Minimalistische EU-wetgeving laat zien dat Europese regeringen belastingontwijking niet écht serieus nemen

• 2016-06-21
• Geldzaken & handel

Het akkoord tussen de Europese ministers van Financiën over een nieuwe richtlijn tegen belastingontwijking of agressieve tax planning dat, na dwarsliggen van minister Johan Van Overtveldt (N-VA), vandaag toch officieel werd bekrachtigd, is geen overwinning voor meer fiscale rechtvaardigheid in Europa. Europees parlementslid Bart Staes (Groen) ergert zich aan het gespin van Van Overtveldt dat dit akkoord “een win-win situatie” is: “Een perfect evenwicht tussen eerlijke fiscaliteit en de versterking van economische groei”, zo noemde hij dit. Ik weet niet welke invulling Van Overtveldt aan het woord “eerlijk” geeft en over wat voor soort economische groei hij spreekt. Maar dit akkoord biedt geen van beide: het is manifest oneerlijk en biedt vooral grote bedrijven een competitief voordeel boven KMO’s, terwijl kleinere bedrijven net voor de meeste werkgelegenheid en economische bedrijvigheid zorgen.”       

Staes: “Ecofin-voorzitter Dijselbloem & co doen nu alsof ze een ware Hercules taak hebben volbracht, maar dit akkoord is echt een teleurstelling en zal gewoon tekort schieten in de strijd tegen belastingontwijking.  Een reeds beperkt voorstel van de Europese Commissie van begin dit jaar is verder uitgehold door de ministers van financiën. Dit akkoord toont helaas aan dat er een grote kloof gaapt tussen wat politici zeggen na elk LuxLeaks of PanamaLeaks schandaal, en wat ze bereid zijn te doen om achterpoortjes echt te sluiten.”  

Staes: “Zo slaagden de ministers er niet in om de problematische renteaftrekken binnen bedrijfsgroepen aan te pakken. Met dit systeem overladen sommige bedrijven hun dochterbedrijven in landen met hoge belastingvoeten met schulden om zo het betalen van belastingen te vermijden. Het was precies dit punt waarop Van Overtveldt aarzelde om als enige in te stemmen. De ministers doen nu alsof ze dit oplossen met Europese wetgeving, maar bieden een achterpoortje aan tot 2019 en tot 2024 mogen landen hun eigen regels volgen.” 

Ook voldoen de nu afgesproken regels voor belastingen op bedrijfswinsten van dochterbedrijven gevestigd in belastingparadijzen niet aan de aanbevelingen van de OESO. Bovendien lieten de ministers een bepaling vallen die stelde dat winsten van dochterondernemingen uit belastingparadijzen eerst belast moeten worden vooraleer dat kapitaal vrijelijk in de interne markt mag rondgaan. Dit na fel verzet van landen die als ingang voor dit soortgeldstromen gelden, waaronder Ierland en Nederland.   

Staes: “Dit is weer een schoolvoorbeeld van hoe het de nationale ministers zijn die meer efficiënte Europese samenwerking en dus meer efficiënte Europese oplossingen van dit soort problemen in de weg staan. ”

Het Europees parlement nam eerder deze maand reeds een uiterst kritische positie in, inclusief meer ambitieuze voorstellen.