Samenvatting
Jaarlijks vloeit er minstens 463,7 miljoen euro steun naar de nucleaire sector. Dat blijkt
uit dit rapport dat Groen! heeft samengesteld op basis van de begrotingscijfers van de Belgische staat, de
Europese Unie en verschillende nucleaire bedrijven. Het bedrag wordt bijeengebracht via belastinggeld, heffingen
op het transport van energie en de hoge elektriciteitsfactuur voor de consument. Daarbovenop komt de
vrijstelling van aansprakelijkheid die de nucleaire sector geniet. Omdat de verzekering bij ongeval voor
kerncentrales geplafonneerd is, ontlopen de centrales tot zo'n 2,25 miljard euro per jaar. Die vrijstelling
moet worden geschrapt, zegt Groen!.
Groen! knoopt aan het rapport de vraag dat het Rekenhof een
diepgravende studie zou maken over welke bedragen de nucleaire sector in het verleden ontvangen heeft, en welke
openstaande facturen nog moeten betaald worden. Die studie moet de leidraad vormen voor een groot
maatschappelijk debat over wie die facturen zal betalen. Het principe 'de vervuiler betaalt' moet volledig
consequent uitgevoerd worden, vraagt Groen!. Nu draaien staat en consument op voor de nucleaire erfenis.
Dit rapport toont aan dat de nucleaire sector niet zonder verdoken subsidies kan overleven. De
hele maatschappij moet opdraaien voor de enorme kosten van kernenergie -- controles, stockage en verwerking van
afval, de ontmanteling van kerninstallaties.
Bovendien bevat die 463,7 miljoen niet eens alle
kosten van kernenergie. Een aantal elementen is eruit gelaten, wegens te weinig cijfermateriaal. Belangrijkste
daarvan is de korting die de nucleaire sector krijgt onder vorm van een verlaagde verzekeringspremie.
Die gebrekkige aansprakelijkheid werd vastgelegd in de internationale Conventies van Parijs en
Wenen. De exploitant van een nucleaire site hoeft zich niet te verzekeren tegen de volledige schade aan derden
bij een ongeluk, maar hoeft zich slechts te verzekeren voor een geplafonneerd bedrag. De rest is voor rekening
van de overheid. Wanneer er een ongeluk is, zal de Belgische Staat opdraaien voor de kosten..
Uit
het Groen!-rapport blijkt dat zonder die onterechte korting de kostprijs van kernenergie tot 300% zou stijgen.
Die berekening is gebaseerd op een studie in opdracht van de Europese Commissie, uitgevoerd door het Nederlandse
bureau CE. Per jaar ontduikt de nucleaire sector dankzij deze onterechte korting een bedrag van 0,99 tot 2,25
miljard euro.
Zonder verzekeringsplafond kan de productie van elektriciteit uit kernenergie niet
concurreren met andere elektriciteitsbronnen. Het wordt tijd dat de nucleaire sector op gelijke voet wordt
geplaatst met de rest van de samenleving.
Ook de kostprijs voor de verwerking van nucleair afval
is duizelingwekkend hoog. In totaal gaat de ontmanteling van de kerncentrales en de verwerking van het nucleair
afval minstens 9,75 miljard euro kosten. Daarvan zal de Belgische elektriciteitsconsument het grootste deel
ophoesten.
Inleiding
Vijftig jaar geleden verklaarde
Lewis Lichtenstein Strauss, voorzitter van de 'US Atomic Energy Commission' dat kernenergie 'too cheap to
meter' zou worden. De prijs van elektriciteit zou zo fel dalen dat het niet langer de moeite zou zijn om
elektriciteitsmeters te installeren.
Ondertussen is gebleken dat Lichtenstein Strauss zich
schromelijk heeft vergist. Kernenergie blijkt een dure en oneconomische vorm van elektriciteitsvoorziening te
zijn. Zelfs na vijftig jaar blijft de nucleaire sector jaarlijks enorme geldstromen ontvangen. Dat gaat van geld
voor de aanleg van provisies voor de ontmanteling van de kerncentrales tot fondsen voor de behandeling en de
opslag van kernafval.
Dit dossier geeft een overzicht van de jaarlijkse geldtransfers van de
overheid en de burgers naar de nucleaire sector. Voor de eerste keer worden de verschillende geldstromen in
kaart gebracht. Het gaat om financiële transfers langs verschillende wegen: begrotingsenveloppes, heffingen
tot bijdragen aan het EU-budget voor Euratom.
