Vrij verkeer van goederen: de Commissie treedt op tegen Griekenland,
België en Spanje
De Europese Commissie heeft Griekenland formeel verzocht een einde te maken
aan een verbod op het installeren en spelen van elektrische, elektromechanische en elektronische spelen,
waaronder computerspelen, in alle openbare en niet-openbare ruimtes, waaronder gebouwen waar internetdiensten
worden aangeboden (cybercafés). De Commissie is van mening dat de betrokken wet (van 29 juli 2002) niet
verenigbaar is met de bepalingen van het EG-Verdrag inzake het vrije verkeer van goederen en diensten en de
vrijheid van vestiging. België wordt verzocht zijn voorschriften voor de afmetingen van de verpakking van
voorverpakte producten, waardoor bepaalde producten uit andere lidstaten niet in België kunnen worden verkocht,
te wijzigen en de discriminerende regeling van het Vlaamse Gewest aan te passen op grond waarvan
distributiekosten in rekening worden gebracht voor "groene" stroom die in andere lidstaten uit hernieuwbare
bronnen is geproduceerd, terwijl dergelijke kosten niet worden gerekend voor in eigen land geproduceerde
"groene" stroom. Ten slotte verzoekt de Commissie Spanje gedetailleerde etiketteringsvoorschriften voor
textielproducten te wijzigen die onnodige extra kosten opleveren voor textielproducten die uit een andere
EU-lidstaat in Spanje worden ingevoerd. De verzoeken van de Commissie hebben de vorm van "met redenen omklede
adviezen", de tweede stap in een inbreukprocedure op grond van artikel 226 van het EG-Verdrag. Als niet binnen
twee maanden een bevredigend antwoord wordt ontvangen, kan de Commissie deze zaken aanhangig maken bij het
Europese Hof van Justitie.
Het vrije verkeer van goederen is een van de basisbeginselen van
de interne markt. Op grond van het EG-Verdrag (artikelen 28-30) en de jurisprudentie van het Hof van Justitie is
het de lidstaten verboden de in- of uitvoer naar en uit andere lidstaten te beperken, tenzij om objectieve
redenen van algemeen belang (bijvoorbeeld om de volksgezondheid of de veiligheid te beschermen). Maar ook dan
moeten de beperkingen in verhouding staan tot de doelstelling. Uit de regels van het EG-Verdrag en de
jurisprudentie van het Hof volgt dat legaal in een andere lidstaat geproduceerde en/of in de handel gebrachte
goederen in alle andere lidstaten legaal in de handel mogen worden gebracht, tenzij zulks niet is toegestaan om
objectieve en evenredige redenen van algemeen belang. Als nationale voorschriften het vrije verkeer van goederen
in de Europese Unie belemmeren, wordt bedrijven het recht ontnomen om een product te verkopen, neemt de
concurrentie op de nationale markten af, hebben de consumenten minder keuzemogelijkheden en dreigen ze meer te
moeten betalen.
België belemmeringen voor de verkoop van "groene" stroom
De Commissie heeft tevens besloten België een met redenen omkleed advies te sturen omdat de autoriteiten
van het Vlaamse Gewest distributiekosten in rekening brengen voor "groene" (uit hernieuwbare energiebronnen
geproduceerde) stroom afkomstig uit een andere lidstaat. Dergelijke kosten worden niet gerekend voor in het
Vlaamse Gewest geproduceerde "groene" stroom die rechtstreeks het distributienetwerk bereikt. Deze discriminatie
maakt in andere lidstaten geproduceerde "groene" stroom veel duurder dan de in eigen land geproduceerde stroom.
De Commissie acht dit een ongerechtvaardigde belemmering van het vrije verkeer van goederen.
