AA
De olifant in de kamer: hoe EU-beleid bijdraagt aan migratiedruk

Migranten en vluchtelingen stonden weer hoog op de agenda van de laatste Europese top in Brussel en dat zal nog wel even blijven. Terwijl Europese leiders erkennen dat we de ‘diepe oorzaken’ die migratie aandrijven moeten aanpakken, lijken ze een eerlijk debat over een aantal van die oorzaken, namelijk hun eigen EU-beleid (landbouw-, visserij-, en handelsbeleid) niet te willen voeren. Laat staan dat ze er iets aan willen doen.

Een blog

Heeft het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) een negatieve impact op ontwikkelingslanden en dus ook op migratiedruk,of niet? Volgens José Graziano da Silva, de Directeur Generaal van de Wereldvoedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) zeer zeker wel.

Dat was voldoende voor de EU-Commissaris voor Landbouw Phil Hogan om in zijn pen te kruipen, 'verbaasd te horen hoe (zijn) vriend nog steeds dezelfde oude lijn herhaalt dat het Europees landbouwbeleid "oneerlijk" is', en een blog te schrijven.

Het is niet omdat meneer Hogan het probleem weigert te zien, dat het er niet is, denken wij dan.

In zijn blog beweert Commissaris Hogan dat meer dan 90% van de middelen uit het GLB geen verstorend effect hebben op handel, omdat die middelen niet langer gelinkt zijn aan de productiehoeveelheid. Dus, zegt hij, is er geen reden om te vrezen voor dumping effecten van de Europese export - overigens ook niet voor import van goederen uit de ontwikkelingslanden, aangezien die directe steun bieden aan boeren uit de minst ontwikkelde landen (MOL).

Privé-lessen

Het zou niet slecht zijn mocht de Commissaris eens de tijd nemen voor wat privé-lessen bij de collega's van DG DEVCO bijvoorbeeld, die een veel gezondere kijk hebben op de externe effecten van het Europees landbouwbeleid. DG DEVCO's laatste impactanalyse na de hervorming van het GLB, legt nochtans een zeker spanningsveld bloot: aan de ene kant wil de EU kleine landbouwbedrijven ondersteunen en de lokale en regionale markten in ontwikkelingslanden versterken via beleid voor ontwikkelingssamenwerking. Tegelijk, wil het op export gerichte GLB van Europa 's werelds grootste exporteur van landbouwproducten maken. Laat ons even nader onderzoeken op welke 'feiten' Phil Hogan zich baseert en kijken naar wat precies uit de Europese Unie vertrekt - de export - en wat de Unie zoal binnenkomt - de import.

Oude lijnen, juiste verhalen

Wat alvast klopt, is dat de meest voor de hand liggende en negatieve effecten van dumping door exportsubsidies en steun op basis van productie(hoeveelheden) zijn verdwenen. Toch blijft het dankzij de 45 miljard euro in directe betalingen dat de Europese boeren competitief kunnen zijn op de wereldmarkt. Die directe betalingen laten immers toe dat de voedselverwerkende industrie een kunstmatig lage prijs aan de boer kan betalen. Hierdoor kan de industrie concurreren met producenten uit landen waar de productiekost niet alleen lager is, maar waar boeren niet eens overheidssteun ontvangen. Dit systeem van 'goedkope productie voor de wereldmarkt' zet intussen wel serieus druk op de prijzen voor de Europese boeren. Dus ondanks die overheidssteun, krijgen boeren hier vaak niet de inkomsten die hun productiekosten dekken, zeker als het gaat over melk en varkensvlees. Het gevolg is dat vele landbouwers de boeken neerleggen.

We hebben allemaal gehoord over de Europese kippen die de West-Afrikaanse markten overspoelden. Dat is een voorbeeld van hoe het GLB wel degelijk invloed heeft ginder: in West-Afrika is geïmporteerd melkpoeder vandaag 2-3 keer goedkoper dan de lokale verse melk.

Intussen legt Europa via het handelsakkoord met de regio, de zogenaamde Economische PartnerschapsAkkoorden (EPA), de West-Afrikaanse landen wel op geen importtaksen te mogen heffen op melkpoeder. De regeringen van die landen zijn daardoor met handen en voeten gebonden en kunnen geen maatregelen treffen die hun lokale productie voor de toekomst veilig kan stellen…

In de regio werkt 60% van de bevolking, voornamelijk vrouwen, in de landbouw. Zij zijn dus rechtstreeks getroffen, en moeten bovendien concurreren met bedrijven als Arla, Danone en FrieslandCampina. Deze bedrijven hebben massaal geïnvesteerd in de regio. Dat klinkt op het eerste gezicht positief, maar was wel vooral in installaties bedoeld om melkpoeder uit Europa te verwerken. Organisaties voor ontwikkelingssamenwerking vinden het schrijnend hoe de EU, via de EPA's met West-Afrika, buitenproportionele commerciële toegevingen vraagt van een van de armste regio's uit de wereld. Phil Hogan heeft waarschijnlijk geen melkplassen voor ogen, maar de kleine boeren staan wel voor melkpoeder-bergen.

