EU-begroting voor 2005: Commissie dient haar voorstel voor de uitgebreide Unie in
De Commissie heeft vandaag haar voorstel voor de Europese begroting 2005 ingediend (voorontwerp
van begroting). Het zal de eerste begroting zijn die de uitgaven voor 25 lidstaten gedurende een heel jaar dekt.
Er is in 2005 vrij weinig ruimte voor nieuwe initiatieven, aangezien de meeste uitgaven reeds zijn vastgesteld
bij eerdere besluiten van de Raad en het EP. Het voorstel voorziet in 109,5 miljard EUR aan uitgaven. Het door
de huidige financiële vooruitzichten toegestane maximum is 114,2 miljard EUR. Het met begroting belaste
Commissielid Michaele Schreyer verklaarde: De begroting 2005 moet stroken met de verbintenissen die in het
Agenda 2000-besluit zijn opgenomen, de toetredingsverdragen en de hervorming van de landbouwsector. Wij zullen
de steun voor de nieuwe lidstaten opvoeren, het communautaire veiligheidsbeleid bevorderen en aan onze externe
verplichtingen voldoen. Toch zijn wij erin geslaagd een begroting voor te stellen die ruim onder de maxima van
de financiële vooruitzichten blijft en waarbij het beginsel van de begrotingsdiscipline in acht is genomen.
Omvang van de door de Commissie voorgestelde begroting
Met 109,5 miljard EUR
is de door de Commissie voorgestelde omvang van de uitgaven (betalingskredieten(1)) gelijk aan 1,03% van het
bruto nationaal inkomen van de EU-25. Het voor de uitgebreide Unie overeengekomen financiële kader voorziet in
ten hoogste 1,08% van het BNI voor de EU-begroting. Het voorontwerp is veel 4,7 miljard EUR lager dan het voor
2005 overeengekomen maximum.
Deze stijging van 9,7 miljard EUR is het gevolg van de
volledige opname van de nieuwe lidstaten (+3,9 miljard EUR), de hervorming van het gemeenschappelijk
landbouwbeleid (GLB) (+1,3 miljard EUR) en het betere gebruik van de Structuurfondsen (+2,7 miljard EUR). Deze
drie factoren verklaren meer dan 80% van de totale stijging van de betalingskredieten.
Vastleggingskredieten d.w.z. het maximumniveau voor de nieuwe financiële verplichtingen die de EU in 2005
mag aangaan bedragen 117,2 miljard EUR voor de uitgebreide Unie. Voor de EU-25 leidt dit tot een stijging van
5,2% ten opzichte van 2004. Het totaalbedrag laat een marge van 2,4 miljard EUR onder het maximum voor 2004
over.
Landbouw
De totale behoeften voor de EU-25 bedragen 50,7 miljard
EUR, waarvan 6,8 miljard voor plattelandsontwikkeling (15% meer, de grootste stijging). De raming voor de nieuwe
lidstaten bedraagt 3,6 miljard EUR, waarvan 1,9 miljard EUR voor plattelandsontwikkeling. Het bedrag voor
marktuitgaven en veterinaire uitgaven in de nieuwe lidstaten is aanzienlijk gestegen, maar is nog steeds
betrekkelijk laag omdat de directe steun gelijdelijk wordt ingevoerd. Dit is het eerste jaar waarin directe
steun aan de nieuwe lidstaten wordt betaald.
De stijging (+4,42 miljard EUR aan
betalingskredieten) is met name het gevolg van de uitbreiding (2,1 miljard EUR), maar ook de wisselkoers tussen
de EUR en de USD (1 EUR = 1,25 USD) brengt 240 miljoen aan extra kosten mee. Voorts zal de hervorming van het
GLB in 2005 1,3 miljard EUR extra vergen. Het grootste deel van de rest van de stijging wordt verklaard door de
terugkeer van normale omstandigheden na de droogte van de zomer 2003 (400 miljoen EUR).
De
Commissie zal de laatste ramingen voor de landbouwuitgaven in oktober 2004 indienen in een nota van wijzigingen.
