AA
26Edito - Na het 'Non' en het 'Neen': nu een Belgisch initiatief voor een sterker sociaal Europa

Na Frans en Nederlands 'Non/Neen!':

Nu een Belgisch initiatief voor een sterker sociaal Europa

Klik hier voor de verklaring van de Europese Raad (16 & 17 juni) over de ratificatie van de Grondwet

België moet het voortouw nemen van een project dat Europa hervormt tot een volwaardige politieke structuur met een uitgewerkt sociaal, fiscaal en ecologisch beleid. Niet minder maar méér Europa is hét antwoord op het Franse 'Non!'. België moet een initiatief nemen dat ertoe leidt dat sommige wijzigingen van de Europese Grondwet niet langer met unanimiteit moeten gebeuren. Zo kunnen te neo-liberale accenten worden weggegomd. Zo kunnen we aantonen dat we het menen met een sociaal en ecologisch Europa.

Een meerderheid van de Fransen zegt nee omdat de Franse overheid er onvoldoende in is geslaagd het nut en de noodzaak van Europese politieke integratie duidelijk te maken. Veel mensen maken zich zorgen om hun toekomst en hebben het gevoel dat er onvoldoende wordt geantwoord op die zorgen. Een verder ontwikkelde evenwichtige Europese Unie zou een belangrijk antwoord kunnen zijn op de terechte bekommernissen van veel burgers. Maar er zullen andere middelen nodig zijn om dat overtuigend duidelijk te maken.

'NATIONALE' OVERWINNINGEN EN 'EUROPESE' NEDERLAGEN

Ik ben ervan overtuigd dat de Europese Grondwet een stap vooruit betekent voor het soort Europa dat wij willen: een Europa dat een vredesproject is, een Europa dat zich niet alleen bezighoudt met de markt maar ook kiest voor een sterk sociaal-ecologisch beleid, een Europa dat open staat voor haar nieuwe leden in Midden- en Oost-Europa, een Europa dat een mondiale speler zou kunnen worden voor een andere globalisering en zo een tegengewicht kan vormen tegen een unilaterale VS.

Een van de redenen waarom de EU onvoldoende goed functioneert, is dat bij het maken van Europese afspraken of regels en bij het ontwerpen van de contouren van een Europese democratie de enge nationale belangen te zeer doorwegen. Een aantal landen wil de ruimte houden om op sociaal en fiscaal vlak te kunnen concurreren met andere landen - met een negatieve spiraal als gevolg - en verhindert daardoor vooruitgang op Europees vlak. Tegelijk staat men toe dat de EU de 'schuld' krijgt van de eigen nationale afwegingen. Wanneer landen hun eigen punt in de EU thuishalen, wordt dat voorgesteld als een 'nationale' overwinning, wanneer dat niet lukt, wordt het Europa met de vinger gewezen. In zo'n context kan het niet verwonderen dat burgers het EU-project afrekenen op basis van nationale motieven.

EEN GRONDWET UIT TWEE DELEN

Ik hoop dat de Europese Raad een duidelijk signaal uitstuurt waaruit blijkt dat de staatshoofden en regeringsleiders de boodschap hebben begrepen. Los van het ratificatieproces, dat formeel gezien verder loopt, kunnen de staatshoofden en regeringsleiders alvast beslissen dat ze de nodige maatregelen zullen treffen om het bestaande Handvest van de Grondrechten juridisch bindend te maken. Zo wordt de hand gereikt aan die burgers die een 'ander', meer sociaal Europa verlangen. In het Handvest staan immers fundamentele rechten zoals het recht op de bescherming van persoonsgegevens, het recht op asiel, het recht op bescherming bij verwijdering, uitzetting en uitlevering, de rechten van ouderen, de rechten van gehandicapten, de rechten van het kind, het recht op collectieve onderhandelingen en op collectieve actie, het recht op kosteloze arbeidsbemiddeling, het verbod op kinderarbeid, het recht op rechtvaardige en billijke arbeidsomstandigheden, de toegang tot diensten van algemeen economisch belang, het recht op behoorlijk bestuur, een recht op een doeltreffende rechtsbescherming, enzovoort.

Het Franse 'Non!' maakt echter wel duidelijk dat het initiatief niet in handen mag worden gelaten van de Europese Raad. Nu moet worden begonnen met de voorbereidingen voor het bijeenroepen van een nieuwe Conventie. Die moet de situatie evalueren en ervoor zorgen dat het ontwerpverdrag wordt veranderd in een echte Grondwet. Het eerste deel kan dan de doelstellingen, instellingen en het interne reglement van de Unie omschrijven. Het tweede deel kan bestaan in het Handvest van de Grondrechten.

UNANIMITEIT?

De meeste kritieken slaan niet op het 1e of het 2e deel van het grondwettelijk verdrag, wel op het 3e deel. Uitgerekend dat deel slaat op de concrete politiek. Dit deel hoort niet thuis in een grondwettelijk verdrag. Dat moet immers de grote spelregels tussen de instellingen bepalen. Het zou goed zijn als deel drie uit het grondwettelijk verdrag wordt gelicht.

Tegelijkertijd moet worden bepaald dat wijzigingen aan deel 3 in de toekomst niet langer met unanimiteit moeten gebeuren. Op deze manier zouden wijzigingen veel vlotter kunnen gebeuren. Zo kunnen in de toekomst met een progressieve meerderheid te neo-liberale accenten binnen het economische en concurrentiebeleid worden weggegomd.

De Belgische regering moet nu starten met de voorbereiding van een project van gestructureerde samenwerking tussen een aantal landen die samen vooruit willen in de richting van een volwaardige politieke structuur met een uitgewerkt sociaal, fiscaal en ecologisch beleid.

Bart Staes

Europees Parlementslid voor Groen!

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?