Bovendien worden voor enkele grote dossiers ook
ramingen gegeven over door de overheid of de consument nog te betalen facturen. Het beheer van kernafval en de
ontmanteling van afgeschreven kerncentrales zal in de toekomst nog veel geld kosten.
Een
overzicht van de in het verleden betaalde sommen valt buiten reikwijdte van dit dossier. Echter, om de volledige
steun die de nucleaire sector in zijn 50-jarige bestaan heeft ontvangen in kaart te brengen, is het meer dan
aangeraden zulk onderzoek uit te voeren.
Tot slot wordt er dieper ingegaan op de gebrekkige
regeling van de verzekering van nucleaire sites. De nucleaire sector wentelt een groot deel van de
verzekeringskost rechtstreeks af op de overheid - een voordeel waar geen enkele andere vorm van
elektriciteitsopwekking kan van genieten.
Deel A: Hoe groot zijn de jaarlijkse
geldtransfers naar de nucleaire sector?
Dit jaar zal de Belgische samenleving om en
bij de 463,7 miljoen euro expliciete of verdoken steun betalen aan de nucleaire sector. Dit is een
minimumbedrag, gebaseerd op cijfers verzameld uit de publiek toegankelijke federale en de Europese begrotingen
en uit de jaarcijfers van de betrokken bedrijven. In werkelijkheid zal de totale factuur nog hoger zijn, want
van sommige kosten werden geen of geen betrouwbare cijfers gevonden, bijvoorbeeld de kosten voor de beveiliging
van de nucleaire sites en nucleaire transporten door de politiediensten en staatsveiligheid.
De begroting van de federale overheid en de financiering van de nucleaire sector in eigen
land
Op de begroting van de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en
Energie zijn verschillende uitgaven in de nucleaire sector voorzien [1] .
Het geld gaat zowel naar veiligheid, beheer van radioactief afval als naar nieuw onderzoek binnen de nucleaire
sector. Belangrijkste ontvangers zijn NIRAS en het SCK. NIRAS is de Nationale Instelling voor Radioactief Afval
en verrijkte Splijtstoffen en is de instelling die zich bezighoudt met stralingsbescherming en het beheer van
nucleair afval. Het SCK is een onderzoeksinstelling die activiteiten heeft binnen nucleaire veiligheid en
stralingsbescherming, medische en industriële toepassingen van straling en het einde van de
splijtstofcyclus.
1.1 Dotatie aan NIRAS voor het technisch passief van het SCK te Mol-Dessel
11.263.000 euro
1.2 Werkingssubsidie aan het SCK te Mol-Dessel
34.726.000 euro
1.3 Subsidie voor investeringen te verrichten door het
SCK
3.699.000 euro
SUBTOTAAL
49,688 miljoen
euro
De begroting van de federale overheid en de financiering van Euratom
De financiering van de Europese Unie door de lidstaten is behoorlijk complex. Er zijn
netto-ontvangers, en netto-betalers -- sommige landen investeren meer in de EU dan ze ervan terugkrijgen,
terwijl andere meer geld van de EU binnenhalen dan ze ertoe bijdragen. Na aftrek van de bedragen voor de
vergoedingen voor de Europese toppen en de vestigingen van de EU-instellingen in België, blijkt ons land
tot de groep van de netto-betalers te behoren. Aangezien het Euratom-budget wordt verdeeld vanuit de algemene
EU-begroting, kan de bijdrage van ons land aan Euratom berekend worden op basis van de bijdrage aan het
EU-budget [2] .
Euratombudget 2004
313,371 miljoen euro
Ons land financiert daar 2,1459% van, of
6,725 miljoen euro
SUBTOTAAL
6,725 miljoen
euro
De begroting van het Federaal Agentschap voor nucleaire controle (FANC)
De werking en de beveiliging van de nucleaire sector vereisen strenge controles. In ons land
staat het Federaal Agentschap voor nucleaire controle (FANC) in voor de bescherming van de bevolking tegen
straling. Zonder kerncentrales en bedrijven voor de productie van kernbrandstof zoals Belgonucleaire en FBFC zou
er in ons land uiteraard geen nood zijn aan een uitgebreid en duur agentschap als het FANC.
