Een gunstigere belastingregeling voor Belgische
zeescheepvaartmaatschappijen
De Commissie heeft vandaag besloten om een groot deel van de
fiscale maatregelen goed te keuren die België wil treffen ten behoefte van het zeevervoer.
De Europese Commissie is tot de conclusie gekomen dat het stelsel voor forfaitaire winstvaststelling dat
voor de scheepvaartmaatschappijen zal gelden, op enkele onderdelen na in overeenstemming is met de Communautaire
richtsnoeren betreffende overheidssteun voor het zeevervoer. Het pakket fiscale maatregelen dat de Commissie
heeft goedgekeurd, zal de concurrentiepositie van de Belgische vloot ten opzichte van de concurrentie uit derde
landen verbeteren.
België wordt zodoende de negende lidstaat met een dergelijk stelsel voor
forfaitaire winstvaststelling, na Griekenland (stelsel daterend van voor de toetreding), Nederland, Denemarken,
het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Spanje, Finland en Ierland.
De Commissie heeft echter
wel besloten de onderzoekprocedure in te leiden in verband met sommige bepalingen van het Belgische stelsel voor
forfaitaire winstvaststelling ten behoeve van scheepvaartmaatschappijen:
het
buitengewoon lage tarief voor tonnages van meer dan 40.000 ton;
de belastingaftrek van 50%
voor schepen van minder dan vijf jaar oud, alsmede van 25% voor schepen tussen de vijf en tien jaar oud;
de mogelijkheid om verliezen van de overige divisies die niet in mindering hadden kunnen worden
gebracht op de winsten van iedere andere divisie van de betrokken scheepvaartmaatschappij over het betreffende
boekjaar, af te trekken van de forfaitair vastgestelde belasting op basis van de tonnage;
het feit dat de regeling geldt voor winsten afkomstig van het verlenen van diensten en de verkoop van
producten die niet voor verbruik aan boord bestemd zijn, zoals luxeartikelen.
Zij heeft
eveneens de onderzoekprocedure gestart in verband met een soortgelijke regeling ten behoefte van de beheerders
van schepen voor rekening van derden, omdat de zij van mening is dat dat geen vervoersondernemingen zijn.
Aangezien in verband met deze maatregelen de onderzoekprocedure loopt, kunnen zij door België niet
ten uitvoer worden gelegd zolang de Commissie geen uitspraak heeft gedaan over de vraag of deze in
overeenstemming zijn met het gemeenschapsrecht.