AA
(03/07/06) Milieueffectbeoordeling: Commissie onderneemt juridische stappen voor een betere toepassing in 10 lidstaten waaronder België

De Europese Commissie heeft tegen 10 lidstaten inbreukprocedures ingeleid wegens het overtreden van een belangrijk stuk EU-wetgeving betreffende de milieueffectbeoordeling (MEB) van projecten. Deze richtlijn moet ervoor zorgen dat de milieueffecten van een brede waaier van infrastructurele, industriële, mineraalwinnings- en andere projecten goed worden doorgelicht alvorens deze projecten worden uitgevoerd. Bovendien hebben de burgers door deze richtlijn belangrijke inspraakrechten. De Commissie heeft lacunes en tekortkomingen in de nationale wetgeving van de tien lidstaten gevonden en heeft daarom beslist om hen een eerste schriftelijke waarschuwing te sturen zodat de lidstaten alsnog kunnen voldoen aan alle bepalingen in de richtlijn.

Milieucommissaris Stavros Dimas verklaarde: “De EU-burgers en het Europees Parlement uiten geregeld hun bezorgdheid over de manier waarop milieueffectbeoordelingen worden uitgevoerd. Door een betere nationale en regionale wetgeving inzake milieueffectbeoordeling zullen de klachten afnemen en zal het milieu in Europa beter worden beschermd. "

VOORKOMEN EN BEPERKEN VAN MILIEU-EFFECTEN

De MEB-richtlijn[1] bepaalt dat lidstaten, alvorens vergunningen af te geven, een milieueffectbeoordeling moeten uitvoeren van openbare en particuliere projecten, indien deze projecten mogelijk belangrijke effecten op het milieu kunnen hebben. De doelstelling is het opsporen van milieueffecten en het beantwoorden van de vraag of deze kunnen worden voorkomen of beperkt. De burger moet worden geraadpleegd en met zijn mening moet worden rekening gehouden wanneer er wordt beslist of een project een vergunning krijgt of niet.

Voor sommige projecten, zoals de aanleg van snelwegen, zijn milieueffectbeoordelingen verplicht. Voor andere projecten, zoals stadsontwikkelingsprojecten, moeten de lidstaten eerst bepalen voor welke projecten een beoordeling is vereist.

Dit kan gebeuren aan de hand van drempelwaarden of criteria, door elk geval individueel te onderzoeken of door een combinatie van deze instrumenten, zolang maar wordt gewaarborgd dat alle projecten met significante milieueffecten worden beoordeeld.

De richtlijn werd in 1985 aangenomen en in 1997 herzien en aangescherpt. De lidstaten dienden tegen maart 1999 de nodige nationale wetgeving ter omzetting van de gewijzigde bepalingen aan te nemen. Een nieuw amendement werd in 2003 aangenomen en geeft de burgers nu het recht om beroep in te stellen voor inspraak.

TEKORTKOMINGEN

De Commissie heeft de omzetting van de herziene richtlijn in de nationale wetgevingen van elke lidstaat onderzocht en vastgesteld dat lidstaten op een aantal gebieden tekortkomen. De Commissie heeft daarom een eerste schriftelijke waarschuwing gestuurd naar de volgende lidstaten: Oostenrijk, België, Cyprus, Tsjechië, Duitsland, Griekenland, Luxemburg, Malta, Nederland en Polen.

De niet-naleving van de richtlijn door deze lidstaten heeft uiteenlopende oorzaken. Een probleem dat in alle lidstaten voorkwam, is dat bepaalde projectcategorieën niet moeten worden onderworpen aan MEB’s en dat de manier om projecten te onderzoeken om te zien of een MEB nodig is, niet adequaat is. Vooral kleinere projecten worden niet op een passende wijze behandeld.

BELGIË

Zowel de federale wetgeving als de wetgeving van de drie gewesten vertonen tekortkomingen. Voor veel projectcategorieën in Wallonië en Brussel wordt niet in een MEB voorzien.

Meer info

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?