AA
Klimaatwetenschap is geen boksmatch

De klimaatonderhandelingen kregen opnieuw een kleine opdoffer door het aangekondigde vertrek van de VN-klimaatchef Yvo de Boer. Hij gaat per 1 juli werken voor consultant KPMG, om daar vooral bedrijven te gaan adviseren rond klimaatbeleid. Zeer nuttig dus, maar het is wel te hopen dat VN-baas Ban Ki-moon ruim voor de VN-klimaatconferentie in Mexico een stevige en aardige opvolger vindt.
We durven landgenoot Jos Delbeke te suggereren, al is die wel nét benoemd tot directeur-generaal van het nieuwe DG Climate Action van de Europese Commissie. Het is duidelijk dat hij daar een zeer nuttige en cruciale rol kan spelen. (Hij krijgt overigens veel te maken met de Brit Philip Lowe, die directeur-generaal is op het nieuwe DG Energy.)
Het Europees Parlement riep begin deze maand de EU op om ambitieuzer te zijn en daarmee de internationale klimaatonderhandelingen een krachtige impuls te geven. Want eind januari liet het Spaanse voorzitterschap aan de VN weten dat de EU blijft bij de doelstelling van 20 % reductie van CO2 tegen 2020 en eventueel 30 % als andere landen ook zo'n inspanning doen. Tegelijkertijd weten we dat we zeker richting 40% moeten gaan willen we de "2 graden Celsius-doelstelling" van Kopenhagen ook echt realiseren.

Wie zegt ons dat? De klimaatwetenschap! Die de laatste weken zwaar onder vuur lag. De onzorgvuldigheden in het rapport van het VN-klimaatpanel (IPCC) - de voorbije weken breed uitgemeten in de pers - hebben de klimaatwetenschap behoorlijke schade toegebracht. Maar nu weer gaan doen alsof je voor of tegen klimaatverandering kan zijn, is eigenlijk levensgevaarlijk.

Het zou geweldig zijn als het wetenschappelijk klimaatpanel van de Verenigde Naties geen gelijk heeft. Het zou mooi zijn als je je geen zorgen hoefde te maken over de opwarming van de aarde of de uitstoot van CO2. Dat zou ons veel geld besparen dat we niet moeten investeren in de strijd tegen klimaatverandering. Maar helaas, ondanks de storende fouten die recentelijk boven water kwamen uit het IPCC-rapport, is klimaatverandering nog steeds een feit en zijn er maatregelen nodig om het tegen te gaan.

Politici houden niet van onzekerheid. Zij willen in principe het liefst daadkrachtige besluiten nemen op basis van keiharde informatie. Dat is immers ook wat het publiek graag ziet, nietwaar? Maar geleerden zijn per definitie twijfelaars. Wetenschap is nooit af. Goede wetenschappers, of het nu economen of klimaatspecialisten zijn, zullen altijd spreken over mogelijke scenario's, onzekerheidsmarges en kansberekeningen. De laatste maanden is er steeds meer spanning merkbaar tussen de geëiste zekerheid en de geboden onzekerheid. Het is aan politici om dit op te lossen en zij die denken dat klimaatwetenschap een wedstrijd is tussen twee kampen met één winnaar, snappen niet hoe wetenschap werkt.

Climategate

Klimaatwetenschap is geen bokswedstrijd tussen klimaathysterici en -sceptici. Op basis van onzekerheid en voortgaande wetenschappelijke ontwikkeling moet de politiek besluiten nemen en een beleid ontwikkelen, hoe lastig dat ook uit te leggen is.

Ja, de klimaatwetenschap heeft een flinke deuk opgelopen door alle recente affaires, onheilspellend samengebald in de sexy term 'Climategate'. Juist omdat de politiek en de samenleving zo graag zekerheid willen, leidt iedere fout die door geleerden wordt gemaakt tot groter wantrouwen jegens de wetenschap. De fouten die in het IPCC zijn gemaakt moeten daarom niet gebagatelliseerd worden. Onjuistheden kunnen voorkomen. Ze moeten echter direct worden gecorrigeerd en openbaar gemaakt.