In de
begroting 2003 van het FANC waren er voor 15,2 miljoen euro ontvangsten voorzien afkomstig van retributies van
de sector. Daarvan was 12,3 miljoen euro afkomstig van Electrabel. De rest van de retributies zijn afkomstig van
enerzijds bedrijven uit de nucleaire sector zoals Belgonucleaire en FBFC, en anderzijds ook universiteiten.
In de berekening van de kosten voor de samenleving van de werking van het FANC worden enkel de
betalingen van Electrabel in rekening gebracht. Electrabel verhaalt deze kosten immers rechtstreeks op de
klanten.
Totaal begroting FANC
15,2 miljoen
Bijdrage Electrabel
12,3 miljoen euro
SUBTOTAAL
12,3 miljoen euro
De 'federale
bijdrage' op het transport van elektriciteit, ondermeer gebruikt voor de sanering van de nucleaire passiva BP1
et BP2
In de jaren zestig richtte een internationaal consortium van dertien OESO-landen
in partnerschap met de privé-sector in Dessel 'EUROCHEMIC' op. Het moest een opwerkingsfabriek worden,
een fabriek om gebruikte kernbrandstof te behandelen om er nieuwe kernbrandstof van te maken. Zo zou de
kernsector ten eeuwigen dage van brandstof voorzien kunnen worden.
EUROCHEMIC kon de
verwachtingen echter niet inlossen. Het bedrijf sloot na acht jaar, in 1974, al de deuren. De site draagt nu de
naam BP1. BP1 is een nucleair kerkhof in Dessel -- het gevolg van verkeerde keuzes van de nucleaire sector.
De gebouwen en terreinen zaten boordevol radioactiviteit, onder meer plutonium. Dat is een
langlevend en hoogradioactief element. De inademing van enkele miljoensten plutonium gram leidt tot longkanker.
De landen betrokken bij het project schoven de zwarte piet door naar de Belgische regering. Die
sloot een akkoord met de Belgische elektriciteitssector om de fabriek eventueel terug op te starten, maar de
privé-sector trok zich uiteindelijk terug. De Belgische Staat bleef volledig alleen achter met de
erfenis. Ze kreeg van het internationaal consortium wel nog 650 miljoen oude Belgische franken voor de sanering,
maar die gaat veel meer kosten (zie Deel B).
Dossier BP2 heette officieel de
"ex-Waste-installaties" van het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK). Het SCK heeft zelf gedurende vele jaren
nucleair afval zowel van eigen productie als van derden opgeslagen en behandeld. Dit is op een zeer slordige
manier gebeurd, met zware nucleaire vervuiling tot gevolg. Grote hoeveelheden hoogradioactief afval waren zeer
onzorgvuldig opgeslagen. Provisies om de kosten van de sanering te betalen waren er nauwelijks.
Op het einde van het jaar 2000 was al ongeveer 260 miljoen euro uitgegeven aan de sanering van
BP1 en BP2. De sanering van BP1 zou tegen 2007 rond zijn, die van BP2 tegen 2020. In Deel B wordt verder
ingegaan op de toekomstige kosten van de nucleaire passiva.
De financiering van de sanering wordt
doorgerekend aan de elektriciteitsconsument: een deel van de ontvangsten van de 'federale bijdrage' op het
transport van elektriciteit dient voor de sanering. Voor 2005 gaat het om een bedrag van 55 miljoen euro
[3] .
SUBTOTAAL
55
miljoen euro
Kost van het aanleggen van provisies voor de ontmanteling van
kerncentrales en het beheer van bestraalde splijtstof
Voor deze gegevens werd gekeken
naar de balans- en resultatenrekeningen van Electrabel [4] en de
dochteronderneming SYNATOM.
Electrabel voorziet jaarlijks een bedrag voor de ontmanteling van
kerncentrales en voor het beheer van bestraalde splijtstof. Dat bedrag wordt doorgerekend aan de
elektriciteitsconsumenten. De twee bedragen schommelen van jaar tot jaar. Voor dit rapport werd een gemiddelde
genomen van de laatste jaren (waarbij geen rekening gehouden werd met de extra aanleg van fondsen in 2003 en
2004 ten gevolge van de nieuwe wetgeving inzake de nucleaire provisies).