De andere kant

Wat gebeurt er nu aan de andere kant van de handelsbalans: de import van landbouwproducten uit ontwikkelingslanden in de Europese Unie? Voor ons zijn grondstoffen als soja, palmolie, suiker, koffie, cacao, maïs en katoen onontbeerlijk. En ook hier, wat Mr. Hogan niet wil zien, is wel nog steeds de realiteit.

Dat ons vee zo ontzettend afhankelijk is van soja uit Latijns Amerika is geen geheim meer. De Argentijnse ngo Asociana heeft onlangs enkele leden van het Europees Parlement gealarmeerd over de problematische ontbossing die zich blijft doorzetten door het steeds groeiend aantal soja-plantages in Argentinië. In de noordelijke regio Chaco verdween een gebied zo groot als België, bestaande uit bos en biodivers maquis, op 10 jaar tijd. Op het moment dat de bulldozers toekwamen, moesten kleine boeren en inheemse bevolkingsgroepen hun land achterlaten. Als ontheemden zoeken ze momenteel werk in de stad, bijna de helft van hun kinderen is ondervoed. De soja die intussen op hun gronden groeit, wordt wel naar Europa geëxporteerd om er het vee te voederen.

Met andere grondstoffen zoals suiker, ziet het plaatje er niet rooskleuriger uit. Het Europees Parlement liet onlangs een studie uitvoeren waaruit blijkt dat de handelsvoorwaarden voor de MOL, hoewel bejubeld door de Europese instellingen, aanzetten tot landroof en het schenden van mensenrechten in Cambodja.

Beleidscoherentie ten top

Alles wat steun wegneemt van kleine boeren of regionale landbouw in ontwikkelingslanden, druist in tegen de ontwikkelingsagenda van de EU. Olivier De Schutter, de voormalige speciale rapporteur van de VN voor het Recht op Voedsel, beschreef het GLB ooit als 'een tegenstrijdigheid van 50 miljard euro in het engagement van de EU om de landbouw in ontwikkelingslanden terug op de been te brengen'. En hoewel die analyse er kwam voor het GLB werd hervormd, is ze vandaag helaas nog steeds van toepassing.

Tijdens dat hervormingsproces werden alle inspanningen om het GLB in lijn te brengen met de ontwikkelingsdoelen van Europa - en dus zo het Verdrag na te leven inzake beleidscoherentie voor ontwikkeling - afgeblokt. Het resultaat: er is nog steeds geen mechanisme ingevoerd dat de effecten van het GLB op ontwikkelingslanden in kaart brengt en beoordeelt, laat staan dat er een officiële klachtenbehandeling mogelijk is waar kleine landbouwbedrijven en andere groepen de Unie ter verantwoording zouden kunnen roepen als hun rechten of hun levens nog maar eens te lijden hebben onder het GLB.

Wat de effecten op het leven in Burkina Faso of Senegal ook mogen zijn, het lijkt erop dat DG AGRI zal blijven vasthouden aan die exportgedachte. Dat zagen we al in de consultatieronde in het kader van het GLB door de vraag: 'Wat moet er gebeuren om de export van landbouwproducten te versterken'? De respondenten kregen niet eens de keuze om export bijvoorbeeld te verminderen, om het dumpen van goedkope producten in ontwikkelingslanden te stoppen. Dit 'silo'-denken van DG AGRI stemt duidelijk niet overeen met recente inzichten en de wil om de echte oorzaken van migratie aan te pakken.

De weg voorwaarts

Als Commissaris Hogan er zo van overtuigd is dat het GLB de boeren in het Zuiden niets tekort doet en dat het helemaal in lijn ligt met de ontwikkelingsdoelstellingen, dan zal zijn Mededeling over het toekomstig GLB (verwacht tegen de herfst 2017) ongetwijfeld de plannen bevatten van hoe Europa's landbouwbeleid bijdraagt aan de realisatie van de Agenda 2030. We verwachten in dat voorstel dan ook volgende punten:

  • een regelmatige, en gender-bewuste monitoring van de impact van het GLB op ontwikkelingslanden, evenals een formeel klachtenmechanisme
  • een duidelijke inzet en een betere kwalificatie van directe betalingen om de agro-ecologische landbouw, kleine en middelgrote bedrijven en de lokale en regionale toeleveringsketen in binnen- en buitenland te versterken;
  • een EU-brede strategie inzake eiwitten om de afhankelijkheid van geïmporteerde soja af te bouwen en maatregelen die het verbruik van dierlijke producten verminderen;
  • een alternatief handelsmandaat dat meer spoort met milieu en sociale overwegingen en samen met DG TRADE wordt uitgewerkt.

 

Auteurs

Maria Heubuch is melkveehoudster, lid van de landbouwcommissie van het Europees parlement én woordvoerder voor de Groenen/EVA in de commissie ontwikkelingssamenwerking

Ska Keller is co-voorzitter van de Groenen/EVA in het Europees Parlement, en woordvoerder voor migratie en handelsbeleid voor de Groene fractie.

Bart Staes, Europees parlementslid voor Groen

 

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?