermen. In België is de hamster echter,
hoofdzakelijk als gevolg van intensieve landbouwmethodes, met uitsterven
bedreigd. De Belgische Gewesten nemen nu wel stringentere
beschermingsmaatregelen, maar de Commissie acht deze ontoereikend. Daarom heeft
zij in 2004 een eerste aanmaning gestuurd. Wallonië heeft daarop geantwoord,
maar van Vlaanderen is geen reactie ontvangen. Het feit dat Vlaanderen niet
geantwoord heeft, kan worden aangemerkt als gebrek aan samenwerking. Wallonië
heeft dus wel maatregelen meegedeeld, maar deze zijn nog altijd onvoldoende om
de ernstige bedreigingen voor de hamster adequaat aan te pakken.
AFGESLOTEN ZAKEN
** Wetgeving inzake milieueffectrapportage
In december 2003 had de Commissie België een laatste aanvullende waarschuwing
toegezonden wegens het niet naleven van een arrest van het Hof van Justitie uit
2002 waarvan de conclusie was dat het Vlaamse en het Waalse Gewest hadden
nagelaten wetgeving inzake de milieueffectrapportage over projecten vast te
stellen en mee te delen (meer info). Na de kennisgeving van nieuwe decreten door deze
gewesten heeft de Commissie de zaak gesloten.
** Bescherming van vogelgebieden
In december 2003 had de Commissie België een eerste aanvullende waarschuwing
toegezonden wegens het niet naleven van een arrest van het Hof van Justitie uit
2003 betreffende onvolkomenheden in de Vlaamse wetgeving ter bescherming van
belangrijke vogelgebieden (meer info). Dankzij verbeteringen in de Vlaamse wetgeving kon
deze zaak worden gesloten.
** Uitvoer van biologisch afbreekbare afvalstoffen
In december 2002 had de Commissie België een laatste schriftelijke
waarschuwing toegezonden wegens het opleggen van onrechtmatige beperkingen aan
de uitvoer van biologisch afbreekbare afvalstoffen van Vlaanderen naar Nederland
(meer info).
De Commissie was van oordeel dat dit in strijd was met de EU-wetgeving
betreffende de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen. De Belgische
autoriteiten hebben sindsdien garanties gegeven dat zij zullen voldoen aan de
desbetreffende EU-regels, zodat de Commissie de zaak kon sluiten.
JURIDISCHE PROCEDURE
** Standaardprocedure
Artikel 226 van het Verdrag verleent de Commissie de bevoegdheid om in rechte
op te treden tegen een lidstaat die zijn verplichtingen niet nakomt.
Indien de Commissie van mening is dat er sprake kan zijn van een inbreuk op
het EU-recht die het inleiden van een inbreukprocedure rechtvaardigt, richt zij
een "schriftelijke aanmaning" (d.w.z. een eerste schriftelijke waarschuwing) aan
de betrokken lidstaat, waarbij zij deze lidstaat verzoekt haar binnen een
bepaalde termijn (meestal twee maanden) zijn opmerkingen te doen toekomen.
In het licht van het antwoord van de lidstaat - of indien een antwoord
uitblijft - kan de Commissie besluiten de lidstaat een "met redenen omkleed
advies" (d.w.z. een laatste schriftelijke waarschuwing) te doen toekomen. Daarin
wordt duidelijk en definitief uiteengezet waarom de Commissie van mening is dat
er een inbreuk op het Gemeenschapsrecht is geweest en wordt de lidstaat verzocht
om binnen een bepaalde periode, meestal twee maanden, zijn verplichtingen na te
komen.
Als de lidstaat geen gevolg geeft aan het met redenen omklede advies, kan de
Commissie besluiten de zaak voor te leggen aan het Hof van Justitie. Als het Hof
van Justitie tot het besluit komt dat er sprake is van een inbreuk op het
Verdrag, moet de lidstaat die de overtreding heeft begaan alle nodige
maatregelen treffen om aan zijn verplichtingen te voldoen.
De in deze persmededeling genoemde inbreukacties zijn ondernomen krachtens
artikel 226 van het Verdrag, tenzij anders vermeld.
** Vervolgprocedure
Artikel 228 van het Verdrag geeft de Commissie de bevoegdheid op te treden
tegen een lidstaat die een eerder arrest van het Europees Hof van Justitie niet
uitvoert, eerst door een eerste schriftelijke waarschuwing (“schriftelijke
aanmaning”) en ten slotte door een tweede en laatste waarschuwing (“met redenen
omkleed advies”) te doen uitgaan. Dat artikel voorziet ook in de mogelijkheid
voor de Commissie, het Hof te verzoeken de lidstaat een dwangsom op te leggen.
Klik hier voor de recentste gegevens over inbreuken in het
algemeen