Gemiddelde
jaarlijkse kost voor de aanleg van provisies voor de ontmanteling van de kerncentrales voor de jaren 2001, 2002
en 2003
90 miljoen euro
Gemiddelde jaarlijkse kost
voor de aanleg van provisies voor het beheer van de bestraalde splijtstof voor de jaren 2001, 2002 en 2003
250 miljoen euro
SUBTOTAAL
340 miljoen
euro
TOTAAL (in miljoen euro):
Federale Begroting: 49,688
Euratom: 6,725
FANC: 12,3
Passiva: 55
Provisies: 340
TOTAAL: 463,7 miljoen euro
Verborgen kost van ontdoken verzekeringspremie
De 463,7 miljoen euro
per jaar steun aan de nucleaire sector is -- zoals reeds vermeld -- een onderschatting van het reële
bedrag. Een belangrijke kost van de nucleaire sector is niet in de berekeningen gestopt, wegens gebrek aan
voldoende cijfers voor ons land: de kost van de verzekering van nucleaire sites wordt voor een groot deel
afgewenteld op de overheid.
Al verschillende decennia kan de kernsector genieten van een
bijzondere regeling inzake nucleaire aansprakelijkheid. Dat werd vastgelegd in de internationale Conventies van
Parijs en Wenen. De exploitant van een nucleaire site hoeft zich niet te verzekeren tegen de volledige schade
aan derden bij een ongeluk, maar hoeft zich slechts te verzekeren voor een geplafonneerd bedrag. Bij schade of
een ongeval is de rest voor rekening van de overheid.
Het is niet evident te berekenen welk
bedrag op die manier jaarlijks wordt afgewenteld op de belastingbetaler. De Belgische Staat neemt immers geen
verzekering voor de bedragen waarvoor zij verantwoordelijk is. Wanneer er een ongeluk is, zal de Belgische Staat
de kosten daarvoor gewoonweg betalen.
In de studie 'Environementally harmful support measures in
EU Member States' [5] in opdracht van de Europese Commissie worden ramingen
voor de elektriciteitsprijs zonder plafonnering van de aansprakelijkheid:
- Frankrijk
huidige situatie: geplafonneerde verzekeringspremie 0,0017 c€/kWh
verzekeringspremie zonder aansprakelijkheidsplafond: 5 c€/kWh
De auteurs van
het rapport berekenen dat mits een volledige verzekering van de nucleaire centrales de productieprijs zou
oplopen tot 7,5 c€/kWh -- zo'n drie maal meer dan de huidige prijs. Ook voor Duitsland werd een
soortgelijke berekening gemaakt. Daar bedraagt de elektriciteitsprijs zonder aansprakelijkheidsplafond
2,2c€/kWh.
Wat geeft dit voor België?
Een kost van 2,2
c€/kWh (gebruik makende van het goedkopere tarief voor de Duitse markt) geeft voor de Belgische productie
van 45.000 GWh (45 miljard kWh) een bedrag van 0,99 miljard euro. Als we 5 c€/kWh nemen (ofwel de kost voor
ongeplafonneerde productie in de Franse markt), komen we zelfs aan 2,25 miljard euro.
Dat zijn
uiteraard gigantische bedragen. Als er dus geen plafond meer zou zijn voor de verzekering van nucleaire
installaties, verliest elektriciteit uit nucleaire bronnen de concurrentie met de andere bronnen van
elektriciteit.
Deel B: De kostprijs van de nucleaire erfenis in België
Huidige passiva
De werking van kerncentrales,
opwerkingsfabrieken en onderzoeksinstellingen heeft voor een grote hoeveelheid nucleair afval gezorgd. Dat gaat
van gebruikte splijtstoffen tot gecontamineerde gebouwen, installaties en instrumenten. Vaak is er onvoldoende
geld opzij gezet om de sites te saneren: er wordt dan gesproken van nucleaire passiva. De term nucleair passief
slaat op het verschil tussen het reële bedrag van de nucleaire kosten op het ogenblik -- het ogenblik
waarop ze zich voordoen -- en de financiële middelen die beschikbaar zullen zijn om deze kosten te dekken.
De bedragen hieronder slaan op de periode na 1 januari 2005. Het gaat om afgeronde bedragen. Er
kan een lichte variatie zitten op de bedragen omdat er in sommige nota's en documenten met
niet-geïndexeerde bedragen gewerkt wordt en in andere nota's dan weer wel met geïndexeerde bedragen.
