AA
De kwestie-Udalbiltza (schriftelijke vragen E-5910/2010 en E-5909/2010)

Indienders: Bart Staes e.a.

Op 18 september 1999 hebben 1 778 plaatselijke gekozenen van Baskenland de Udalbiltza gevormd, een grensoverschrijdende vergadering van Baskische plaatselijke gekozenen ter bevordering van het gemeentelijke beleid. Het Spaanse Hooggerechtshof heeft op 29 april 2003 acht leden van Udalbiltza gearresteerd en de hoofdzetel van de vergadering gesloten. Een en ander heeft ertoe geleid dat 22 gekozenen van Baskenland gerechtelijk worden vervolgd.

Het parlement van de Baskische Autonome Gemeenschap heeft verklaard „dat het noodzakelijk en legitiem is te werken aan de verwezenlijking van de doelstellingen van Udalbiltza”. En ook: „Dit werk kan niet als een misdaad worden beschouwd. Plaatselijke gekozenen en burgemeesters criminaliseren omdat zij dit werk verrichten is een initiatief tegen de democratie” (zie resolutie van december 2008). Het parlement heeft de Spaanse regering gevraagd de aanklacht van de Spaanse procureur-generaal tegen Udalbiltza in te trekken.

De speciale VN-rapporteur inzake de bescherming van de mensenrechten, Martin Scheinin, heeft ervoor gewaarschuwd „dat maatregelen ter bestrijding van terrorisme niet mogen worden gebruikt om de rechten van ngo's, de media of politieke partijen te beknotten”. In verband met de dossiers die door het Spaanse Hooggerechtshof worden behandeld, heeft hij gewezen op het risico van een „hellend vlak, namelijk de geleidelijke verruiming van het begrip terrorisme, door het toe te passen op handelingen die niet neerkomen op, en onvoldoende in verband staan met, ernstige daden van geweld tegen leden van het algemene publiek” (verslag inzake Spanje, A/HCR/10/3/Add.1).

De Commissie mensenrechten van de VN heeft in haar verslag over de vijfde periode gesteld „dat de definitie van terrorisme in de artikelen 572 t/m 580 van het Wetboek van strafrecht potentieel een te grote draagwijdte heeft, waardoor diverse mensenrechten zouden kunnen worden geschonden” (CCPR/C/ESP/CO/5/27 oktober 2008).

1. Wat is de mening van de Commissie over deze VN-verslagen? Deelt de Commissie de bezorgdheid van de VN?

2. Deelt de Commissie de bezorgdheid die het parlement van de Baskische Autonome Gemeenschap heeft geuit wat de zaak tegen Udalbiltza betreft?

3. Welke actie is de Commissie van plan te ondernemen om te garanderen dat de grondrechten van de vervolgde leden van Udalbiltza worden geëerbiedigd?

***

ANTWOORD VAN DE RAAD van de EUROPESE UNIE (op 4 oktober 2010)

Het is niet aan de Raad zich uit te spreken over kwesties die uitsluitend onder de nationale bevoegdheid vallen.

In het algemeen heeft de Raad zich evenwel steeds op het standpunt gesteld dat eerbied voor de rechtsstaat, de grondrechten en de fundamentele vrijheden één van de hoekstenen is van de algehele inzet van de Unie tegen terrorisme, en dat de maatregelen in de strijd tegen terrorisme moeten worden genomen binnen het kader van volledige eerbiediging van de grondrechten en fundamentele vrijheden, zodat deze maatregelen niet kunnen worden aangevochten (zie in dit verband hoofdstuk 4.5 van het programma van Stockholm)(1).

De Raad heeft al bij vele gelegenheden verklaard dat hij Spanje steunt in de strijd die dat land tegen het terrorisme voert in het kader van de rechtsstaat.


***

ANTWOORD VAN COMMISSARIS MALMSTRÖM (op 13 september 2010)

De Commissie is op de hoogte van de zaak tegen de Udalbiltza en het verslag van de speciale rapporteur van de Verenigde Naties over de bevordering en bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden bij het bestrijden van terrorisme(1) (Martin Scheinin) en bijlage 2 over zijn bezoek aan Spanje(2).

De Commissie is ook op de hoogte van de aanklachten tegen de verdachten in de zaak tegen de Udalbiltza, met name lidmaatschap van de terroristische groepering ETA en het financieren van terrorisme.

De rechtszaak vindt plaats in Spanje. Het is de taak van de Spaanse justitie om aan het einde van het proces een vonnis uit te spreken op grond van het nationale strafrecht en het wetboek van strafrecht.

Wat betreft de bepalingen van het Spaanse wetboek van strafrecht over terrorisme wijst de Commissie het geachte Parlementslid op de twee opeenvolgende verslagen van de Commissie op basis van artikel 11 van het Kaderbesluit van de Raad van 13 juni 2002 inzake terrorismebestrijding (COM(2004)409 definitief en COM(2007)681 definitief) en de daarbij behorende bijlagen. Volgens deze verslagen zijn de artikelen 1 tot en met 4 van het genoemde kaderbesluit, die betrekking hebben op terroristische misdrijven, strafbare feiten met betrekking tot een terroristische groep, strafbare feiten in verband met terroristische activiteiten en uitlokking van, medeplichtigheid bij en poging tot de in de artikelen 1 tot en met 3 genoemde misdrijven, op de juiste wijze toegepast in het Spaanse wetboek van strafrecht.

(1) A/HRC/10/3, Report of the Special Rapporteur on the promotion and protection of human rights and fundamental freedoms while countering terrorism (Martin Scheinin).
(2) A/HRC/10/3/Add.2, Mission to Spain.

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?