AA
Oneerlijke concurrentie houtverwerkende industrie door verbranden van hout als biomassa bij de productie van groene elektriciteit - parlementaire vraag E-10100/2010

Volgens de Europese hernieuwbare-energierichtlijn wil de Vlaamse regering 13% van de energie duurzaam produceren tegen 2020. Dit jaar is dat 6%. Om deze doelstellingen te halen, rekent de Vlaamse regering vooral op het gebruik van biomassa. Momenteel is twee derde van de Vlaamse en Europese groenestroomproductie afkomstig van biomassa en bestaat 80 à 90 % daarvan uit hout. Een Europese studie liet zien dat het aanbod van hout op EU/EVA-niveau 775 miljoen m3 bedraagt, tegenover de vraag van 822 miljoen m3. Volgens de EFSOS-berekeningen in de bewuste EU-studie, zal door de stijgende vraag naar hout voor biomassa tegen 2020 een tekort ontstaan van 395 miljoen m3. Er is nu al een structureel Belgisch jaarlijks tekort van 3,5 miljoen ton hout. Als grootste energieproducent in België bouwt Electrabel afgeschreven steenkoolcentrales om om ze geschikt te maken voor het bij stoken met houtkorrels (rendabel dankzij subsidie via de Vlaamse groenestroomcertificaten). Dit is een inefficiënt gebruik van kostbare biomassa, aangezien deze verouderde centrales nog geen 40 % van de primaire energie omzetten in elektriciteit. Deze praktijk leidt tot een toenemend spanningsveld tussen de recyclage of hergebruik van houtafval en de verbranding in genoemde elektriciteitscentrales. Ondersteuningsmechanismen voor groene stroom in Europa en de stijgende prijzen van fossiele brandstoffen, drijven de prijs van het houtafval op, met oneerlijke concurrentie voor houtverwerkende bedrijfssector to gevolg.

1. Er is volgens de houtverwerkende industrie sprake van oneerlijke concurrentie, en die vraagt terecht om een level playing field. Deelt de Commissie deze analyse?

2. Wat is de Commissie van plan om deze oneerlijke concurrentie tegen te gaan?

3. De lidstaten moesten in juni jl. in hun actieplannen voor duurzame energieproductie een evaluatie maken, zowel van de binnenlands beschikbare hoeveelheid biomassa, als van de behoefte aan ingevoerde biomassa en de mogelijkheden qua invoerlanden. Kan de Commissie mij die evaluatie voor België en andere lidstaten meedelen?

4. Wat is het beleidsmatige antwoord van de Commissie op het feit dat er niet voldoende biomassa beschikbaar is binnen de EU om aan de vooropgestelde vraag naar biomassa — gelinkt aan de 20 %-doelstelling in de hernieuwbare-energierrichtlijn — op een duurzame wijze te voldoen? Hoeveel import is nodig, vanuit welke landen zou dit worden geïmporteerd en onder welke voorwaarden?

5. Welke maatregelen zal de Commissie treffen om ervoor te zorgen dat hout in eerste instantie op de meest milieuvriendelijke en efficiënte manier wordt ingezet?

***

ANTWOORD VAN COMMISSARIS OETTINGER (op 3 februari 2011)

De Commissie is er zich van bewust dat de traditionele houtverwerkende industrie zich zorgen maakt over de prijsstijging van grondstoffen en over de beschikbaarheid van hout.

1. 2. De Commissie is van mening dat zowel de houtsector als de sector duurzame energie, inclusief bio-energie, een positieve bijdrage kunnen leveren aan de EU 2020-doelstellingen en aan de economische groei en werkgelegenheid. In het kader van de richtlijn inzake de bevordering van het energiegebruik uit duurzame bronnen, moeten alle lidstaten tegen 2020 een bepaald aandeel duurzame energie behalen. De afzonderlijke lidstaten bepalen echter zelf welke duurzame energiebronnen gebruikt worden om deze verplichting na te komen. Ook de specifieke verantwoordelijkheid om biomassa voor energie (of andere doeleinden) te bevorderen of andere duurzame energiebronnen te bevorderen, ligt bij de lidstaten. Wat steunmechanismen voor bio-energie betreft, is het toegestaan dat de lidstaten — binnen de grenzen van de EU-wetgeving — compensaties verlenen voor de onvolledige concurrentie en externe kosten waarmee producenten van biomassa-energie op de energiemarkt geconfronteerd worden. Elke vorm van staatssteun moet worden goedgekeurd in overeenstemming met de desbetreffende EU-wetgeving.

