AA
Het einde van de melkquota: Groenen vragen een evenwichtige benadering om een crisis te voorkomen

Per 1 april 2015 komt er een einde aan het systeem van de melkquota. Volgens de sector kunnen we de komende tien jaar net zo goed over het witte goud spreken. De verwachte exportgroei (naar o.a. China) zal de Europese boeren niet helpen. Ze kregen de laatste jaren zo al amper kostendekkende prijzen voor hun melk. Bovendien komen domeinen als milieu, dierenwelzijn en ontwikkelingsamenwerking onder druk door de productie- en exportgedreven agenda van Europa.

Binnenkort wordt in het Europees Parlement een initiatiefrapport gestemd over het melkbeleid. De Groenen vragen een meer evenwichtige benadering: een versterking van instrumenten als de Milk Market Observatory en anticiperende maatregelen zodat boeren de verantwoordelijkheid kunnen nemen om minder melk te produceren.

Zal Europa de wereld voeden?

Het systeem van melkquota is begin de jaren '80 in het leven geroepen nadat de prijsgaranties vanuit de overheid niet alleen tot serieuze overproductie leidden maar ook druk zetten op de Europese begroting. De quota werden zo'n 15 tot 20% hoger gezet dan de Europese vraag met als gevolg dat er geen positief prijseffect was voor de melkveehouder. Deze ingebouwde overproductie bood de zuivelindustrie dan weer wel een garantie op goedkope 'grondstoffen'.

Het systeem van melkquota nu verlaten is een volgende logische stap om melkprijzen laag te houden en de productie (voor export) te verhogen. Het officiële argument is dat zowel zuivelverwerkers als boeren een betere toegang zullen krijgen tot de wereldmarkt. In de praktijk zal het er op uitdraaien dat de prijzen zullen blijven dalen, kosten blijvend moeten gedrukt worden, de productie zal worden opgedreven met een nog grotere industrialisering door nog grotere bedrijven tot gevolg.

De prognose van de Europese Commissie dat de productie zal verhogen door meer opbrengst per koe te genereren, eerder dan het areaal koeien op te trekken, is weinig overtuigend. Een hogere melkproductie vraagt immers meer input, wat meer kosten met zich meebrengt. Bovendien is er een eind aan wat een koe kan produceren. Niet in het minst op het niveau van dierenwelzijn, maar ook op vlak van volksgezondheid is er een probleem. Een gestresseerde koe is vatbaar voor allerhande ziekten, wat op termijn het antibioticagebruik alleen maar doet toenemen.

Stoppen met de melkquota zal zijn effect hebben in Europa én op boeren wereldwijd. Inzetten op massale export, brengt ook gigantische importstromen op gang van voornamelijk soja uit Zuid-Amerika. 79% van de voedereiwitten komen van buiten de Europese Unie. Het is duidelijk: zo zal Europa de wereld niet voeden. Meer productie hier betekent meer landroof elders, vaak ten koste van kleine boerengemeenschappen.

De huidige politieke discussie gaat bovendien voorbij aan de dagelijkse praktijken in de zuivelsector: het dumpen van melkpoeder op markten in het Zuiden. Directe uitvoersubsidies zijn momenteel op nul gezet. Daardoor kunnen Europese boeren hun producten onder de prijs verkopen, wat systematisch leidt tot dumping. In plaats van China, India en Afrika te overladen met de Europese overproductie, zou Europa zijn eigen handelspolitiek moeten evalueren - het exportbeleid én de importafhankelijkheid - zodat die niet ingaat tegen de ontwikkelingsdoelstellingen en het recht op voedsel dat Europa evenzeer bepleit.

Wordt Afrika de speeltuin van Europese bedrijven?

Vandaag al hebben bedrijven als Arla, Danone en FrieslandCampina joint ventures en steunmaatregelen uitgewerkt in landen als Ivoorkust, Nigeria en Ghana. Deze ondernemingen hebben één ding gemeenschappelijk: ze zijn serieus afhankelijk van geïmporteerde melkpoeders in plaats van hun eigen melkproductie. Volgens FrieslandCampina is het goedkoper om uit Europa geïmporteerde grondstoffen te kopen dan op de eigen, lokale rauwe melkmarkt.

In de loop van 2015 zal het Europese Parlement over een akkoord stemmen met West-Afrikaanse landen om de heffingen op Europees melkpoeder te verlagen van 5% naar 0%. En dat terwijl deze landen perfect zelf in staat zijn in hun eigen behoeften te voorzien, mochten de boeren hiertoe de kans krijgen! Het zou de plaatselijke tewerkstelling kunnen stimuleren, handelsbalansen in evenwicht brengen, zorgen voor voedselzekerheid én zorgen voor gezondere voeding.

Ook het Wereldlandbouwrapport (IAASTD) toont duidelijk aan dat het nodig is om kleinschalige agroecologische initiatieven te steunen, willen we iedereen wereldwijd het recht op voedsel bieden. Voedselsoevereiniteit, het recht van mensen om zelf te beslissen over hun eigen landbouw- en voedselsysteem, zou een leidend principe moeten worden in Europees beleid. Als we het doel van het Europese Jaar voor Ontwikkeling - "een beter begrip krijgen van beleidscoherentie op het vlak van ontwikkeling" - serieus nemen, moeten ook de Europese handels- en landbouwagenda worden aangepakt.

Daarom vragen de groenen

  • Een marktregeling die een crisis kan voorkomen

Er werden reeds alternatieven voor het melkquotasysteem op tafel gelegd. Het installeren van een Melk Monitoring Agentschap (het zogenaamde Milk Observatory) was een eerste stap in de goede richting. Het Agentschap moet nu verder inzetten op begeleidende maatregelen en instrumenten voor marktanalyse die boeren moeten helpen verantwoorde beslissingen te nemen ten aanzien van hun productie. Het is essentieel dat we lessen trekken uit het verleden. Het toewijzen van melkquota is nooit gebaseerd op de vraag van lidstaten of van de Europese Unie zelf. Het quotumsysteem is bewust gebruikt om overschotten te creëren. Daardoor alleen al kon de crisis niet vermeden worden.

  • Vraag en aanbod op elkaar afstemmen

De vraag naar melkproducten in de Unie is redelijk constant. Het concreet afstemmen van het aanbod op die vraag is een veel betere oplossing dan de weg naar export zoeken die op termijn allicht toch doodloopt. Het afstemmen van vraag en aanbod komt ook tegemoet aan een belangrijke doelstelling van het Europees landbouwbeleid, namelijk het stabiliseren van een voldoende hoog arbeidsinkomen. Nog een voordeel is dat de prijsvolatiliteit afneemt. Het zal ook meer ruimte creëren voor doelstellingen op vlak van milieu, dierenwelzijn of ontwikkelingssamenwerking. Melkproductie zal zo geen schade toebrengen.

Bart Staes, Europarlementslid voor Groen

Lees het volledige rapport van mijn Duitse groene collega Maria Heubuch. Zij is schaduwrapporteur van het Melkpakket en coördinator van de commissie ontwikkelingssamenwerking.

 

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?