Structurele maatregelen
De Structuurfondsen zijn het op een na grootste
uitgavengebied van de uitgebreide Unie.
De vastleggingskredieten voor de Structuurfondsen
stijgen met 3,3% voor de uitgebreide Unie. Van in totaal 42,4 miljard is 7,7 miljard bestemd voor de nieuwe
lidstaten.
De uitgaven (betalingskredieten) uit de Structuurfondsen komen op 35,4 miljard
voor de uitgebreide Unie, 14,8% meer dan in de begroting 2004. Deze aanzienlijke stijging is voornamelijk te
wijten aan de verdubbeling van het bedrag dat in de nieuwe lidstaten zal worden besteed. De uitgaven uit het
Cohesiefonds zijn voor zowel de oude als de nieuwe lidstaten lager als gevolg van het in Kopenhagen bereikte
akkoord en het feit dat Ierland niet meer voor middelen uit het Cohesiefonds in aanmerking komt.
Intern beleid
Vergeleken met de stijgingen van de twee bovengenoemde categorieën zijn
de ramingen voor het intern beleid in 2005 betrekkelijk stabiel. De vastleggingskredieten bedragen in totaal
8,95 miljard EUR en de betalingskredieten 7,7 miljard EUR, een stijging van 2,8%.
Voor
onderzoeksuitgaven is 5 miljard EUR aan vastleggingskredieten beschikbaar. Hieruit blijkt dat in de uitgebreide
Unie nog steeds een hoge prioriteit wordt toegekend aan steun voor de doelstellingen van Lissabon.
Voorgesteld wordt voor onderwijs en cultuur, ook van groot belang voor het concurrentievermogen, 885
miljoen EUR uit te trekken.
Voor veiligheid en bescherming op het gebied van energie en
vervoer zal financiële steun worden uitgetrokken. Voor de ontmanteling van de nucleaire installaties van het
Gezamenlijk Centrum voor Onderzoek wordt 67 miljoen EUR uitgetrokken. Voorts is voor de ontmanteling van de
kerncentrales Ignalina (Litouwen) en Bohunice (Slowakije) 139 miljoen EUR in de begroting opgenomen.
Voor consumentenbeleid, volksgezondheid en voedselveiligheid en het opstarten van het nieuwe
Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding zal in totaal 120 miljoen EUR worden uitgetrokken.
De nieuwe buitengrenzen en het grotere gebied van vrij verkeer zullen worden beschermd door
acties die steun ontvangen uit het douaneprogramma, alsmede door meer dan 530 miljoen EUR voor justitie en
binnenlandse zaken, inclusief het visum-informatiesysteem en het Vluchtelingenfonds. Er blijft 336 miljoen EUR
beschikbaar voor de controle van de buitengrenzen door de nieuwe lidstaten en 13 miljoen EUR voor een
overgangsfaciliteit voor Kaliningrad.
Extern beleid
Voor 2005 heeft de
Commissie voorgesteld voor iets meer dan 5,2 miljard EUR aan financiële verplichtingen voor het buitenlandse
beleid aan te gaan, ongeveer hetzelfde niveau als in 2004.
Evenals in 2004 is de Commissie
voornemens boven het maximumbedrag van het financieel kader te gaan voor uitzonderlijke uitgaven in verband met
de steun voor de stabilisatie en wederopbouw van Irak, die oorspronkelijk niet geprogrammeerd was.
Met dit bedrag kan de steun voor Oost-Europa en Centraal-Azië (515 miljoen) en Latijns-Amerika (315
miljoen) stabiel blijven en het beleid van goed nabuurschap met de landen van het Middellandse-Zeegebied en het
Midden-Oosten worden verhoogd (in totaal 1070 miljoen EUR, zodat 200 miljoen voor Irak kan worden uitgetrokken).