3-4. De Commissie is van mening dat de EU een groot potentieel heeft om het duurzame aanbod van hout te vergroten aan de hand van een actief beleid inzake duurzaam bosbeheer, met gepaste aandacht voor alle andere functies van het bos en ze heeft ook weet van enkele voorspellingen die in de toekomst een mogelijke wanverhouding verwachten tussen de vraag naar en het aanbod van hout.

In dit kader werd onlangs de „Good practice guidance on sustainable mobilisation of wood in Europe” gepubliceerd. Toch moet nauwlettend worden toegezien op de beschikbaarheid van hout en de houtconsumptie voor energie en andere toepassingen. De Commissie bestudeert momenteel het nationaal actieplan hernieuwbare energie (NREAP), onder meer het plan dat België onlangs heeft ingediend. Volgens de voorlopige beoordeling van deze plannen, zou biomassa minstens 10 % bijdragen aan het bruto-eindverbruik van energie in 2020. Veel van deze biomassa zou binnen de EU worden geproduceerd. Toch is het waarschijnlijk dat invoer een belangrijke rol zal spelen in enkele lidstaten, waaronder België. Informatie hierover is te vinden in een rapport van het Europees Milieuagentschap.

5. Het gebruik van hout hangt af van de keuze van de marktdeelnemers. Wat de energie-efficiëntie betreft, heeft de Commissie onlangs aanbevolen dat de lidstaten differentiëren in het voordeel van installaties met een hoog omzettingsrendement wanneer steunregelingen worden opgezet voor elektriciteits-, verwarmings- en koelinstallaties(1). Parallel met het energiebeleid, voert de EU ook een beleid dat andere toepassingen van hout bevordert (mededeling betreffende een innovatieve en duurzame houtsector in de Europese Unie(2), groene overheidsopdrachten(3), richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen). Voorts werkt de Commissie momenteel aan een manier om hulpbronnen efficiënt te gebruiken en rondt zij een vlaggenschipinitiatief af inzake „Efficiënt gebruik van hulpbronnen”. Een en ander helpt te garanderen dat onze biomassa op een efficiënte en duurzame manier wordt gebruikt, zowel voor energie als voor materialen.

In de mededeling(4) betreffende de uitdagingen van ontbossing en aantasting van bossen aangaan om de klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit aan te pakken, wordt de noodzaak erkend om de oorzaken van ontbossing aan te pakken. De Commissie zal toezien op het mogelijke effect van houtinvoer in dit kader.

Wat de duurzaamheid betreft ten slotte zal de Commissie volgens de in februari 2010(5) goedgekeurde aanbevelingen, tegen 31 december 2011 een rapport uitbrengen waarin wordt onderzocht of extra maatregelen aangewezen zijn betreffende de duurzaamheidseisen voor het gebruik van vaste en gasvormige biomassa voor elektriciteit, verwarming en koeling. De Commissie zal begin 2011 een openbare raadpleging over dit onderwerp starten.

(1) COM(2010)11 Verslag betreffende de duurzaamheidseisen voor het gebruik van vaste en gasvormige biomassa bij elektriciteitsproductie, verwarming en koeling.
(2) COM(2008)113
(3) COM(2008)400 Mededeling betreffende overheidsopdrachten voor een beter milieu
(4) COM(2008) 645/3 De uitdagingen van ontbossing en aantasting van bossen aangaan om de klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit aan te pakken
(5) COM(2010)11

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?