Een van de belangrijkste lessen is dat de rollen van politiek en wetenschap strikt gescheiden moeten blijven. De wetenschap, hier dus het IPCC, moet ver van de politiek blijven, hoe frustrerend het ook kan zijn dat politici al vele jaren wetenschappelijk onderzoek naast zich neerleggen. Tegelijkertijd moet de wetenschap altijd het wetenschappelijk debat blijven voeren. Ook al zien geleerden soms tot hun afgrijzen dat onzekerheid en nieuwe inzichten wellicht ten koste gaan van politieke daadkracht.

KMI-wetenschapper Piet Termonia wees vorig jaar al in De Morgen op het belang van scheiding tussen politiek en wetenschap en waarschuwde voor de risico's van een proces van overselling van het klimaatprobleem. Overdrijven en overschreeuwen zijn wat ons betreft ook uit den boze. Maar de andere kant van de medaille is dat we klimaatwetenschappers begrijpen die gefrustreerd raken. Omdat zij al decennia lang politici proberen te bewijzen dat er een ernstig probleem is, om vervolgens vast te stellen dat die politici er niets aan doen. Een voorbeeld hiervan is de Amerikaanse klimaatonderzoeker Stephen H. Schneider van Stanford University. Hij waarschuwde al in 1979, als een van de eersten, voor een temperatuurstijging van 1,5 tot 4,5 graden door de ongebreidelde groei van broeikasgassen in de atmosfeer. We hebben drie decennia verloren, stelt hij nu een beetje bitter vast in zijn memoires Science as a Contact Sport .

Allemaal groene leugens

Schneider werd dertig jaar lang uitgelachen door klimaatsceptici. "Kortzichtigheid en eigenbelang gidsen landen meer dan de toekomst van de aarde", schrijft hij. Schneider is wel fair genoeg om de hand in eigen boezem te steken, want hoe goed de wetenschappelijke modellen en metingen ook waren, ze wonnen het niet in de meningenindustrie die media grotendeels zijn geworden. De olie- en de kolenlobby heeft het debat drie decennia gewonnen en haalt dankzij Climategate opgelucht adem: "Zie je wel, allemaal groene leugens!"

Sommige politici grijpen de affaire dan ook dankbaar aan om het klimaatbeleid overboord te gooien. Ze zien in die paar - nogmaals - storende fouten eindelijk hun grote gelijk bewezen: klimaatverandering bestaat helemaal niet! Het was maar een boze droom. Alsof de hoofdconclusies van het IPCC, van de hoofdstroom van al die duizenden klimaatwetenschappers, niet meer overeind staan.

Die hoofdconclusies van het rapport kan je niet in de papierversnipperaar gooien. Het klimaat verandert, ons menselijk handelen draagt daartoe bij en ja, klimaatverandering is tegen te gaan. De internationale gemeenschap deelt die conclusies en heeft in Kopenhagen de afspraak gemaakt dat de opwarming van de aarde tot 2 graden beperkt moet blijven. De politiek heeft besloten dat ze met alle onvermijdelijke onzekerheid en alle beschikbare kansberekeningen deze stap verantwoord vindt. Nogmaals: de onzekerheid zit hem niet zozeer in de oorzaken van klimaatverandering, maar eerder in hoe ernstig de gevolgen kunnen worden. Het is Russische roulette, alleen weten we niet hoeveel kogels er in de revolver zitten.

In 2014 komt een nieuw rapport van IPCC met nieuwe resultaten en voorspellingen. Daar zal de politiek weer op moeten reageren met nieuwe stappen. Dat is de taak die wij politici hebben. We hopen evenwel dat ze dit jaar de nodige stappen al zullen zetten.

Bart Staes

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?