Griekenland elektronische spelen
Het algemene verbod op elektrische,
elektromechanische en elektronische spelen op grond van de Griekse wet nr. 3037 van 29 juli 2002 maakt het, met
name in openbare ruimtes, onmogelijk apparatuur en programma's voor elektronische spelen te verstrekken en
leveren, of daarmee verband houdende diensten te verlenen (bijvoorbeeld dergelijke apparatuur en programma's te
installeren, repareren en onderhouden). In juli 2003 heeft de Commissie Griekenland een ingebrekestelling in
verband met dit verbod gestuurd (de eerste stap in een inbreukprocedure). Nu heeft de Commissie besloten een met
redenen omkleed advies te zenden.
Ten eerste belemmert de Griekse wet, door de spelen zelf
te verbieden, de invoer en verkoop in Griekenland van spelen die wettig in andere lidstaten zijn vervaardigd of
verhandeld. Dit is in strijd met het beginsel van het vrije verkeer van goederen dat in artikel 28 van het
EG-Verdrag is neergelegd.
Ten tweede verhindert de wet, door diensten te verbieden die
verband houden met elektronische spelen, bedrijven die dergelijke diensten in andere lidstaten rechtmatig
verlenen, dezelfde diensten in Griekenland te verlenen. Op grond van de vrijheid van dienstverrichting, die is
neergelegd in artikel 49 van het EG-Verdrag, en de vrijheid van vestiging (het recht om een permanente vestiging
in een andere lidstaat op te richten), die door artikel 43 van het EG-Verdrag wordt gewaarborgd, hebben zij daar
echter recht op.
Ten slotte had de Commissie van tevoren op de hoogte gesteld moeten worden
van de Griekse wet, omdat deze regels voor elektronische en mechanische apparatuur en voor de activiteiten van
internetdienstverleners bevat. In Richtlijn 98/34/EG is namelijk bepaald dat vooraf kennisgeving moet worden
gedaan van nationale regelgeving die technische voorschriften bevat voor on-linegoederen en -diensten. Deze
voorafgaande kennisgeving is bedoeld om ertoe bij te dragen dat regels die in een lidstaat worden vastgesteld
niet de belangen van bedrijven en burgers in andere lidstaten schaden, omdat diensten van de
informatiemaatschappij per definitie veelal grensoverschrijdend zijn.
België - voorverpakte
producten
België heeft zeer strikte voorschriften voor de afmetingen van flessen, pakken en
blikjes voor voorverpakte producten. Zo staan de afmetingen van de verpakking van bepaalde dranken vast en mogen
uitsluitend verpakkingen met de vastgestelde afmetingen op de Belgische markt worden verkocht. Flessen, pakken
en blikjes voor voorverpakte producten met andere dan de door de Belgische wetgeving toegestane afmetingen mogen
in België niet worden verkocht, hoewel ze in andere lidstaten wettig zijn geproduceerd of in de handel zijn
gebracht. De Commissie is van mening dat dit een ongerechtvaardigde belemmering van het vrije verkeer van
goederen is, dat wordt gewaarborgd door artikel 28 van het EG-Verdrag, en stuurt daarom een met redenen omkleed
advies aan België waarin het wordt verzocht zijn wetgeving in overeenstemming te brengen met het
Gemeenschapsrecht.
Spain - etikettering van textiel
De Commissie zal
Spanje een met redenen omkleed advies zenden in verband met de verplichting om de naam en het adres van de
fabrikant, groothandelaar of importeur op het etiket van textielproducten te vermelden, die is opgenomen in
Koninklijk Besluit nr. 928/1987 (5 juni 2003). De Commissie is van mening dat deze eis ingaat tegen artikel 28
van het EG-Verdrag betreffende het vrije verkeer van goederen. Hoewel de eis zowel op producten uit Spanje als
op producten van elders in de EU van toepassing is, levert deze voor ingevoerde producten extra kosten op. De
Spaanse autoriteiten achten de maatregel gerechtvaardigd omdat de consumenten beschermd moeten worden, maar de
Commissie is van mening dat dergelijke gedetailleerde etiketteringsvoorschriften niet nodig zijn en niet in
verhouding staan tot het beoogde doel om te zorgen dat de herkomst van de producten achterhaald kan worden.
Het laatste nieuws over inbreukprocedures tegen alle lidstaten is te vinden op:
http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/droit_com/index_en.htm