Het gaat hier trouwens per definitie om schattingen: wat zal nu precies de kost zijn van de ontmanteling van de
nucleaire site in Mol-Dessel? Aangezien er nog maar zeer weinig ervaring is met het ontmantelen van volledige
nucleaire sites, blijft de bepaling van de totale kostprijs moeilijk.
De kosten van de sanering
van deze sites vallen, ten gevolge van verschillende beslissingen in het verleden, op de Belgische Staat:
- de Staat rekent de kosten van de sanering van de passiva BP1 en BP2 via een heffing door aan
de elektriciteitsconsument; [6]
- de Staat betaalt de
sanering van het 'technisch passief' van het SCK via de begroting (dus vanuit de belastinginkomsten).
1. De sanering van de nucleaire passiva BP1 en BP2 te Mol / Dessel
Nog
te betalen: 825 miljoen euro
2. De sanering van het 'technisch passief' van het SCK
Nog te betalen: 344 miljoen euro
TOTAAL: 1,169 miljard euro.
Zijn we zeker dat er volgende jaren geen nieuwe nucleaire passiva op de Belgische Staat
worden afgewenteld?
Het antwoord is neen. Echter, de regering beschikt over een zeer
krachtig instrument om dat te voorkomen. De programmawet van 12 december 1997 houdende diverse bepalingen
(artikel 9) heeft aan NIRAS de opdracht gegeven om een nucleaire inventaris op te stellen, een "repertorium van
de lokalisatie en de staat van alle nucleaire installaties en alle plaatsen die radioactieve stoffen bevatten,
de raming van de kost van hun ontmanteling en sanering, de evaluatie van het bestaan en de toereikendheid van de
provisies voor de financiering van deze operaties, toekomstig of lopend, en de vijfjaarlijkse bijwerking van de
inventaris." De wet geeft de mogelijkheid aan de bevoegde minister om "elke uitbater van nucleaire installaties
of houder van radioactieve stoffen, of bij onstentenis, hun eigenaars, verplicht corrigerende maatregelen te
nemen. Zij die zich niet schikken naar de uitdrukkelijke bevelen van de minister worden bestraft met een
geldboete van 25 tot 25 000 euro". Die laatste bepaling laat dus toe aan de overheid om een bedrijf dat
bijvoorbeeld onvoldoende provisies voor de ontmanteling van zijn installaties heeft aangelegd, te verplichten
extra provisies aan te leggen. Zo kan dus voorkomen worden dat bijvoorbeeld bij faillissement de gemeenschap
overblijft met een nieuw nucleair passief waarbij de belastingbetaler opdraait voor de saneringskosten.
NIRAS overhandigde de eerste inventaris begin 2003 aan toenmalig staatssecretaris voor energie
Olivier Deleuze. Die vroeg formeel aan twee nucleaire bedrijven om corrigerende maatregelen te nemen,
Belgonucleaire (producent van MOX-kernbrandstof) en FBFC (producent van kernbrandstof). Het eerste bedrijf
stelde zich, weliswaar met veel vertraging, in orde. Het dossier FBFC is echter meer dan 2 jaar later nog steeds
niet geregeld. Minister Verwilghen antwoordde recent op een parlementaire vraag van Ecolokamerlid Muriel
Gerkens: "De maatschappij FBFC, vennootschap onder firma naar Frans recht en aandeelhouder van FBFC
international te Dessel, heeft aan NIRAS haar bedoeling bevestigd de ontmantelingskosten te dekken van de
fabriek van FBFC I te Dessel. Deze verbintenis moet nog op een juridisch bindende manier geformaliseerd worden."
Het is heel verontrustend dat de huidige regering het dossier FBFC nog niet heeft afgerond.
Anders gezegd: bij faillissement van het bedrijf kan de sanering van de site op de gemeenschap worden
afgewenteld. Geschat wordt dat die kosten meer dan 20 miljoen euro bedragen.
Deel C: Kost van de ontmanteling van de kerncentrales en het beheer van de bestraalde splijtstof
De kosten van de ontmanteling en van de kosten van het beheer van de bestraalde
splijtstof van de kerncentrales van Electrabel worden uiteraard doorgerekend aan de consumenten. Electrabel legt
jaarlijks provisies aan voor deze toekomstige kosten. Sinds kort zijn alle ontmantelingsprovisies ondergebracht
bij een dochter van Electrabel, Synatom. De toekomstige fondsen voor de aanleg van de provisie zullen enerzijds
door de elektriciteitsconsument betaald worden, anderzijds zullen ze gefinancierd worden via de intresten op
bestaande en toekomstige provisies.
