Internationale dag voor straatkinderen - parlementaire vraag E-4574/2011

• 2011-06-29
• Democratie & mensenrechten

Vandaag leven meer dan 150 miljoen kinderen op straat. Het Consortium for Street Children (CSC), dat een zestigtal organisaties verenigt die zich inzetten voor de rechten van straatkinderen, organiseerde op 12 april 2011 de eerste Internationale dag van het Straatkind. Deze dag wil een stem geven aan één van de meest benadeelde en onzichtbare groepen kinderen ter wereld. De dag werd gevierd over de hele wereld: door straatkinderen in Marokko, Oeganda, Ethiopië en India; schoolkinderen in Ierland en politici in Tanzania en het Verenigd Koninkrijk.
Al de lidstaten van de EU (behalve Tsjechië) hebben de United Nations Convention on the Rights of the Child ondertekend en geratificeerd en hebben dus de wettelijke plicht om te streven naar een betere waarborging van de rechten van alle kinderen. Het Verdrag omschrijft het recht van elk kind op bescherming, deelname aan de samenleving, voldoende voedsel en bescherming tegen onrecht. Het wordt universeel erkend dat elk kind deze rechten zou moeten kunnen genieten. Desondanks ontbreekt in wetgeving en beleid vaak deze bescherming voor straatkinderen. Een internationale dag laat de stem van straatkinderen ongetwijfeld luider klinken opdat hun rechten niet kunnen genegeerd worden.
Is de Commissie bereid in de internationale fora 12 april inderdaad te laten uitroepen tot Internationale dag van het Straatkind?

*** ANTWOORD VAN DE HOGE VERTEGENWOORDIGER/VICEVOORZITTER ASHTON (op 28 juni 2011) ***

De Europese Unie is in multilaterale fora een groot pleitbezorger van de rechten van het kind. Alle EU lidstaten hebben het VN Verdrag inzake de rechten van het kind geratificeerd (Tsjechische Republiek toegetreden in 1993).

De Europese Unie is traditioneel mede-indiener van de resolutie inzake de rechten van het kind in de Raad voor de mensenrechten en de Algemene Vergadering van de VN, samen met de Groep van Latijns-Amerikaanse landen.

Dit jaar was de resolutie van de Raad voor de mensenrechten toegespitst op de rechten van kinderen die op straat werken en/of leven. In dit verband heeft de EU in het voorjaar van 2011 uitgebreid overleg gepleegd met de leden van de bevoegde VN-organen en –agentschappen (bv. Unicef, OHCHR) en niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) om na te gaan wat de belangrijkste problemen van straatkinderen zijn en hoe iets aan hun situatie kan worden gedaan. Meerdere ngo’s stelden voor een internationale dag voor straatkinderen in te voeren, maar voor dit voorstel bestond er geen brede steun bij internationale organisaties, de leden van de VN en de EU lidstaten. Bijgevolg besliste de EU, in samenwerking met de Groep van Latijns-Amerikaanse landen (GRULAC), om de nadruk te leggen op concrete acties en initiatieven ter verbetering van de situatie van kinderen die op straat leven en werken, eerder dan zich in te zetten voor de invoering van een andere internationale dag voor de rechten van het kind. Dat is ook in overeenstemming met het algemene beleid van de Europese Unie ten aanzien van de invoering van nieuwe internationale dagen.

Er zijn momenteel drie internationale dagen voor de rechten van het kind: de Internationale dag tegen het gebruik van kindsoldaten (12 februari), de Internationale dag tegen kinderarbeid (12 juni) en de Universele dag van het kind (20 november).