AA
Groene biotechnologie is geen oplossing voor honger, maar een deel van het probleem

De Gentse professor Marc van Montagu is door de Vlaamse media tot wetenschappelijke pilaarheilige gebombardeerd en krijgt nu de door de agrochemische industrie gefinancierde World Food Prize, samen met Monsanto-topman Robert Fraley. Als er al kritische vragen aan Van Montagu worden gesteld, fietst hij er telkens met een sierlijke kwinkslag en onwetenschappelijke platitudes omheen.

Iedereen heeft recht op zijn of haar eigen waarheden en heilige huisjes. Ik begrijp dat van Montagu zijn geesteskind wil verdedigen. Maar de grootste leugen die hij en de almaar uitdijende groene biotech-sector elke keer opnieuw herhalen om de publieke opinie milder te stemmen, is de bewering dat GGO's de honger de wereld uit zullen helpen. Het is precies omgekeerd.

Talloze gezaghebbende en internationale studies, waaronder ook de rapporten van professor Olivier De Schutter, VN-rapporteur van het recht op voedsel, stellen dat kleinschaliger, duurzame landbouw en het gebruik van agro-ecologische landbouwpraktijken niet alleen veel beter in staat zijn de wereld te voeden, maar dat vooral ook doen zonder de natuurlijke hulpbronnen uit te putten. Een in september verschenen rapport van de UNCTAD zegt precies hetzelfde. En ook Hans Herren, voorzitter van het in 2008 verschenen gezaghebbende landbouwrapport IAASTD verklaarde: "Op de vraag of biologische en agro-ecologische landbouw de wereld kan voeden is het antwoord: JA. Maar het is de verkeerde vraag. De vraag moet zijn: "Voedt het huidige industriële landbouwsysteem de wereld?" Het antwoord is NEE. De hoog industriële landbouw, waarvan GGO's via monoculturen als maïs en soja de ultieme vorm zijn, zorgt vooral voor de productie van grondstoffen voor biobrandstoffen en veevoer.” De wereldbekende Indiase wetenschapper en milieuactiviste Vandana Shiva illustreert deze stelling met cijfers: de hoog-industriële landbouw produceert op wereldvlak slechts 28 procent van alle voedsel. De landbouw geënt op agro-ecologische methodes 72 procent!

Telkens Van Montagu wordt voorgelegd dat honger een politiek en armoede vraagstuk is, veegt hij dat met een boutade van tafel. De wetenschapper doet grote uitspraken over honger, maar kent zijn wetenschappelijke basics niet. Het achtergronddocument van de 11.11.11.-campagne "Ik kook van woede" vat het goed samen: "Honger en armoede gaan hand in hand. Al in 1981 stelde de Indiase econoom en Nobelprijswinnaar Amartya Sen dat honger niets te maken heeft met voedselschaarste maar met de ongelijkheid tussen groepen.”

Er is geen tekort aan voedsel. De cijfers spreken voor zich. Er wordt voldoende voedsel geproduceerd om 14 miljard mensen te voeden. Er is wel een slechte verdeling van voedsel. Meer dan dertig procent van al het voedsel dat wordt geproduceerd, wordt gewoon weggegooid. En er zijn wereldwijd dubbel zoveel mensen die teveel eten (1,6 miljard) en dus dik zijn, dan mensen die ondervoed zijn (800 miljoen). Honger is het gevolg van een slecht sociaal economisch beleid. Honger is het gevolg van foute politieke keuzes, van armoede en economische ongelijkheid. Er is honger in de wereld, niet omdat er te weinig voedsel is, wel omdat grote groepen mensen geen toegang hebben tot dat voedsel omwille van een slechte infrastructuur, slechte opslagmogelijkheden en onvoldoende middelen om dat voedsel te kunnen kopen. En de enorme machtspositie van agrochemische multinationals zoals Monsanto in de voedselketen zullen de ongelijkheid, armoede en daarmee de honger in de wereld alleen maar doen stijgen.

Van Montagu beweert dat wie kritisch staat tegenover GGO’s "emotioneel" is. Ik ben politicus met een zekere moraal en ethiek. Tussen 1996 en 2012 pleegden in Indië al ruim 250.000 boeren zelfmoord. Het is aangetoond dat dit samenhangt met de productie van GGO-Bt-katoen. Monsanto commercialiseerde Bt-katoen in 1996, nam nadien stelselmatig de Indiase markt van katoenzaden over en controleert die nu voor zeker negentig procent. Er bestaat een zuiver geografische correlatie tussen die Indiase staten waar de GGO-katoenproductie plaatsvindt en het grootste aantal zelfmoorden. In vele Indiase regio's zijn eenvoudigweg geen andere dan Monsanto-zaden te koop. Boeren moeten die elk jaar opnieuw kopen, samen met ook steeds duurder wordende chemische producten. Ze steken zich daarvoor zwaar in de schulden. Als de oogst mislukt, belanden boeren in een uitzichtloze schuldenspiraal. Ook het risico op misoogsten wordt steeds groter. Dit jaar legde een Indiaas rapport voor het Ministerie van Landbouw een directe link tussen de zelfmoordmoord-epidemie en de afnemende opbrengsten van Bt-Katoen: "Katoenboeren zitten in een diepe crisis sinds ze massaal overstapten naar Bt-katoen".

Ik word inderdaad emotioneel als ik lees dat het VIB en sommige journalisten gewoon glashard ontkennen dat er ook maar een verband is tussen deze tragische en voortdurende golf van zelfmoorden en het feit dat Monsanto de markt van katoenzaden nagenoeg controleert. Wellicht is dit voor de hogepriesters van een bepaald soort hoogtechnologische wetenschap zonder moraal enkel "collateral damage".

Veel wetenschappers die tegen de zogenaamde biotech-consensus ingaan, de risico's van GGO's onderzoeken en daarover publiceren, worden geridiculiseerd. Ze verliezen hun job of worden in hun integriteit geschaad. Dat is onaanvaardbaar.

De Vlaamse fílosofen Max Wildiers en Etienne Vermeersch waarschuwde jaren geleden voor het gevaarlijke samengaan wan Wetenschap, Techniek en Kapitalisme (WKT). En in 1961 waarschuwde de Amerikaanse president Dwight D. Eisenhower de wereld ook al voor een te grote concentratie van macht over bepaalde technologieën, waardoor "het overheidsbeleid zelf een gijzelaar zou kunnen worden van een wetenschappelijke technologische elite". Dit is precies wat er ook in Vlaanderen aan het gebeuren is. Verzet is nodig!

Bart Staes, Europees parlementslid Groen

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?