De ontmanteling van de kerncentrales van Electrabel
[7]
Op het einde van de levensduur van de kerncentrales
moeten ze op veilige manier ontmanteld worden. De totale kost van de ontmanteling van de 7 kerncentrales wordt
geraamd op 2,3 miljard euro. Eind 2004 had Electrabel voor een bedrag van 1,376 miljard euro provisies
aangelegd. Het verschil tussen die twee bedragen bedraagt 924 miljoen euro.
Men kan wel niet
stellen dat dit laatste bedrag nog volledig moet aangelegd worden in de vorm van provisies. De bestaande
provisies zullen de volgende jaren intresten opbrengen en de bedragen zelf zijn maar nodig na 2015. Anders
gezegd: de provisies voor ontmanteling zullen in de loop van volgende jaren verder verhoogd worden, deels door
intresten op de bestaande provisies, deels door de extra aanleg van provisies. Dat laatste zal uiteraard
doorgerekend worden aan de consument. Het is echter onmogelijk hier een precies bedrag op te plakken, gezien het
hier om ramingen gaat over grote saneringswerken.
Het beheer van de
bestraalde splijtstof van de kerncentrales van Electrabel [8]
Ons land had in 2003 in totaal 2400 ton uranium en plutonium liggen, volgens het
inventarisrapport van NIRAS. Het hoogradioactief afval wordt al jaren 'tijdelijk' opgeslagen in Doel, Tihange
en Dessel. Het wordt ook voor verwerking naar La Hague gestuurd, en komt dan terug als splijtstof of als
verglaasd afval.
De totale kost van de bestraalde splijtstof wordt geschat op 7,45 miljard euro.
Eind 2004 waren er voor een bedrag van 2.54 miljard euro provisies aangelegd. Het verschil tussen
die twee bedragen bedraagt 4,91 miljard euro. Men kan wel niet stellen dat dit bedrag nog volledig moet
aangelegd worden in de vorm van provisies. De bestaande provisies zullen de volgende jaren intresten opbrengen
en de bedragen zelf zijn maar nodig binnen 50 à 80 jaar (de bestraalde splijtstof moet ondertussen
afkoelen). Anders gezegd: de provisies voor ontmanteling zullen in de loop van volgende jaren verder verhoogd
worden, deels door intresten op de bestaande provisies, deels door de extra aanleg van provisies. Dat laatste
zal uiteraard doorgerekend worden aan de consument. Het is echter onmogelijk hier een precies bedrag op te
plakken.
TOTAAL
Het komt er dus op neer dat de afbraak van de kerncentrales
en het beheer van de bestraalde splijtstof 9,750 miljard euro zal kosten. De Belgische elektriciteitsconsumenten
hebben via de elektriciteitsprijs al voor 3,916 miljard euro provisies opgebouwd. Er moet nog voor een bedrag
van 5,834 miljard euro provisies worden aangelegd. Dat zal deels gebeuren via de elektriciteitsfactuur, deels
via intresten op de bestaande provisies.
Reeds voorzien bedrag: 3,916 miljard euro
Nog te voorzien bedrag; 5,834 miljard euro
Totaal (via elektriciteitsconsument
en interesten): 9,750 miljard euro
Referenties
[1] Voor het jaar 2005: zie stuk 1371/9 van de Kamer
der Volksvertegenwoordigers
[2] Zie ook
[3] Koninklijk Besluit van 19 december 2003
[4] Zie ook
[5] CE, Solutions for Environnement, Economy and Technology,
Report for DG Environnement January 2003, Environementally harmful support measures in EU Member States; Zie ook
[6]
Waarbij er nog een discussie zal zijn of de kosten voor de definitieve berging van het afval ook op de
Staat vallen, maar dat laten we hier terzijde.
[7] Cijfers
op basis van een antwoord van minister Verwilghen op 27 april op een parlementaire vraag van Ecolokamerlid
Muriel Gerkens.
[8] Cijfers op basis van een antwoord van
minister Verwilghen op 27 april op een parlementaire vraag van Ecolokamerlid Muriel Gerkens.