Na jaren van wederopbouw in de Balkanlanden zal de steun dalen tot 554 miljoen EUR. De Europese Unie zal hiermee
haar politieke verbintenissen in dit deel van Europa kunnen blijven nakomen. Met de kredieten voor Azië zal nog
steeds steun worden verleend voor de wederopbouw van Afghanistan (648 miljoen EUR voor de regio).
met derde landen in migratie-aangelegenheden verhoogd tot 45 miljoen, wordt de voedselhulp met 4% verhoogd
(tot 436 miljoen EUR) en worden de begrotingsonderdelen voor gezondheid geconsolideerd. In totaal wordt voor het
ontwikkelingsbeleid ten behoeve van de armste landen meer dan 1 miljard EUR uit de EU-begroting voorgesteld, de
ruim 3,4 miljard EUR uit het Europees Ontwikkelingsfonds buiten beschouwing gelaten. De Commissie stelt voor de
vastleggingskredieten voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid te programmeren op 55 miljoen
EUR. De gezamenlijke politiemissie in Bosnië-Herzegovina en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië
speelt op dit gebied nog steeds een aanzienlijke rol.
De pretoetredingsstrategie omvat nu
Roemenië, Bulgarije en Turkije. De bijstand aan alle drie de landen zal vanaf 2004 aanzienlijk worden verhoogd.
De pretoetredingssteun voor Roemenië en Bulgarije zal worden verhoogd tot 1,55 miljard EUR, terwijl voor Turkije
300 miljoen EUR aan vastleggingskredieten beschikbaar is. Uit deze rubriek zal nog steeds 1,538 miljoen EUR naar
de nieuwe lidstaten vloeien voor de afronding van pretoetredingsprogramma's die in 2003 of daarvoor zijn
begonnen.
Wat de steun aan Noord-Cyprus betreft, zal de Commissie spoedig moeten terugkomen
met geschikte voorstellen.
Overeenkomstig de besluiten van Kopenhagen zal in de begroting
2005 in totaal 1,3 miljard EUR aan betalingskredieten worden opgenomen als compensatie voor de nieuwe lidstaten.
Hiermee wordt ervoor gezorgd dat de nieuwe lidstaten na de toetreding netto-ontvangers zullen blijven. Het gaat
om ongeveer 100 miljoen minder dan in 2004.
Administratieve uitgaven
De
geraamde administratieve uitgaven van de instellingen van de Europese Unie (rubriek 5) bedragen 6,36 miljard,
3,9% meer dan in 2004.
De Commissie vraagt om 700 nieuwe posten in het kader van de
middellangetermijnaanpassing aan de uitbreiding. Ongeveer de helft van het nieuwe personeel zal voor de
talendiensten bestemd zijn. Het aantal Commissarissen zal worden teruggebracht van 30 tot 25.
De intwerkingtreding van het nieuwe Statuut zal ongeveer 40 miljoen aan besparingen voor de
administratieve begroting van de Commissie opleveren.
De terugkeer naar het Berlaymontgebouw
zal in 2005 32 miljoen EUR aan huurkosten meebrengen.
Met de invoering van de
activiteitsgestuurde begroting zijn de meeste administratieve uitgaven nu onder het betrokken beleidsterrein
opgenomen, en alleen specifieke uitgaven zoals die voor publicaties of vertegenwoordigingen zijn nu apart
opgenomen.
Volgende stappen:
Volgens de begrotingsprocedure zal de
eerste lezing door de Raad plaatsvinden in juli 2004, gevolgd door de eerste lezing door het Parlement in
oktober. De tweede lezingen vinden plaats in november en december.
De algemene presentatie
van de begroting zal, zodra deze is afgerond, te vinden zijn op de volgende website:
http://europa.eu.int/comm/budget/furtherinfo/index_en.htm#budget
Section III: the 2004
budget and 2005 PDB by policy area
De tabellen en grafieken zijn beschikbaar in PDF en WORD
PROCESSED
(1)Kredieten die in het lopende begrotingsjaar mogen worden uitgegeven als gevolg
van contracten of overeenkomsten. Sommige betalingskredieten dienen ter dekking van verplichtingen die in het
verleden zijn aangegaan.