De Europese Commissie heeft vandaag een voorstel
ingediend voor een richtlijn van de Raad betreffende de gelijke behandeling van mannen en vrouwen buiten het
werk. Het voorstel spitst de aandacht specifiek toe op de toegang tot en de levering van goederen en diensten.
Voorgesteld wordt bijvoorbeeld om het gebruik van geslacht als factor bij de berekening van premies en
uitkeringen in het kader van verzekeringen en aanverwante financiële diensten te verbieden. Het voorstel zal ter
goedkeuring (met eenparigheid van stemmen) aan de Raad worden voorgelegd na raadpleging van het Europees
Parlement.
Volgens Anna
Diamantopolou, commissaris van Werkgelegenheid en Sociale Zaken, is het “een baanbrekend voorstel
dat solidariteit tussen mannen en vrouwen in Europa eist. Evenals bij eerdere doorbraken op het gebied van de
gelijkheid van vrouwen en mannen reageren sommige sectoren van het bedrijfsleven pessimistisch op het voorstel.
Ondanks de vrees van het bedrijfsleven zal deze richtlijn een besluitvormingsproces op gang brengen om
seksediscriminatie bij de toegang tot en de levering van goederen en diensten te verbieden. De richtlijn
waarborgt gelijke voorwaarden voor alle bedrijven in de EU en billijke consumentenprijzen.”
De voorgestelde richtlijn verankert het beginsel van gelijke behandeling in het Gemeenschapsrecht en
voorziet in rechtsmiddelen waarop de Europese burgers een beroep kunnen doen als ze vinden dat hun rechten
worden geschonden.
Het voorstel is gebaseerd op artikel 13 van het EG-Verdrag, op grond
waarvan de Gemeenschap maatregelen kan nemen om discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming,
godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid te bestrijden. De Commissie heeft haar
voorstel op de levering van goederen en diensten toegespitst, omdat seksediscriminatie zich vooral op dit gebied
voordoet.
Het verbod op discriminatie geldt voor alle beschikbare goederen en diensten. Het
voorstel is echter flexibel en laat ruimte voor gerechtvaardigde uitzonderingen, bijvoorbeeld wanneer goederen
of diensten uitsluitend of hoofdzakelijk voor de leden van één sekse bestemd zijn (zoals bij niet-gemengde
zwemsessies in een zwembad of niet-gemengde privé-clubs), of wanneer de vaardigheden voor het leveren van
goederen of diensten voor beide seksen verschillen (zoals bij kappers).
De voorgestelde
richtlijn richt zich expliciet op de problemen met premies en uitkeringen in de verzekeringssector. In het
merendeel van de gevallen betalen vrouwen hogere premies voor pensioenen en lijfrentes of betaalt het plan
jaarlijks minder uit.
Mannen betalen hogere premies voor levensverzekeringen. De
verzekeringssector rechtvaardigt deze verschillen door te wijzen op het feit dat vrouwen langer leven. Er zijn
echter verschillende niet-seksegerelateerde factoren die even bepalend zijn voor de levensverwachting, zoals de
sociaal-economische situatie, de burgerlijke staat, de woonplaats en het rookgedrag. Als de impact van deze
factoren wordt geneutraliseerd, zijn de verschillen in levensverwachting tussen mannen en vrouwen veel kleiner
dan wordt beweerd. In sommige lidstaten betalen mannen meer voor een autoverzekering. Ook hier spelen andere
factoren dan geslacht een rol. De Commissie is daarom van mening dat het berekenen van risico's op grond van
geslacht een vorm van discriminatie is.
Bij gezondheidsverzekeringen moeten vrouwen vaak
hogere premies betalen omdat de kans bestaat dat ze zwanger worden en kinderen baren (wat kosten meebrengt). De
discriminatie bestaat er in dit geval in dat de baten ten goede komen van de hele samenleving, terwijl de kosten
slechts door één segment van de bevolking worden gedragen.
Twee trends convergeren zodat de
discriminerende praktijken nog duidelijker in het oog springen. Op de eerste plaats hebben steeds meer vrouwen
werk: het percentage werkende vrouwen is tussen 1996 en 2001 met 5 procentpunten gestegen tot 54,9%, terwijl het
percentage werkende mannen in dezelfde periode met 3 procentpunten is gestegen. Dit betekent dat meer vrouwen
actief worden op de markt voor particuliere pensioenplannen, levensverzekeringen, verzekeringen tegen
gevaarlijke ziekten en particuliere gezondheidsverzekeringen. Tegelijkertijd stimuleert de overheid het
afsluiten van particuliere verzekeringen om de gevolgen van de vergrijzing van de bevolking voor de
overheidsfinanciën te neutraliseren. Vrouwelijke werknemers worden noodgedwongen geconfronteerd met een markt
die discriminerende praktijken toepast om tarieven en uitkeringen te bepalen. De pensioen- en
gezondheidsvoorzieningen van de overheid zijn sekseneutraal.
De Commissie erkent dat het
beginsel van gelijke behandeling een wijziging van de werkmethoden in de verzekeringssector vereist. Daarom
voorziet het voorstel in een overgangsperiode van zes jaar om de sector de kans te geven zich aan te
passen.
Dit is niet de eerste richtlijn die discriminatie buiten het werk probeert te
bestrijden. In 2000 heeft de Raad de richtlijn inzake raciale gelijkheid goedgekeurd, die discriminatie op grond
van ras of etnische afstamming op en buiten het werk verbiedt (met name op het gebied van sociale zekerheid,
huisvesting en goederen en diensten). Deze richtlijn moest uiterlijk 19 juli 2003 in nationale wetgeving zijn
omgezet.